Gedichtendag 28 januari 2010 2 de leerjaar A. Welkom in Sprookjesland De leerlingen uit klas 2A van de Vrije Basisschool Moen Branko, Logane, Tessa, Korneel,

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Haar moeder, de Koningin, noemde men Ze woonde in een klein landje en haar vader was Er was eens een wondermooie prinses en ze noemden haar... Ze woonden.
Advertisements

De schaduw van Jan Harrie Geelen Querido.
Kikker in de kou geschreven door Max Velthuijs
Joringel lette niet op haar en bekeek de kooien met de vogels.
IJsje is het zachtste beertje van de hele wereld. Voel maar in het boek!
Joringel keek naar Jorinde.. Het was een mooie avond.
Het kleine meisje op dit plaatje is natuurlijk Roodkapje
Oorspronkelijk werd dit reeds rondgestuurd als een Word document.
De professor Er was eens een professor zijn naam was Einstein. Einstein had een laboratorium met allemaal flesjes,drankjes en soms ontplofte er zomaar.
De Slippertjes.
De beloning van de dwerg
EEN BEETJE WINTER geschreven: Paul Stewart en Chris Riddell.
Voor hen die nog een moeder hebben is dit heel mooi.
Sinterklaas is verdwenen nergens te vinden nergens te zien Nam hij de benen, is hij hem geknepen, weggewaaid misschien?
Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.
De sok van Lientje.
Blaadje gaat de wereld rond Een verhaal van Groep 1 en 2
De uil vloog in een struik en direct kwam er een kromme, oude vrouw uit tevoorschijn.
Wanneer iemand binnen honderd meter van het kasteel kwam, moest hij stilstaan en kon zich niet meer verroeren.
het kasteel liep over mij niet meer gewezen. een kasteel raakte.
Groep 3a Sjoenka gaat naar het heelal. sjoenka wil naar de ruimte. hij bouwt een raket en wil naar de ruimte. Hij bouwt de raket stevig van stenen. leonie.
Bewerkt door Rani, Sofie, Helena en Annelies Schooljaar:
Er was eens een oud kasteel midden in een diep en donker bos.
Eindelijk kwam de oude vrouw terug en zei met een doffe stem :
Hij streepte dak weg Ze was mooier dan alle andere meisjes en was verloofd met de knappe Joringel.
In het midden lag een grote dauwdruppel, zo groot als de mooiste parel.
Joringel ging weg en kwam uiteindelijk in een vreemd dorp.
Hij zocht tot aan de negende dag. Vaak liep hij rond het kasteel, maar hij kwam nooit te dichtbij.
In het midden lag een grote dauwdruppel, zo groot als de mooiste parel.
Nu kon de heks niet meer toveren, en Jorinde stond weer voor hem.
hij trok een bloem Zingt en kwam. Joringel komt ze niet meer komen.
De tortelduif zong klagelijk in de oude beuk.
Het was een mooie avond. Jorinde was in een nachtegaal veranderd die tuwiet, tuwiet zong.
het kasteel tovert naar het ringetje. groot beweegt hij rond de struik.
De zon stond nog maar half boven de berg en voor de helft was ze al onder.
Toen hoorde hij ze fluiten.. Die dieren slachtte, kookte en braadde ze dan.
kwaad werd hij rond het kasteel. toen raakte hij iemand vond.
wanneer ging hij ze in zon. een meter droomde. de vogels vielen naar het kasteel.
Ze kon dieren en vogels naar zich toe lokken. Dat kooitje bracht ze dan naar een zaal van haar kasteel.
harder onderging hij rond Joringel. de mantel pakte weg.
Wanneer er echter een onschuldig meisje te dicht bij haar kasteel kwam, veranderde de heks haar in een vogel en sloot haar op in een kooitje.
Wanneer iemand binnen honderd meter van het kasteel kwam, moest hij stilstaan en kon zich niet meer verroeren.
Wanneer iemand binnen honderd meter van het kasteel kwam, moest hij stilstaan en kon zich niet meer verroeren.
Er was eens een oud kasteel midden in een diep en donker bos. Daarin woonde een oude heks helemaal alleen. Overdag veranderde ze zich in een kat of een.
Er waren vele honderden nachtegalen, hoe moest hij nou Jorinde terugvinden?
De uil vloog in een struik en direct kwam er een kromme, oude vrouw uit tevoorschijn.
het dorp kookte naar vogels. toen kon hij die lijden.
kwaad droeg hij rond het kasteel. een dauwdruppel kwam overeen.
Jorinde zong : Wanneer iemand binnen honderd meter van het kasteel kwam, moest hij stilstaan en kon zich niet meer verroeren.
Dit digitale prentenboek staat op
muizemuis was zo alleen dat hij op weg ging om ‘n vriendje te zoeken.
Oost-Vlaanderen (in Oost-Vlaams dialect)
Daar was de heks bezig de vogels in hun zevenduizend kooien te voeren.
" Pas op ", zei Joringel, " dat je niet te dicht bij het kasteel komt ".
TABLEAU VIVANT ( = een levend schilderij)
Kerst © wilma. Kerst © wilma Heel lang geleden in een land dat we nu Israël noemen Maar dat vroeger Palestina genoemd werd, waar Koning Herodes, koning.
De bijzondere baby Tobias Dit verhaal is geschreven door: Jerusha Suze &Lisa.
Daarna begon de zon krachtig te stralen, en hierop trok de reiziger onmiddellijk zijn mantel uit.
kwaad kon hij rond de nachtegalen. de vrouw bekeek naar helft.
Toen hij dichtbij het kasteel gekomen was, verstijfde hij niet, maar hij liep door tot aan de deur.
Welkom in de samenkomst. Handelingen 3 Handelingen 3 1. Op een middag, omstreeks drie uur, het Joodse gebedsuur, gingen Petrus en Johannes naar de tempel.
Jorinde bekeek. de nacht kon. Joringel had zijn aan de hand.
grote kon hij rond het dorp. het kasteel tovert naar het ringetje.
Joringel werd heel blij, raakte de deur aan met de bloem en de deur sprong open.
Mijn vrouw en ik.. Eerst wil ik me even voorstellen. Ik ben Hendrik.
De robot en de uitvinder! Geschreven door de kinderen van groep 3 en 4a!
Ik ben 10 jaar Ja ik ga vandaag voor het eerst naar de heksen school. Het is ver lopen maar later kan ik vliegen en hoef ik niet meer te lopen. En later.
Gemaakt door Roos de Boer ylia lijkt een gewoon meisje. Maar eigenlijk niet want ze woont bij een heel heksenvolk. Maar ylia is nog geen heks. Maar dat.
Hoi allemaal, ik zit achter de computer. Opa is jarig en ik wil hem feliciteren. Ik ga hem bellen via Skype.
Wanneer het maantje in het kooitje schijnt, maak los Zachiël, op het juiste moment ".
Transcript van de presentatie:

Gedichtendag 28 januari de leerjaar A

Welkom in Sprookjesland De leerlingen uit klas 2A van de Vrije Basisschool Moen Branko, Logane, Tessa, Korneel, Michelle, Zoë, Lucas, Louise, Amely, Luna, Brian, Niels, Benoît, Elise, Auke, Lara, Noor, Miel en juf Myriam

Er was eens een lelijk eendje Dat trouwde met zijn buurvrouw Leentje. Ze zwommen samen in het water, maar toen kwam een hele dikke kater. Leentje en haar eendje brulden geschrokken. Van al dat lawaai is de kater vertrokken. Ze leefden nog heel lang samen, tot er nog veel kleine eendjes kwamen. Van Lara uit 2A

De wolf was op weg naar een berg. Maar toen zag hij plots een dwerg. Hij liep naar het ventje toe. En vroeg: “Dwergje, ben je nog niet moe?” Neen, zei de slimme dwerg heel vlug, Maar wat verder ligt een reus te slapen op zijn rug. Toen liep de wolf naar de reus, Maar de dwerg nam de wolf bij zijn neus! Van Benoît uit 2A

Er was eens een kleine dwerg, Die zat te rusten op een hoge berg. Toen kwam een meisje zo wit als sneeuw. Op haar hoofd zat een witte meeuw. De dwerg nam Sneeuwwitje mee En het meisje was heel tevree. Van Brian uit 2A

Er was eens een meisje met een kapje in ’t rood, Ze zat bij haar grootmoe op schoot. Toen kwam de boze wolf hun huisje binnen, Tegen hem was er niks te beginnen. Hij at ze alle twee op, Dat vond hij veel lekkerder dan zwarte drop. De jager bevrijdde Roodkapje en grootmoe. Want de wolf was heel erg moe. Roodkapje en grootmoe moesten hard wenen. Toen vulde de jager de buik van de wolf met wat stenen. Van Miel uit 2A

Er was eens een kat met gouden laarzen. Die kat kon heel hard blazen. Hij trok met zijn meester door heel het land. Ja, van reizen had die kat wel verstand. Op een dag vonden ze een zak vol geld. Toen bouwden ze een kasteel op het veld. Van Noor uit 2A

Weet je welk verhaal je nu leest. Wel dat van Belle en het beest. Belle was een mooie vrouw, En heel erg trouw. Het beest werd Belles lieve man. Waarmee ze nu heel veel dansen kan. Van Auke uit 2A

Er was eens een geitje Aan het spelen met een keitje. Toen kwam de wolf naar zijn huisje, Ja, een wolf is nu eenmaal geen muisje. Het geitje kroop vlug in de klok. Zijn broertjes en zusjes at de wolf in één slok. Toen kon de mama de geitjes redden. Nu slapen ze weer lekker in hun bedden. Van Elise uit 2A

Er was eens een meisje met een rood kapje. Ze had in haar mandje een lapje. Daarmee ging ze naar haar grootmoe. Nee, niet naar iemand anders toe. Grootmoe was niet thuis. De wolf was wel in haar huis. Maar toch liep het verhaaltje goed af. Dat vind ik wel maf. Van Amely uit 2A

Er was eens een heks. Haar kat heette Vreks. Haar hond heette Mop, Haar spin, die was Flop. Ze vloog door de lucht. Ze slaakte af en toe een zucht. Op het einde van de nacht, Landde ze op haar dakje, heel zacht. Dan begon ze te gapen, Dus ging ze maar slapen. Van Niels uit 2A

Er was eens een kleine big, Die verveelde zich. De big bouwde een huis van stro, Toen kwam de wolf en oooo! De big bouwde een huis van hout. Maar toen werd de wolf weer stout; de big bouwde een huis van steen nu zei de wolf: “ik ween.” VAN TESSA UIT 2A

Hansje en Grietje, die zongen een liedje. Ze zongen toch zo mooi. Maar Hansje werd gevangen in een kooi. Dat had de heks gedaan! Maar Grietje heeft haar verslaan! nu zingen Hansje en Grietje, terug hun mooie liedje. van Lucas uit 2A

er was eens een geitje, dat speelde met een keitje. er was ook een konijn, maar dat had heel veel pijn. TOEN KWAM ER EEN WOLF. DIE VERDRONK DOOR EEN HOGE GOLF. van luna uit 2A

Er was eens een meisje, zo mooi als een roosje. Je weet wel haar naam is Doornroosje. Ze sliep honderd jaar op een mat, gevuld met hele zachte wat. Toen kwam een prins en gaf haar een kus. AAN DOORNROOSJE, NIET AAN HAAR ZUS! van MICHELLE UIT 2A

Er was eens een jongen zo licht als een pluimpje. Daarom noemde men hem Klein Duimpje. Van de reus pakte hij de laarzen. DAT ZAL JE WEL NIET VERBAZEN! Hij pakte ook al zijn geld, maar wel zonder geweld. Het verhaaltje heeft een happy end. Dat zijn we zo gewend. Van ZOË UIT 2A

Assepoester met haar kleine voetjes en haar neus vol leuke sproetjes. Ze doet altijd het vuile werk, zoals kruidjes harken in het perk. ASSEPOESTER ASSEPOESTER, pas eens gauw dat schoentje, en geef nu maar vlug de prins een zoentje. Van Logane uit 2A

Er was eens een meisje met een mand, Ze heet Alice uit Wonderland. Ze speelde met de bloemen in de wei. Ze was altijd heel erg blij. Ze zong een heel mooi liedje. En dronk cola met een rietje. Ze had een leven, leuk en fijn. Zo moest het voor iedereen zijn. van louise uit klas 2A

KIJK, daar heb je Robin Hood met zij hele grote hoed. Maar wat is dat met zijn linkervoet? Zit daarop nu een dikke sproet? Dat vindt hij echt niet mooi. Daarom springt hij in het hooi! en doet van johoo! hoor je? JOHOOOOOOO VAN Korneel uitklas 2A

Er was eens een reus, met een hele dikke neus. Hij had hele grote voeten, en een hoofd vol rode sproeten. Hij was niet de vriend van Klein Duimpje. NEEN HIJ VERDIENT ECHT GEEN PLUIMPJE! van Branko uit klas 2A