1 van genotype tot fenotype DNA
Hoe komt het fenotype tot stand? DNA= code Code wordt afgelezen en vertaald eiwitten worden gemaakt onder invloed van enzymen worden pigmenten gevormd in de iris van de ogen bruin pigment bruine ogen
enzymen = Eiwitten = groot aantal aan elkaar gekoppelde aminozuren Eigenschap en werking aminozuren bepaald door : aantal aminozuren, Volgorde aminozuren Ruimtelijke structuur van eiwit
Eiwitsynthese In ribosomen op het ER Aminozuren worden gekoppeld in specifieke volgorde Welk eiwit? Bepaald door chromosomen
chromosoom Opgerold rond histonen DNA dubbele helix of dubbele spiraal DesoxyriboNucleïnic Acid
DNA Elke keten bestaat uit vele miljoenen aan elkaar gekoppelde nucleotiden Nucleotide = fosfaatgroep Desoxyribose Stikstofbase (A,T,C,G) Adenine thymine, cytosine, guanine
A=T en C≡G basenparing
gen Honderden nucleotiden Specifieke volgorde Variaties mogelijk
eiwitsynthese
4 ≠ nucleotidenbasen coderen voor 20 ≠ aminozuren (in theorie 4³ aminozuren mogelijk = 64)
translatie