DIABETES MELLITUS BIJ KINDEREN Roel Visser April 2007 Deventer Ziekenhuis Jeugdzorg
Diabetes Mellitus Inleiding Anatomie Pathofysiologie Typen DM Insuline en insulineschema's Zelfcontrole en injecteren Rondvraag De insulinepomp; door Anja Discussie
INLEIDING Geschiedenis Feitenoverzicht Incidentie
Wie?
Feitenoverzicht en incidentie
ANATOMIE Glucosemetabolisme Glucose en vetverbranding Koolhydraten - vertering voedsel - glycogenolyse - gluconeogenese Insuline secretie Basale insulinebehoefte Secretie na een maaltijd
PATHOFYSIOLOGIE Tekort aan insuline oorzaken
Hypo- en Hyperverschijnselen
TYPEN DM Diabetes mellitus type 1 - absoluut insuline tekort, dus insuline afhankelijk Diabetes mellitus type 2 - niet insuline afhankelijk leeftijd, erfelijk, gewicht, bewegen - ongevoelig voor insuline en/of onvoldoende productie van insuline Overige typen Diabetes mellitus - zwangerschapsdiabetes - MODY, LADA en MIDD - restgroep
INSULINE Dosering algemeen : EH/KG - nieuwe diabeet : 0.3 – 0.5 EH/KG - honeymoon : < 0.5 EH/KG - 1ste jaren : 0.5 tot 1.0 EH/KG - puberteit : 1 – 1.5 EH/KG (ultra) Snelwerkende insuline Kortwerkende insuline Langwerkende insuline Mengsels
INSULINE ( VERVOLG ) (Ultra)Snelwerkende insuline - insuline analoog (molecuulstructuur is veranderd), piekwerking rond 1 uur, werkingsduur 3 a 5 uur, werkt al binnen minuten - Humalog, Novorapid, Apidra - spuiten = eten Kortwerkende insuline - “gewone” insuline, werking +/- 30 min. na injectie, werkingsduur 6 a 8 uur - na injectie 20 min. wachten met eten - Actrapid, Humuline Regular, Insuman Middel- en Langwerkende insuline - door toevoeging wordt vertraging van het vrijkomen van insuline bereikt - werkingsduur 16 – 24 uur, maximale werking na injectie 5 – 10 uur - Levemir, Lantus, NPH, Insulatard
INSULINE (VERVOLG) MENGSELS - combinaties tussen kortwerkende en NPH insuline of snelwerkende met NPH - Mixtard en 50, novomix 30 - zwenken voor gebruik Voor een volledig overzicht van de in Nederland verkrijgbare insuline, kijk op;
INSULINESCHEMA’S
Werkingsprofiel Lantus
Gebruikspercentages
ZELFCONTROLE & INJECTEREN Zelfcontrole; doel & indicatie meetapparatuur techniek “meetfouten” Injecteren;injectietechniek injectieplaatsen (en waar niet) rotatieschema spuitdefecten
INJECTEREN FOUT GOED
Novopen 4 en de Opticlik Novopen 4 van Novo-nordisk
OPTICLIK van Sanofi Aventis
KRETOLOGIE 4 en 8 puntsschema De 100 regel (500 regel) Bijspuitregel De honeymoon periode Dawn (dageraards) fenomeen Somogyi effect HbA1C
RONDVRAAG