Media en Creativiteit MEDMEC01 Roelof de Vries Les 5

Vandaag Dummy Vooronderstellingen Omkeringen Huiswerk

Dummy Opdracht van vorige week  Kies zelf een onderwerp Wat is het resultaat? Wie wil presenteren Volgende week  Kies een onderwerp van een klasgenoot

Divergeren – Vooronderstellingen Vooronderstellingen zijn denkpatronen die automatisch optreden bij het denken aan specifieke problematiek. Een vooronderstelling is een eigenschap van een object of probleem dat wij als 'normaal' achten. Er wordt automatisch gedacht dat de eigenschap 'waar' is.

Divergeren – Vooronderstellingen 1.Kijk naar de cruciale termen in de startformulering 2.Som vooronderstellingen op die voortkomen uit de startformulering 3.Neem er één. Wat als de vooronderstelling niet geldt? 4.Divergeer op de omgekeerde vooronderstelling 5.Herhaal stap 2 en 3 voor andere vooronderstellingen

Vooronderstellingen - Oefening Hoe kunnen we de wachtrijen aan de kassa's in de supermarkt verkorten?  Wat zijn de cruciale termen in deze startformulering?  Wat zijn de vooronderstellingen van deze cruciale termen?  Welke ideeen komen op als deze vooronderstellingen niet waar zijn?

Klassikale oefening Maak groepen van 4 Breng per persoon de startforumering in en identificeer de cruciale termen Brainstorm 2 minuten op vooronderstellingen van 1 cruciale term Pak 1 vooronderstelling en maak hem niet waar Brainstorm 3 minuten op ideeen aan de hand van de omgekeerde vooronderstelling Maak aantekeningen!

Divergeren - Omkeringen Zet de zaken op de kop!  De zaken op z'n kop zetten creeert verrassing en trekt de aandracht. Het is de meest directe manier om patronen en verwachtingen te doorbreken Mogelijkheden:  Bedenk foute oplossingen op de vraagstelling  Bedenk inefficiente en absurde oplossingen Gebruik de antwoorden als inspiratie  Draai onderwerp en lijdend voorwerp om ‘Hoe kun je als student het meeste leren van docenten?’ ‘Hoe kun je... Het meeste leren van …?

Divergeren - Omkeringen Eigenlijk is de oefening van de vooronderstellingen ook een omkering  Waarom?

Voorbeelden  Wat zijn de vooronderstellingen? Wat zijn de omkeringen?

Volgende week Werk verder aan je opdrachten  Vind de cruciale termen in je startformulering  Brainstorm op zoveel mogelijk vooronderstellingen  Genereer ideeen op basis van 'niet waar'  Pas de omkeringen toe Dummy – Kies een onderwerp van een klasgenoot Schijf in je procesverslag de ervaringen van afgelopen week