GAMETOGENESE Vorming van gameten
GAMETOGENESE Vorming van gameten Spermatogenese: vorming van zaadcellen - continu proces - vanaf puberteit Ovogenese: vorming van eicellen - cyclisch proces - vanaf menarche tot menopauze
Spermatogenese - 20 miljoen spermacellen per dag - Vorming van spermatozoïden gebeurt in de teelbal: Kiemcel Zaadcel moedercel (diploïd) 4 spermatiden (haploïd) 4 spermatozoïden
bijballen: opslagplaats en verdere rijping Cellen van Leydig: productie van tostesteron Cellen van Sertoli: bescherming van zaadcellen tegen eigen afweersyteem
KOP: Draagt de erfelijke informatie Acrosoom bevat enzymen die de buitenste laag van de eicel kunnen oplossen HALS Bevat mitochondriën STAART ‘motor’ (cfr zweephaartjes)
SPERMA = Spermacellen Zaadvocht (afgescheiden door bijballen) Voedingsvloeistof (uit de zaadblaasjes) Beschermende vloeistof uit de prostaat
Ovogenese Fase 1: rijping follikel o.i.v. FHS Fase 2: Follikelvocht vormt oestrogeen Fase 3: Vorming van luteïniserend hormoon Fase 4: Vorming van progesteron
Fase 1: rijping follikel o.i.v. FHS FSH RIJPING JONGE FOLLIKEL GRAAFSE FOLLIKEL
Fase 2: Follikelvocht vormt oestrogeen Oestrogeen wordt gevormd door het follikelvocht Doet de secundaire geslachtskenmerken ontstaan Remt de productie van FSH Stimuleert de productie van LH
Fase 3: Vorming van luteïniserend hormoon LH + OVULATIE EICEL GEEL LICHAAM GRAAFSE FOLLIKEL
Fase 4: Vorming van progesteron Progesteron belangrijk voor de secundaire geslachtskenmerken Remt de werking van LH Stimuleert de opbouw en instandhouding van het baarmoederslijmvlies
BEVRUCHTING GEEN BEVRUCHTING Chorion wordt gevormd Chorion produceert choriongonadotrofine Geel lichaam wordt niet afgebroken Geel lichaam wordt afgebroken Progesteron productie Geen progeseteronproductie Baarmoederslijmvlies wordt NIET afgebroken Baarmoederslijmvlies wordt afgebroken en uitgestoten = MENSTRUATIE
baarmoederactiviteit Samenvattend schema Hypofyse activiteit eierstokactiviteit baarmoederactiviteit
PERIODE VRUCHTBAARHEID VAN DE VROUW Duur van de menstruatiecyclus één jaar controleren: Nmax = 30 dagen Nmin = 27 dagen Onvruchtbare periode: Nmin – 19 27-19 = 8 dagen vanaf eerste dag menstruatie Vruchtbare periode: Nmax – Nmin + 8 30 – 27 + 8 = 11 dagen vanaf de laatste dag van de onvruchtbare periode 2de onvruchtbare periode: aantal dagen in 1en 2 optellen 8 + 11 = 19de dag na eerste dag van de menstruatie
PERIODE VRUCHTBAARHEID VAN DE VROUW 19 1 8 Eerste dag menstruatie Volgende menstruatie Onvruchtbare periode Vruchtbare periode