vwo A Samenvatting Hoofdstuk 9

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
havo A Samenvatting Hoofdstuk 2
Advertisements

Gelijkmatige toename en afname
Differentie vergelijkingen differentie vergelijkingen
havo A Samenvatting Hoofdstuk 10
havo A Samenvatting Hoofdstuk 7
vwo A/C Samenvatting Hoofdstuk 3
Ronde (Sport & Spel) Quiz Night !
Tangens In een rechthoekige driehoek kun je met tangens werken.
3 mavo Betekenis van dit percentage bespreken..
Samenvatting H29 Parabolen
havo/vwo D Samenvatting Hoofdstuk 8
Hogere Wiskunde Complexe getallen college week 6
Datastructuren Analyse van Algoritmen en O
havo B Samenvatting Hoofdstuk 12
ribwis1 Toegepaste wiskunde - Goniometrie Lesweek 4
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 11
vwo A/C Samenvatting Hoofdstuk 2
vwo C Samenvatting Hoofdstuk 9
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 10
Newton - VWO Arbeid en warmte Samenvatting.
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 2
vwo A/C Samenvatting Hoofdstuk 5
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 6
vwo C Samenvatting Hoofdstuk 14
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 4
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 15
vwo A Samenvatting Hoofdstuk 14
Regels voor het vermenigvuldigen
De eenheidscirkel y α P x O (1, 0)
Riemannsommen De oppervlakte van het vlakdeel V in figuur a is
De eenheidscirkel y α P x O (1, 0) Speciale driehoeken.
Rekenregels van machten
Optimaliseren van oppervlakten en lengten
Kwadratische vergelijkingen
Rekenregels voor wortels
Lineaire functies Lineaire functie
Regelmaat in getallen … … …
De grafiek van een lineair verband is ALTIJD een rechte lijn.
Goniometrische formules
Differentieer regels De afgeleide van een functie f is volgens de limietdefinitie: Meestal bepaal je de afgeleide niet met deze limietdefinitie, maar.
Radiaal Er is een hoekmaat waarbij de lengte van de boog van de eenheidscirkel gelijk is aan de draaiingshoek α. booglengte PQ = hoek α booglengte = 1.
Intervallen a-8 ≤ x < 3 [ -8, 3 › b4 < x ≤ 4½ ‹ 4, 4½ ] c5,1 ≤ x ≤ 7,3 [ 5,1 ; 7,3 ] d3 < x ≤ π ‹ 3, π ] -83 l l ○● 44½4½ l l ○● 5,17,3 l l ● 3π l l ○●
Asymptoot is een lijn waar de grafiek op den duur mee samenvalt.
Lineaire vergelijkingen
Regelmaat in getallen (1).
1 het type x² = getal 2 ontbinden in factoren 3 de abc-formule
havo B Samenvatting Hoofdstuk 2
havo B Samenvatting Hoofdstuk 5
havo B Samenvatting Hoofdstuk 8
Johan Deprez 12de T3-symposium, Oostende, augustus 2009
H6: veeltermen. 1) Veelterm:.
Welk beeld bij.
Werken aan Intergenerationele Samenwerking en Expertise.
Als je een veer wilt uitrekken dan zul je daar een kracht op
Een inleiding. Door: M.J.Roos 8 mei 2011
Module ribCTH1 Construeren van een Tennishal Week 06
ribwis1 Toegepaste wiskunde, ribPWI Lesweek 01
ribwis1 Toegepaste wiskunde – Differentieren Lesweek 7
Havo D deel 3 Samenvatting Hoofdstuk 11. x 2 y is (recht) evenredig met x De formule heeft de vorm y = ax De tabel is een verhoudingstabel. Bij een k.
havo D deel 3 Samenvatting Hoofdstuk 12
vwo D Samenvatting Hoofdstuk 12
havo D deel 3 Samenvatting Hoofdstuk 10
Praktische Opdracht Wiskunde
De financiële functie: Integrale bedrijfsanalyse©
B vwo vwo B - 11e editie tweede fase Jan Dijkhuis, Roeland Hiele
Regels voor het vermenigvuldigen
havo B Samenvatting Hoofdstuk 3
Grafiek van lineaire formule
Grafiek van lineaire formule
3 vmbo-KGT Samenvatting Hoofdstuk 9
Transcript van de presentatie:

vwo A Samenvatting Hoofdstuk 9

De recursieve formule van een getallenrij Een recursieve formule van een rij geeft aan hoe elke term uit één of meer voorafgaande termen volgt. Bij een recursieve formule vermeld je de startwaarde. vb. un = un – 1 + 160 met u0 = 25 9.1

opgave 15 a) u0 = 1 u1 = 1 + 1 + 1 = 3 u2 = 3 + 2 + 1 = 6 u3 = 6 + 3 + 1 = 10 u4 = 10 + 4 + 1 = 15 u5 = 15 + 5 + 1 = 21 Totaal = 1 + 3 + 6 + 10 + 15 = 35 10e laag is u9 = 55 15e laag is u14 = 120 d) v9 = 220, dus uit 220 sinaasappels. Voer in y1 = (x + 1)(x + 2)(x + 3). De tabel geeft : bij x = 14 hoort y = 680. De stapel bestaat uit 15 lagen. 9.1

Rekenkundige rijen Een rekenkundige rij is een rij waarvan het verschil van twee opeenvolgende termen steeds hetzelfde getal is. Van een rekenkundige rij met beginterm u0 en verschil v is de directe formule un = u0 + vn de recursieve formule un = un – 1 + v met beginterm u0. Voor de rekenkundige rij un geldt som rekenkundige rij = ½ · aantal termen · (eerste term + laatste term) 9.2

opgave 22 un = un – 1 – 4 met u0 = 251 rr met u0 = 251 en v = -4 dus un = 251 – 4n b) u18 = 251 – 4 · 18 = 179 c) 21e term is u20 = 251 – 4 · 20 = 171 d) Los op 251 – 4n = 0 -4n = -251 n = 62,75 Dus u62 > 0 en u63 < 0. Vanaf de 64e term is un negatief. 9.2

Meetkundige rijen Een meetkundige rij is een rij waarbij het quotiënt van twee opeenvolgende termen steeds hetzelfde getal is. Van een meetkundige rij met beginterm u0 en factor r is de directe formule un = u0 · rn de recursieve formule un = r · un – 1 met beginterm u0. Voor een meetkundige rij un geldt som meetkundige rij = eerste term(1 – factoraantal termen) 1 - factor 9.3

opgave 43 a) un = 5,2 · 0,8n 8e week u7 = 5,2 · 0,87 u7 ≈ 1,1 De toename in de 8e week is 11 mm. 5,2 + 5,2 · 0,8 + … + 5,2 · 0,87 = ≈ 21,6 De plant is 216 mm gegroeid. c) 5,2 + 5,2 · 0,8 + … + 5,2 · 0,89 ≈ 23,2 De hoogte na 10 weken is 18 + 23,2 = 41,2 cm. 9.3

Radiaal Er is een hoekmaat waarbij de lengte van de boog van de eenheidscirkel gelijk is aan de draaiingshoek α. booglengte PQ = hoek α booglengte = 1  α = 1 rad booglengte = 2  α = 2 rad booglengte = π  α = π rad 1 rad ≈ 57,3° y Q α P x O (1,0) 9.4

Sinus en cosinus y Het punt P beweegt over de eenheidscirkel en begint in het punt A(1,0). P(xP , yP) 1 1 yP PQ OP yP 1 sin α = = = yP cos α = = = xP α x ∟ O xP Q A (1,0) sos cas OQ OP xP 1 9.4

Grafieken van f(x) = sin(x) en g(x) = cos(x) 1 periode = 2π f(x) = sin(x) evenwichtsstand = 0 amplitude = 1 -π O π -2π amplitude = 1 2π g(x) = cos(x) ½π periode = 2π -1 9.4

Bijzonderheden aflezen uit een formule met een sinus 9.4

Kenmerken van sinusoïden Formules hebben de vorm : y = a + b sin(c(x - d)) en y = a + b cos(c(x - d)) amplitude = |b| en c > 0 9.5

Kenmerken van de grafiek van y = a + b sin(c(x - d)) evenwichtsstand y = a amplitude = b periode = beginpunt (d, a) 2π c 9.5

voorbeeld f(x) = 5 – 3 sin (¼πx) evenwichtsstand = 5 amplitude = 3 periode = = 8 -3 < 0 dus grafiek dalend door beginpunt (0,5) 9.5