1 van genotype tot fenotype

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Waarom DNA alleen niet genoeg is…
Advertisements

Koolhydraten BINAS 67A Algemene formule (CH2O)n
DNA Korte herhaling.
Hoofdstuk 3: DNA Eiwitten zijn belangrijk als bouwstof en het regelen van processen. In DNA zit de informatie voor het maken van eiwitten. DNA kan gebruikt.
Darmkanker en Erfelijkheid
Communicatie tussen cellen
Eiwitsynthese Klik hierop Klik hierop 1 uur 2 uur Jaak Smeets.
1 van genotype tot fenotype
Genotype, Fenotype en Chromosomen
DNA bouw en replicatie.
DNA en chromosomen (4.6).
EIWITSYNTHESE.
Thema 4 DNA.
Genetisch materiaal onder de loep
de erfelijke blauwdruk
Transcriptie DNA overschrijven.
Hoofdstuk 10 : Van DNA tot eiwit
Thema 4 DNA Paragraaf 1 BINAS 76A Chromosoom DNA-molecuul
Genetisch materiaal onder de loep
EIWITSYNTHESE.
Van genotype tot fenotype
DNA Erfelijke materiaal Twee nucleotiden ketens
DNA Replicatie 1. Origineel DNA molecuul: dubbele streng
Transcriptie en translatie van het DNA
Computer – DNA Een vergelijking. Computer DNA Hardware: elektronische verbindingen in chips Code binair(2-tallig): 0 en 1 Hardware: rug van suiker en.
Thema 4 DNA 4.1 t/m 4.5.
Leer van de cellen.  Plantaardige cellen ◦ Zonnenergie (en water) omzetten in suikers ◦ Tijdens proces zuurstof afgeven  Dierlijke cellen ◦ Verbuiken.
DNA en DNA mutaties: celkern met DNA chromosoom
DNA.
Centrale vraag Hoe kunnen inzichten in de moleculaire biologie helpen om ziektes te begrijpen, te voorkomen en te genezen?
DNA Erfelijke materiaal. Twee nucleotiden ketens
Keuze-opdracht 3-1.
DNA en eiwitten.
Paragraaf 3.3 DNA vertaald.
DNA 5 havo 2014.
Thema 7 Genexpressie DEEL 3 Gentisch materiaal en celdelingen.
Hoofdstuk 14 Chemie van het leven.
Thema 8 Moleculaire genetica
Thema 8 Moleculaire genetica
Thema 8 Moleculaire genetica
HAVO 4 Boek: biologie voor jou HAVO A
Structuur van chromatine en chromosomen
DNA Thema 4 Watson en Crick.
9. DNA & CHROMOSOMEN Structuur en replicatie. Inleiding Chromosomen (fig A): Chromosomen (fig A): in de kern van elke lichaamscel (bij de mens 23 paar)
From Gene to Protein (CHMBCM21) College 2, CHMBCM21
DNA, RNA en Eiwitsynthese
The Molecular Basis of Inheritance (CHMBCM21) College 1, CHMBCM21 Eddy van der Linden.
Thema 4 Watson en Crick. Hoe ziet DNA eruit? Dubbele helix Wat doet DNA? Coderen voor eigenschappen Eiwitten Waar zit DNA? Nucleus Wat doet een eiwit?
Thema 2 DNA.
Genexpressie B6.
Uit reader microbiologie blz 21 tm 23
13.4. t/m De ruimtelijke vorm van eiwitten Nadat een eiwit in de cel is aangemaakt, vouwt het zich spontaan in een kluwen, die kenmerkend is voor.
6A1-Stofwisseling. B4 Eiwitsynthese (les3). Hoe haal je de INFO van het DNA? Volgorde van de ‘letters’ A-T-G-C = info. Één gen bevat de info voor één.
Thema 4 DNA. Genotype - Fenotype genotype: de erfelijke eigenschappen die vastliggen in het DNA (in de genen). fenotype: alle uiterlijk waarneembare kenmerken.
2 DNA ©JasperOut.nl.
6A1-Stofwisseling. B4 Eiwitsynthese (les3).
Van RNA naar DNA HOE DAN?!?! Damla Baspinar, Jonelle Marasigan, Lotti Denslagen, Grisha Prevoo.
Genetisch materiaal onder de loep
Verschil tussen RNA en DNA
Eiwit synthese.
Voedsel Koolhydraten Vetten eiwitten.
Erfelijkheid.
DNA, RNA en Eiwitsynthese
DNA.
Voedsel Koolhydraten Vetten eiwitten.
Transcript van de presentatie:

1 van genotype tot fenotype DNA

Hoe komt het fenotype tot stand? DNA= code Code wordt afgelezen en vertaald  eiwitten worden gemaakt onder invloed van enzymen worden pigmenten gevormd in de iris van de ogen bruin pigment  bruine ogen

enzymen = Eiwitten = groot aantal aan elkaar gekoppelde aminozuren Eigenschap en werking aminozuren bepaald door : aantal aminozuren, Volgorde aminozuren Ruimtelijke structuur van eiwit

Eiwitsynthese In ribosomen op het ER Aminozuren worden gekoppeld in specifieke volgorde Welk eiwit? Bepaald door chromosomen

chromosoom Opgerold rond histonen DNA dubbele helix of dubbele spiraal DesoxyriboNucleïnic Acid

DNA Elke keten bestaat uit vele miljoenen aan elkaar gekoppelde nucleotiden Nucleotide = fosfaatgroep Desoxyribose Stikstofbase (A,T,C,G) Adenine thymine, cytosine, guanine

A=T en C≡G basenparing

gen Honderden nucleotiden Specifieke volgorde Variaties mogelijk

eiwitsynthese

4 ≠ nucleotidenbasen coderen voor 20 ≠ aminozuren (in theorie 4³ aminozuren mogelijk = 64)

translatie