Stephan Berendonk Leon van den Broek Maarten Smit

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Presentatie Vlakke figuren Theorie Rekenvoorbeelden
Advertisements

Samenvatting Verbanden.
havo A Samenvatting Hoofdstuk 2
Cirkels…omtrek en oppervlakte
Eenparige vertraagde beweging
Gelijkmatige toename en afname
De cirkelbeweging.
K3 Vectoren Na de les weet je: Wat een vector is
Autheur: Peter Zijsling
Samenvatting H29 Parabolen
Newton - VWO Kracht en beweging Samenvatting.
Presentatie Vlakke figuren Theorie Rekenvoorbeelden
vwo A/C Samenvatting Hoofdstuk 2
vwo D Samenvatting Hoofdstuk 9
Rambles Barcelona 19 mei 2011.
Meetkunde in beweging Dolf van den Hombergh Leon van den Broek
Hfdstk 9 WB Extra opgaven.
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 2
vwo A Samenvatting Hoofdstuk10
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 15
In punt P werken drie krachten: Fspan in de richting van het touw Fveer 15 N schuin links omhoog Gewicht recht naar beneden Hoofdstuk 3 som 20.
De eenheidscirkel y α P x O (1, 0)
Optimaliseren van oppervlakten en lengten
Omtrekshoeken Stelling van de constante hoek:
∙ ∙ f(x) = axn is een machtsfunctie O n even n oneven y y y y a > 0
De grafiek van een lineair verband is ALTIJD een rechte lijn.
Gelijkvormige driehoeken
1 het type x² = getal 2 ontbinden in factoren 3 de abc-formule
1212 /n Korte herhaling van vorige keer Vermelding van meetresultaten zonder nauwkeurigheid is uit den boze ! Conclusies trekken zonder betrouwbaarheids-intervallen.
Kan het ook makkelijker?
havo B Samenvatting Hoofdstuk 5
De springende kikker Origami uit Japan.
Bewegen Hoofdstuk 3 Beweging Ing. J. van de Worp.
Bewegen Hoofdstuk 3 Beweging Ing. J. van de Worp.
Tweedimensionale beweging
1 Complexiteit Bij motion planning is er sprake van drie typen van complexiteit –Complexiteit van de obstakels (aantal, aantal hoekpunten, algebraische.
Neem over en zet de aangegeven hoek uit bij de blauwe punt
Construeren van een Tennishal Vergeet-mij-nietjes. Week 13
Uitwerking opgave 1.2 1f uit: Wiskunde in beweging – Theo de Haan.
Tweedegraadsfuncties
havo B 5.1 Stelsels vergelijkingen
Hoofdstuk 4 Vlakke figuren.
2 vmbo basis 4.1Vlakke figuren
Hoofdstuk 4 Vlakke figuren.
Lineaire formules Voorbeelden “non”-voorbeelden.
Klas 2 m en herhaling voor klas 3 m
Herhaling opgave 1 a) b) c) d) e) f) g) h) i)
havo B Samenvatting Hoofdstuk 1
Ruimtefiguren.
B vwo vwo B - 11e editie tweede fase Jan Dijkhuis, Roeland Hiele
Kijklijnen Kijklijnen gebruik je om de grenzen aan te geven van het gebied dat je ziet.
Tekenen les 7 perspectief 2 Joeri Lefévre
Vormleer: vlakke figuren – driehoeken en cirkels
Rekenen & Tekenen sciencmc2.nl.
‘Vormleer: punten, lijnen, vlakken, hoeken’
Meetkunde 5L week 19: Vormleer: vlakke figuren – de cirkel vlakke figuren 5L week 19: ‘Vormleer: vlakke figuren – de cirkel’ niet - veelhoeken veelhoeken.
Meetkunde 5de leerjaar.
Wiskunde G3 Samenvatting H2: Parabolen
Kan je zelf een geschikte schaalverdeling maken
Gelijke afstanden Gelijke afstanden Gelijke afstanden © André Snijers.
3 vmbo-KGT Samenvatting Hoofdstuk 6
Examentraining.
De grafiek van een lineair verband is ALTIJD een rechte lijn.
Kan je zelf een geschikte schaalverdeling maken
Bewijs: de eigenschap van de bissectrice van een hoek
Bewijs: de eigenschap van de middelloodlijn van een lijnstuk
havo B Samenvatting Hoofdstuk 1
Extra oefening Gevraagd: CD en CE zijn raaklijnen aan c(M,r)
Eigenschap en constructie van de bissectrice van een hoek
De cirkel De cirkel De cirkel © André Snijers.
Transcript van de presentatie:

Stephan Berendonk Leon van den Broek Maarten Smit Waltzing Wheels PUC Nijmegen 15112012 Stephan Berendonk Leon van den Broek Maarten Smit

Een Kangoeroevraag .P De kleine cirkel rolt langs de binnenkant 2004 wizPROF vraag20 De kleine cirkel rolt langs de binnenkant van de grote cirkel. De straal van de grote cirkel is 2 keer zo groot als die van de kleine cirkel. Wat is de baan van punt P? A. B. C. D. E. .P

Een Kangoeroevraag .P A. B. C. D. E. 2004 wizPROF vraag20 6,88% 30,12% 6,06% 10,23% 39,08% 7,64%

Wiel binnen een circuit

Zonder slippen straal circuit = 51 straal wiel = 17 Hoe hangen hoek ? en hoek ϕ samen?

Variabelen  = draaihoek van het wiel R = straal van het circuit r = straal van het wiel A = aantal tandjes van het circuit a = aantal tandjes van het wiel  = draaihoek over het circuit  = draaihoek van het wiel R : r = A : a =  : 

Een rechte lijn tekenen R = 2r Bewijs dat het punt P altijd op de lijn AM ligt.

Steiners deltoïde Twee wielen met stralen 1 en 2 rollen binnen een wiel met straal 3. We bekijken zes posities. Ook is de start-positie van de pen aangegeven. Schets de krommen die de pen tekent. P P

Steiners deltoïde

Steiners deltoïde

De cycloïde Het wiel maakt een hele omwenteling. Verdeel het tijdsinterval in zes gelijke delen. Meet na dat de diameter van het wiel en de afgelegde weg op straat met elkaar kloppen. Schets de cycloïde.

De cycloïde Onderste en bovenste punt van de cycloïde zijn gegeven. En de actuele positie van het ventiel (de zwarte punt). Waar is het ventiel op één derde en op twee derde van de tijd tussen onderste punt en de zwarte stip?

Een spirograafsetje

Terugkeer verzekerd? Is het zeker dat de spirograaf- kromme gaat sluiten?

Toppen en toeren A := aantal tandjes op het circuit a := aantal tandjes op het wiel T := aantal toppen van de spiro t := aantal rondjes (toeren) dat het contactpunt maakt (voordat de spiro sluit)

Toppen en toeren Voorbeeld: Neem A = 60 en a = 24. Wat zijn T and t ? Algemeen: Wat is het verband tussen A, a, T en t ? Formule: t · A = T · a

Toppen en toeren

Verhoudingen Drie wielen: I, II en III. Wat is de exacte verhouding tussen de stralen van I en II? En van de wielen I en III? b. Wat is de verhouding tussen de stralen van II en III? c. Welke spiro krijg je als je III laat draaien binnen II? Hoeveel toppen en hoeveel toeren? Schets de baan van de pen P. III

Vind R, r en p Het circuit heeft 120 tandjes en het draaiwiel 80. We willen R, r en p (de afstand van pen en middelpunt wiel) te weten komen, door meten in het plaatje. a. Markeer het middelpunt van het circuit en teken de cirkel die het middelpunt van het wiel doorloopt. b. Druk de straal van deze cirkel uit in R en r.   Nu weet je dus R r en R/r. c. Bereken R en r en meet p op.

De slippende ladder Een ladder staat tegen een muur; zijn voet glijdt weg. Hoe beweegt het midden van de ladder?

De slippende ladder Welke kromme wordt door het punt P van de ladder beschreven? 2 1

P beschrijft een ellips Q is het punt dat boven P ligt, 2 keer zo ver van de grond. OQR en SBP zijn congruent. Dus OQ = BP = 2. Dus Q beschrijft een cirkel. Dus P beschrijft een plat-gedrukte cirkel: een ellips Q P R O S B

R = 2r en P ligt niet op de rand B P A Let op de rode diameter. A loopt over de horizontale as. B loopt over de verticale as.

R = 2r en P ligt niet op de rand De rode diameter kun je zien als een slippende ladder. Het punt P beschrijft dus een ellips. B P A

Einde