De geboorte

38 weken 40 weken De baby is klaar om geboren te worden

Ligging in moederbuik Normale ligging  hoofdje eerst geboren Stuitligging : kontje of voetje eerst  ziekenhuis Dwarsligging  keizersnede

geboorte Na ongeveer 9 maanden (38 t/m 42 weken na begin van laatste menstruatie) 10% te vroeg geboren Foetus kan vanaf 24 weken met behulp van technische hulpmiddelen in leven gehouden worden ( + medicijnen) Couveuse http://www.youtube.com/watch?v=7zX2XNUfqws&feature=fvwrel ( 24 weken) http://www.youtube.com/watch?v=ZHOmoRLruGo&feature=related ( 23 weken)

Bevalling of ziekenhuis : Weeën onder invloed van oxytocine (hypofyse) Thuis : + verloskundige (+ arts)+ kraamhulp of ziekenhuis : +gynaecoloog + kinderarts- neonatoloog + verpleegsters Weeën onder invloed van oxytocine (hypofyse) Eerst : om de 15 tot 30 minuten Bovenste gedeelte van de baarmoederwand trekt zich samen  onderste gedeelte en baarmoederhals worden over hoofdje baby getrokken = indaling 8 u 1ste kind 3-5 u volgende kind

De bevalling Ontsluiting Weeën om de 3-5 minuten. Slijmprop uitgestoten Opening baarmoederhals word groter vruchtvliezen breken Opening baarmoederhals 10 cm  ontsluiting volledig Uitdrijving Persweeën (krachtiger) Spieren buikwand trekken samen sec  2 uur  hoofdje draait naar beneden onder schaambeen door (spildraai) http://www.youtube.com/watch?v=0pnFKnGK1yA nageboorte

nageboorte Baby word geboren met laagje huidsmeer (vernix caseosa) (geeft bescherming tegen ziekteverwekkers) Slijm uit neus en mond van baby gezogen Ondersteboven gehouden (als baby niet huilt)  slijm uit longen Navelstreng afgeklemd en doorgeknipt  CO2 gehalte baby stijgt  eerste schreeuw Placenta losgewoeld door samentrekkingen van baarmoeder  ¼ u later uitgedreven (soms met hulp)  baarmoeder wordt meteen ½ kleiner en de bloedvaten baarmoeder afgesloten bloedverlies beperkt Nog 2-3 dagen naweeën

Na de geboorte Controle nageboorte

navel Navelstreng wordt doorgeknipt als uitgeklopt (3min) Stukje navelstreng droogt uit (10 d) en stompje valt eraf  navel

Couveuse Te vroeg geboren of zieke baby's Laag geboortegewicht erg weinig eigen lichaamsvet niet in staat zijn eigen temperatuur te regelen. ook de luchtvochtigheid kan worden geregeld  beperking van vochtverlies V beperken de kans op infectie.

lactatie Baby na geboorte = zuigeling Darmkanaal niet geschikt vast voedsel Progesteron doet de borsten verder ontwikkelen tijdens de zwangerschap Prolactine stimuleert melkproductie in borsten Oxytocine komt vrij uit hypofyse  spiertjes in wand van afvoergangen melklieren trekken samen melk wordt naar buiten geperst (reflex op zuigen door baby aan tepel) Voormelk ( dorstlessend en achtermelk ( voedingstoffen)

Verandering in de bloedsomloop Foetus krijgt voedingsstoffen en zuurstof van moeder via placenta Geeft afvalstoffen en CO2 af via placenta Foetus  Navelstrengslagaders placenta Placenta navelstrengader  foetus

En verder In poortader en onderste holle ader van foetus : vermenging van bloed rijk aan O2 en aan voedingstoffen en bloed arm aan O2 en aan voedingstoffen Longen werken niet  weinig bloed door longen hart : opening tussen Linker boezem rechter boezem

ductus arteriosus (of ductus Botalli) het hart pompt bloed naar de longen, maar het grootste gedeelte daarvan wordt via een "shunt", de ductus arteriosus (of ductus Botalli) naar de aorta omgeleid. (maar weinig bloed naar longslagaders)

Aanpassingen foetale bloedsomloop navelstrengslagaders  placenta  navelstrengader 2. Ductus venosus Navelstrengader  onderste holle ader 3. Foramen ovale Gat tussen rechterboezem en linkerboezem 4. ductus arteriosus of ductus botalli Shunt tussen longslagader en aorta

Na geboorte Verbinding met placenta verbroken  baby ademt  longen gevuld met lucht Weerstand longhaarvaten neemt af Aanzuiging bloed door longen  bloed  rechterkamer in longslagader  bloeddruk in rechterkamer en rechterboezem daalt  aanvoer van bloed uit longen bloeddruk van linkerboezem en linkerkamer stijgt  klep ovale venster wordt gesloten Klep vergroeit met harttussenwand Spieren in ductus arteriosus trekken samen  nauwer  verschrompelt Resten van navelstrengslagader en navelstrengaders verschrompelen ook