Gedichtendag 28 januari de leerjaar A
Welkom in Sprookjesland De leerlingen uit klas 2A van de Vrije Basisschool Moen Branko, Logane, Tessa, Korneel, Michelle, Zoë, Lucas, Louise, Amely, Luna, Brian, Niels, Benoît, Elise, Auke, Lara, Noor, Miel en juf Myriam
Er was eens een lelijk eendje Dat trouwde met zijn buurvrouw Leentje. Ze zwommen samen in het water, maar toen kwam een hele dikke kater. Leentje en haar eendje brulden geschrokken. Van al dat lawaai is de kater vertrokken. Ze leefden nog heel lang samen, tot er nog veel kleine eendjes kwamen. Van Lara uit 2A
De wolf was op weg naar een berg. Maar toen zag hij plots een dwerg. Hij liep naar het ventje toe. En vroeg: “Dwergje, ben je nog niet moe?” Neen, zei de slimme dwerg heel vlug, Maar wat verder ligt een reus te slapen op zijn rug. Toen liep de wolf naar de reus, Maar de dwerg nam de wolf bij zijn neus! Van Benoît uit 2A
Er was eens een kleine dwerg, Die zat te rusten op een hoge berg. Toen kwam een meisje zo wit als sneeuw. Op haar hoofd zat een witte meeuw. De dwerg nam Sneeuwwitje mee En het meisje was heel tevree. Van Brian uit 2A
Er was eens een meisje met een kapje in ’t rood, Ze zat bij haar grootmoe op schoot. Toen kwam de boze wolf hun huisje binnen, Tegen hem was er niks te beginnen. Hij at ze alle twee op, Dat vond hij veel lekkerder dan zwarte drop. De jager bevrijdde Roodkapje en grootmoe. Want de wolf was heel erg moe. Roodkapje en grootmoe moesten hard wenen. Toen vulde de jager de buik van de wolf met wat stenen. Van Miel uit 2A
Er was eens een kat met gouden laarzen. Die kat kon heel hard blazen. Hij trok met zijn meester door heel het land. Ja, van reizen had die kat wel verstand. Op een dag vonden ze een zak vol geld. Toen bouwden ze een kasteel op het veld. Van Noor uit 2A
Weet je welk verhaal je nu leest. Wel dat van Belle en het beest. Belle was een mooie vrouw, En heel erg trouw. Het beest werd Belles lieve man. Waarmee ze nu heel veel dansen kan. Van Auke uit 2A
Er was eens een geitje Aan het spelen met een keitje. Toen kwam de wolf naar zijn huisje, Ja, een wolf is nu eenmaal geen muisje. Het geitje kroop vlug in de klok. Zijn broertjes en zusjes at de wolf in één slok. Toen kon de mama de geitjes redden. Nu slapen ze weer lekker in hun bedden. Van Elise uit 2A
Er was eens een meisje met een rood kapje. Ze had in haar mandje een lapje. Daarmee ging ze naar haar grootmoe. Nee, niet naar iemand anders toe. Grootmoe was niet thuis. De wolf was wel in haar huis. Maar toch liep het verhaaltje goed af. Dat vind ik wel maf. Van Amely uit 2A
Er was eens een heks. Haar kat heette Vreks. Haar hond heette Mop, Haar spin, die was Flop. Ze vloog door de lucht. Ze slaakte af en toe een zucht. Op het einde van de nacht, Landde ze op haar dakje, heel zacht. Dan begon ze te gapen, Dus ging ze maar slapen. Van Niels uit 2A
Er was eens een kleine big, Die verveelde zich. De big bouwde een huis van stro, Toen kwam de wolf en oooo! De big bouwde een huis van hout. Maar toen werd de wolf weer stout; de big bouwde een huis van steen nu zei de wolf: “ik ween.” VAN TESSA UIT 2A
Hansje en Grietje, die zongen een liedje. Ze zongen toch zo mooi. Maar Hansje werd gevangen in een kooi. Dat had de heks gedaan! Maar Grietje heeft haar verslaan! nu zingen Hansje en Grietje, terug hun mooie liedje. van Lucas uit 2A
er was eens een geitje, dat speelde met een keitje. er was ook een konijn, maar dat had heel veel pijn. TOEN KWAM ER EEN WOLF. DIE VERDRONK DOOR EEN HOGE GOLF. van luna uit 2A
Er was eens een meisje, zo mooi als een roosje. Je weet wel haar naam is Doornroosje. Ze sliep honderd jaar op een mat, gevuld met hele zachte wat. Toen kwam een prins en gaf haar een kus. AAN DOORNROOSJE, NIET AAN HAAR ZUS! van MICHELLE UIT 2A
Er was eens een jongen zo licht als een pluimpje. Daarom noemde men hem Klein Duimpje. Van de reus pakte hij de laarzen. DAT ZAL JE WEL NIET VERBAZEN! Hij pakte ook al zijn geld, maar wel zonder geweld. Het verhaaltje heeft een happy end. Dat zijn we zo gewend. Van ZOË UIT 2A
Assepoester met haar kleine voetjes en haar neus vol leuke sproetjes. Ze doet altijd het vuile werk, zoals kruidjes harken in het perk. ASSEPOESTER ASSEPOESTER, pas eens gauw dat schoentje, en geef nu maar vlug de prins een zoentje. Van Logane uit 2A
Er was eens een meisje met een mand, Ze heet Alice uit Wonderland. Ze speelde met de bloemen in de wei. Ze was altijd heel erg blij. Ze zong een heel mooi liedje. En dronk cola met een rietje. Ze had een leven, leuk en fijn. Zo moest het voor iedereen zijn. van louise uit klas 2A
KIJK, daar heb je Robin Hood met zij hele grote hoed. Maar wat is dat met zijn linkervoet? Zit daarop nu een dikke sproet? Dat vindt hij echt niet mooi. Daarom springt hij in het hooi! en doet van johoo! hoor je? JOHOOOOOOO VAN Korneel uitklas 2A
Er was eens een reus, met een hele dikke neus. Hij had hele grote voeten, en een hoofd vol rode sproeten. Hij was niet de vriend van Klein Duimpje. NEEN HIJ VERDIENT ECHT GEEN PLUIMPJE! van Branko uit klas 2A