Bloed en lymfe Blz. 39.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Dissectie van het hart.
Advertisements

Bloedsomloop Rode kleur: met veel zuurstof = zuurstofrijk
Thema 3 Bloedsomloop.
Menselijk lichaam Bloedsomloop.
Hart en bloedvaten.
Samenstelling bloed.
Bloedsomloop.
Het bloed Het bloed.
Samenhang tussen stelsels
Transport van stoffen door het bloed
Transport van stoffen door het bloed
Transport van stoffen door het bloed
Transport Bs 1&2 Bloed en bloedsomloop. Transport van stoffen Klein afstanden: van cel tot cel –DIFFUSIE Bloedsomloop (mens) –Dubbele bloedsomloop Grote.
Transport Bloed en bloedsomloop Informatie en animaties over het bloed.
Bloedsomloop 3 HAVO/VWO Thorbecke.
Samenvatting Bloedsomloop
De bloedsomloop Basisstof 1 t/m 5.
BLOED.
Overzicht van de stofwisseling
Bloedvatenstelsel 5Havo.
Het lymfestelsel.
Basisstof 7: Weefselvloeistof en Lymfe Basisstof 8: Antistoffen
TRANSPORT.
Over mijn lijf Ons hart klopt Gebruikte symbolen Ga naar mijn volgende dia Ga naar mijn voorgaande dia Ik wil nog even mijn informatie raadplegen Keer.
Thema 5: Transport HAVO 5 Boek: Biologie voor jou Deel: Havo B deel 2.
Hoofdstuk 8 Paragraaf 2.
Paragraaf 4 Bloed stroomt
Het bloed kruipt waar het niet gaan kan
Bloedsomloop.
TRANSPORT Thema 5.
Samen met de website van:
Bloedvatenstelsel Functie Vervoer zuurstof en koolstofdioxide
Johan Bügel Campus Winschoten
kloppend hart hartpauze samentrekken van de kamers
5 Transport ©JasperOut.nl.
Hoofdstuk 8 Paragraaf 3 Lymfe. Wat gaan we doen vandaag?  Uitleg paragraaf 8.3  Maken paragraaf 8.3.
Les 3: Orgaanstelsels a - Hart en bloedvaten. Even ter info: Water(H 2 O) Mens is 60% water ± 42 liter Bloed: 5 – 6 liter Water is oplosmiddel, transportmiddel,
TRANSPORT VO-CONTENT Leren voor SO1: Dia 2 t/m 14
De Bloedsomloop Bram Janssens.
Anatomie en Fysiologie
Dit stelsel speelt een rol in het afweer-systeem.
Week 2 Samenstelling bloed Bloedsomloop Inspanning.
Thema 4 De Bloedsomloop handboek vanaf blz. 117 werkboek vanaf blz. 112 Ik van binnen, als intro play: ik van binnen.
Grote en kleine bloedsomloop Hart en bloedvaten
Ademhaling en bloed.
Bloed Kees van den Bergh.
§9.4 Je bloed stroomt Bladzijde 75.
Thema 4. De bloedsomloop B1. Bloed B2. De bloedsomloop B3. Het hart
De bloedsomloop Hoofdstuk 3.
Hart en bloedvaten.
De bloedsomloop Waarom hebben we een bloedsomloop:
De bloedsomloop Hoofdstuk 3.
bloedsomloop en lymfestelsel
Bloedquiz.
De bloedsomloop Hoofdstuk 3.
Het circulatieapparaat
Bloed, bloedafname en bloedonderzoek
Bloedsomloop.
Samenstelling van het bloed
Ademhaling en bloed.
Herhalingspowerpoint bs 5-8
Rond je cellen (BS 9.5).
Bs 5 Transport door het lichaam
Hart- en bloedvaten D17vab
Medische kennis Hart- en bloedvaten.
Anatomie en Fysiologie
Bloedsomloop Circulatie systeem.
Transcript van de presentatie:

Bloed en lymfe Blz. 39

2 verschillende stelsels Bloedsomloop Lymfevatenstelsel

Samenstelling van bloed 3 soorten bloedcellen Rode bloedcellen / erytrocyten Witte bloedcellen / leukocyten Bloedplaatjes / trombocyten Bloedplasma

Rode bloedcellen / erytrocyten Bijna rond & kernloos Hemoglobine Vervoer O2 & CO2 Wordt gemaakt in: Rode beenmerg

Witte bloedcellen / leukocyten Celkern & protoplasma uitsteeksels Korte levensduur Onschadelijk maken van bacteriën en virussen 2 soorten witte bloedcellen Granulocyten Lymfocyten

Granulocyten Aantal kernen & gekorreld protoplasma Onschadelijk maken van bacteriën en virussen Fagocytose Antitoxinen Wordt gemaakt in: Rode beenmerg

Lymfocyten Kleiner dan granulocyten 1 celkern en geen gekorreld protoplasma Antistoffen Imuum Wordt gemaakt in: Lymfeknopen Milt

Bloedplaatjes / trombocyten Bloedstelping Bloedstolling; Bloedplaatje gaat kapot Trombokinase komt vrij Trombokinase zet protrombine om in trombine Trombine zet fibrinogeen om in fibrine

Bloedplasma 90% water 10% opgeloste stoffen Functies: Opnamen, vervoer en afgifte Regelen van spanning in de cellen Homeostase Afweer tegen antilichamen

Functies van het bloed Transporteren van stoffen Handhaven van het inwendig milieu Beschermen van het lichaam tegen invloeden van buitenaf

Het bloedvatenstelsel Slagaders / arteriën Aders / venen Haarvaten / capillairen Het hart

Kenmerken van slagaders en aders 1. Het bloed stroomt van het hart weg. 1. Het bloed stroomt naar het hart toe. 2. Bij iedere hartslag zet de slagader even uit (hij klopt). 2. De ader klopt niet. 3. Slagaders liggen meestal diep in het lichaam. 3. Aders liggen dikwijls aan de oppervlakte. 4. De druk van het bloed is hoog. 4. De druk van het bloed is laag. 5. Bij een verwonding spuit het bloed eruit. 5. Bij een verwonding stroomt het bloed er langzaam uit. 6. De wand is dik. 6. De wand is dun. 7. Het bloed stroomt snel. 7. Het bloed stroomt langzaam. 8. Slagaders hebben geen kleppen 9. Aders hebben kleppen. 9. Navelstrengslagader is zuurstofarm 9. Navelstrengader is zuurstofrijk 10. Het bloed is zuurstofrijk. (behalve in de kleine bloedsomloop) 10. Het bloed is zuurstofarm (behalve in de kleine bloedsomloop) 11. Longslagader is zuurstofarm 11. Longader is zuurstofrijk

De slagaders /arteriën

De aders / venen

Haarvaten / capillairen

Bijzondere vaatsystemen De anastomosen De eindarteriën De glomeruli Het poortaderstelsel

De anastomosen Verbindingen van bloedvaten Komen voor in: De huid Gewrichten Darmen Spieren

Eindarteriën Eindigt in het weefsel waar anatosomen ontbreken.

Glomeruli Bevinden zich in het kapsel van Bowman in de nierschors. Het is een slagader waar bloed in en uit stroomt.

Poortaderstelsel Is aderlijk Bevindt zich tussen de darmen en lever Zuurstofarm

Het hart

Het hart Het hart bestaat uit: Hartwand Linker- en rechterboezem Linker- en rechterkamer hartkleppen

Hartwand Bestaat uit: Buitenste laag (epicardium) Middelste laag (myocardium) Binnenste laag (pericardium) Hartzakje (pericard)

Boezems en kamers 2 kamers & 2 boezems Uit de kamers komen slagaders In de boezems gaan aders Dikke wand

Hartkleppen

De werking van het hart Hart ontspant  bloed wordt uit de aders de boezems ingezogen Boezems trekken samen  bloed stroomt van de boezems naar de kamers Kamers trekken samen  bloed wordt de slagaders ingeperst Hartpauze

De bloedsomloop Grote bloedsomloop Kleine bloedsomloop

Het lymfevatenstelsel Zeer wijd en vertakt Loopt naast de bloedsomloop Begint bij organen Bestaat uit: Lymfevaten Lymfe vloeistof Lymfe weefsel

Het lymfevatenstelsel Er zijn 2 lymfevatensystemen: Oppervlakkige lymfevaten Diepere lymfevaten Functies: Vervoeren van weefselvocht/lymfe Verwijderen van schadelijke stoffen

Verschillen tussen bloedvaten- en lymfestelsel Bloedvatenstelsel Lymfestelsel Bloed stroomt snel Lymfe stroomt langzaam Het bloed heeft een eigen pomp (het hart) Lymfe heeft geen eigen pomp Het stelsel is een gesloten systeem Het stelsel heeft geen begintpunt Het staat vocht af aan weefsels Het brengt vocht terug in de weefsels

Lymfeknopen Hals Oksel Darm Lies Functie: Filteren lymfe Eerste uitzaaïngen kankercellen Lymfecellen

De milt Milt is de grootste lymfeknoop Taken: Afbraak rode bloedcellen Vorming nieuwe rode bloedcellen Vorming lymfecellen Bloed en lymfe zuiveren Bloedresevoir