vwo C Samenvatting Hoofdstuk 13

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Gelijkmatige toename en afname
Advertisements

havo B Samenvatting Hoofdstuk 6
havo A Samenvatting Hoofdstuk 10
havo A Samenvatting Hoofdstuk 7
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 3
Stijgen en dalen constante stijging toenemende stijging
vwo A/C Samenvatting Hoofdstuk 2
vwo D Samenvatting Hoofdstuk 9
vwo C Samenvatting Hoofdstuk 11
havo B Samenvatting Hoofdstuk 11
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 9
Overzicht van de leerstof
horizontale lijn a = 0  y = getal
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 2
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 1
vwo A/C Samenvatting Hoofdstuk 5
vwo A/C Samenvatting Hoofdstuk 7
vwo A Samenvatting Hoofdstuk10
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 7
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 5
vwo A Samenvatting Hoofdstuk 12
vwo A Samenvatting Hoofdstuk 16
vwo A Samenvatting Hoofdstuk 14
De grafiek van een lineair verband is ALTIJD een rechte lijn.
De grafiek van een machtsfunctie
Rekenregels van machten
Lineaire functies y is een lineaire functie van x betekent y = ax + b
machtsfuncties n even n oneven y y y y a > 0 a < 0 a > 0
∙ ∙ f(x) = axn is een machtsfunctie O n even n oneven y y y y a > 0
Machten en logaritmen Een stukje geschiedenis
Lineaire functies Lineaire functie
Twee soorten groei opgave 6 aN = 9,8 · 1,045 t binvullen t = 6 N = 9,8 · 1,045 6 ≈ 12,8 miljoen. cLos op : 9,8 · 1,045 t = 16 voer in y 1 = 9,8.
De grafiek van een lineair verband is ALTIJD een rechte lijn.
Differentieer regels De afgeleide van een functie f is volgens de limietdefinitie: Meestal bepaal je de afgeleide niet met deze limietdefinitie, maar.
De standaardfunctie f(x) = gx
Asymptoot is een lijn waar de grafiek op den duur mee samenvalt.
Lineaire vergelijkingen
Differentieer regels De afgeleide van een functie f is volgens de limietdefinitie: Meestal bepaal je de afgeleide niet met deze limietdefinitie, maar.
1 het type x² = getal 2 ontbinden in factoren 3 de abc-formule
havo B Samenvatting Hoofdstuk 5
ribwis1 Toegepaste wiskunde – Exponentiele functies Lesweek 6
ribwis1 Toegepaste wiskunde Lesweek 3
ribwis1 Toegepaste wiskunde – Exponentiele functies Lesweek 5
WIS21.
Havo D deel 3 Samenvatting Hoofdstuk 11. x 2 y is (recht) evenredig met x De formule heeft de vorm y = ax De tabel is een verhoudingstabel. Bij een k.
Havo B Samenvatting Hoofdstuk 4. Interval a-8 ≤ x < 3 [ -8, 3 › b4 < x ≤ 4½ ‹ 4, 4½ ] c5,1 ≤ x ≤ 7,3 [ 5,1 ; 7,3 ] d3 < x ≤ π ‹ 3, π ] -83 l l ○● 44½4½.
havo A Samenvatting Hoofdstuk 3
havo B Samenvatting Hoofdstuk 9
vwo D Samenvatting Hoofdstuk 12
Vwo C Samenvatting Hoofdstuk 15. Formules en de GR Met de GR kun je bijzonderheden van formules te weten komen. Eerst plot je de grafiek. Gebruik eventueel.
havo B Machten en logaritmen
havo B Exponentiële groeiformules
Exponentiële functies en logaritmische functies
havo B 5.1 Stelsels vergelijkingen
Lineaire formules Voorbeelden “non”-voorbeelden.
H2 Lineaire Verbanden.
havo B Samenvatting Hoofdstuk 1
Vergelijkingen oplossen
Verbanden JTC’07.
havo B Samenvatting Hoofdstuk 7
Halveringstijd Havo 5 deel 3 Hoofdstuk 10 Opgave 33,34,37.
Hoofdstuk 3 Lineaire formules en vergelijkingen
Grafiek van lineaire formule
havo A Samenvatting Hoofdstuk 10
Wiskunde A of wiskunde B?.
De grafiek van een lineair verband is ALTIJD een rechte lijn.
3 vmbo-KGT Samenvatting Hoofdstuk 10
havo B Samenvatting Hoofdstuk 1
Voorkennis Wiskunde Les 7 Hoofdstuk 2/3: §2.5, 3.1 en 3.2.
Exponentiële en logaritmische functies
Transcript van de presentatie:

vwo C Samenvatting Hoofdstuk 13

Lineaire functies y is een lineaire functie van x betekent y = ax + b met a = de grafiek is een lijn door het punt (0, b) met richtingscoëfficiënt (helling) a richtingscoëfficiënt a betekent 1 naar rechts en a omhoog. ∆y yB – yA ∆x xB – xA y ∆y = yB – yA = · B yB ∆y · A yA ∆x O xA xB x ∆x = xB – xA 13.1

Vergelijkingen van de vorm ax + by = c Lineaire vergelijkingen met twee variabelen De algemene vorm van een lineaire vergelijking met de variabelen x en y is ax + by = c. De grafiek van ax + by = c is een rechte lijn. Verticale lijn De lijn l: x = 5 is de vericale lijn door het punt (5, 0). Horizontale lijn De lijn m: y = –3 is de horizontale lijn door het punt (0, –3). 13.1

Rekenregels voor machten 13.2

Exponentiële groei Bij exponentiële groei wordt de hoeveelheid telkens met hetzelfde getal vermenigvuldigd. Het getal waarmee je per tijdseenheid vermenigvuldigt, heet de groeifactor per tijdseenheid. Bij exponentiële groei hoort de formule N = b · gt . Hierin is b de beginwaarde en g de groeifactor per tijdseenheid. 13.2

Groeifactoren omzetten naar andere tijdseenheden Is de groeifactor per tijdseenheid g, dan is de groeifactor per 3 tijdseenheden g3. Bij exponentiële groei met groeifactor g per tijdseenheid is de groeifactor per n tijdseenheden gelijk aan gn. Is de groeifactor 4 per uur dan is per kwartier de groeifactor 40,25 ≈ 1,414 per dag de groeifactor 424 ≈ 2,814 × 1014 13.3

Lineaire en exponentiële groei Bij lineaire groei hoort de formule N = at + b Om a te berekenen gebruik je het verschil van de twee gegeven N-waarden. Bij exponentiële groei hoort de formule N = b · gt Om g te berekenen gebruik je het quotiënt van de twee gegeven N-waarden. 13.3

Logaritme en exponent 2x = 8 x = 3 want 23 = 8 2x = 8 ⇔ 2log(8) 2log(32) = 5 want 25 = 32 algemeen: glog(x) = y betekent gy = x dus glog(gy) = y x > 0 , g > 0 en g ≠ 0 13.4

De standaardgrafiek y = glog(x) functies f en g met de eigenschap dat hun grafieken elkaars spiegelbeeld zijn in de lijn y = x heten inverse functies g > 1 0 < g < 1 y y y = x y = x y = 2x 1 y = (½)x 1 x x O O 1 1 y = 2log(x) y = ½log(x) 13.4

voorbeeld          x = 4 y 4 a y = 3log(x) 4 naar rechts 2 omhoog y = 3log(x – 4) + 2 b 3 2  x   1 3 9 1   3log(x) -2 -1 1 2    O 1 2 3 4 5 -1 2 omhoog   4 naar rechts -2   13.4

Rekenregels voor logaritmen Uit gy = x en glog(x) = y volgt gglog(x) = x. glog(a) + glog(b) = glog(ab) glog(a) – glog(b) = glog( ) n · glog(a) = glog(an) glog(a) = a = glog(ga) a = log(10a) Werkschema: het oplossen van logaritmische vergelijkingen Kijk of je kunt toepassen log(x) = y geeft x = 10y. Lukt dat niet, dan Herleid het linker- en rechterlid tot de vorm log(A) = log(B). Gebruik daarna log(A) = log(B) geeft A = B. 13.5

opgave 72 a c b d 13.5

Logaritmische schaalverdeling Een gewone schaalverdeling is niet praktisch als je op een getallenlijn gegevens wilt uitzetten die sterk in grootte verschillen. We kiezen in zo’n situatie liever een logaritmische schaalverdeling. paard = 600 kg. log(600) ≈ 2,8 Op de logaritmische schaalverdeling is de afstand van 104 tot 100 gelijk aan 4 log(104) = 4. 13.6

Rechte lijn op logaritmisch papier, dus N = b · gt. t = 1 en N = 30 voorbeeld Rechte lijn op logaritmisch papier, dus N = b · gt. t = 1 en N = 30 t = 7 en N = 400 N = b · 1,540t Dus N = 19,5 · 1,540t. 400 g6 dagen = gdag = ≈ 1,540 30 b · 1,5401 = 30 b = 19,5 13.6