Samenvatting Newton H2(elektr.)

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Elektriciteit.
Advertisements

Elektriciteit.
Elektrische schakelingen
Lading Lading is een grootheid met symbool Q. De eenheid is de coulomb met symbool C.
havo: hoofdstuk 6 (stevin deel 1) vwo : hoofdstuk 6 (stevin deel 1)
Elektriciteit.
NATUURKUNDE DI. 16 NOV.’10 LES 8 AFRONDING H3.
Maak zonder weerstand je proefwerk natuurkunde!
Proefwerk Natuurkunde 4VWO
WEERSTANDEN.
Elektriciteit 1 Les 12 Capaciteit.
Vormen van inductie Transformatie Zelfinductie
Herhaling hfd. 7 elektriciteit
Hoofdstuk 5 Elektriciteit
Neem onderstaande tabel over en vul hem in:
Practica elektriciteit
Elektriciteit deel 2.
Les 9 Gelijkstroomschakelingen
Basisvaardigheden - Inhoud
1.1 Stroomkring batterij = spanningsbron
I is de stroomsterkte in Ampère (A) R is de weerstand in Ohm ()
Samenvatting H 5 Nova klas 2
H1 Experimenteel onderzoek
Electrische stroom Stroomrichting De wet van Ohm.
Elektrische stroom Stroomrichting. De wet van Ohm.
Elektrische schakelingen
Energiestromen.
Elektrische stroom 3T Nask1 1.1 Elektriciteit.
Elektriciteit.
Uitwerkingen - GO Natuurkunde - Vwo5 SysNat V4B- Hfd.8 - Elektriciteit
Elektriciteit (Hoofdstuk 7)
Marc Bremer Natuurkunde Marc Bremer
Inzichtvragen elektriciteit.
NTC en LDR N A S K I klas 3.
N4H_05 voorkennis.
WAT IS ELEKTRICITEIT H 8 Elektriciteit De wet van Ohm.
Elektriciteit Serie schakeling Ing W.T.N.G. Tomassen
Serieschakeling van twee weerstanden
Spanningsdeler TV Elektriciteit.
Spanningsdeler TV Elektriciteit.
Serie/Parallel Schakelingen
Serie en Parallel.
N4H_05 voorkennis.
Elektriciteit H 3 Elektriciteit De wet van Ohm Ing W.T.N.G. Tomassen.
Elektriciteit.
H 3 Elektriciteit De wet van Ohm Ing W.T.N.G. Tomassen Elektriciteit.
EXTRA BLOK 1 ELEKTRA JPT Co BTn.
ELEKTRICITEIT herhaling 6V
Ontdekken Begrijpen Beheersen
Hoofdstuk 2 - Elektriciteit
Hoofdstuk 2 - Elektriciteit
Elektriciteit.
H2 herhaling §1+ §2 Elektriciteit
De elektrische stroomkring
Elektriciteit H 3 Elektriciteit De wet van Ohm Ing W.T.N.G. Tomassen.
Oefeningen Elektriciteit 2 AH
Inhoud Wat is elektriciteit Hoe ontstaat elektriciteit
De elektrische stroomkring
§4.1 LEERDOELEN Uitleggen van de begrippen: stroomkring, stroommeter/-sterkte, geleiders, spanningsbron, spanningsmeter, weerstand, wet van Ohm, elektrisch.
H 8.5 Elektrische stromen Natuurkunde Overal 2 AH :22
Elektrische stroomsterkte Natuurkunde Overal 2VMBO-t/HAVO
NASK leerjaar 3 H6 Schakelingen §2 NTC & LDR.
Oefeningen Elektriciteit 2 TH
Elektrische stroomsterkte Natuurkunde Overal 2 Hav0 Atheneum
De elektrische stroom Vertakkingen
Hoofdstuk 4- les 1 Stroomkringen.
H 8 Elektriciteit Parallel.
Naturalis 5.
Transcript van de presentatie:

Samenvatting Newton H2(elektr.) Elektriciteit Samenvatting Newton H2(elektr.)

H1 Experimenteel onderzoek Werkwijze significante cijfers

Onderzoek naar het wiskundig verband tussen 2 natuurkundige grootheden werkwijze Doen metingen--> in tabel grafisch verwerken adhv grafiek verband “inschatten” verband berekenen/controleren conclusie rekening houden met nauwkeurigheid

Significante cijfers Vuistregel: Aantal wordt bepaald door het kleinste aantal in de gebruikte gegevens. Machten van 10 tellen niet mee (dus nullen vóór eerste getal tellen niet mee) dus 0,0123 =1,23. 10-2 heeft 3 sign.cijfers 1,0000000 heeft 8 sign. Cijfers Bij bewerkingen (optellen delen etc.) wint het kleinste aantal sign. cijfers

Domein B: Elektriciteit en magnetisme Subdomein: Elektrische stroom De kandidaat kan 1 schakelingen ontwerpen om lampen, elektromotoren, verwarmingselementen en sensoren op de juiste spanning te laten werken: spanningsbron; weerstanden in serie; weerstanden parallel; kortsluiting, smeltveiligheid; aardlekschakelaar; vervangingsweerstand

2 spanning, stroom en weerstand bepalen aan de hand van gegeven grafieken, tabellen en formules: ohmse weerstanden; LDR, NTC; soortelijke weerstand. 3 het vermogen en het rendement van energieomzettingen in een elektrische kring berekenen: elektrische energie; warmteontwikkeling; kWh-meter.

4 proeven doen met elektrische schakelingen. onderzoek naar de invloed van licht en van temperatuur op componenten; meting van stroom, spanning en weerstand; toepassing van eenvoudige schakelingen bij alarmsystemen en bij bewaking van het milieu.

waarin ρ = soortelijke weerstand in m , l=lengte in m en A= oppervlakte van de doorsnede in m2

Statische elektriciteit Er bestaan twee soorten lading: positieve en negatieve. Een lichaam dat neutraal is heeft evenveel positieve als negatieve lading. Negatieve lading kan zich verplaatsen, positieve niet. Gelijksoortige ladingen stoten elkaar af. Je hebt isolatoren en geleiders

Stromende elektriciteit Elektrische stromen lopen van plus naar min Idealiter zijn spanning en stroomsterkte rechtevenredig (Wet van Ohm) U=I.R (in een stroomkring is de deling van spanning en stroomsterkte constant(deze constante is de weerstand R) Deze constante(R) hangt bij een draad af van: de lengte, opp.doorsnede, soort materiaal en de temperatuur: R=ρ.l/A Daar waar een stroom door een draad loopt is sprake van warmteontwikkeling: Q=I2Rt

Twee soorten schakelingen Serie-schakeling: “achter elkaar”, de spanning wordt over de weerstanden verdeeld; een grotere weerstand heeft een grotere spanning; de stroomsterkte is in alle in serie geschakelde weerstanden gelijk. Parallel-schakeling:”naast elkaar”, de spanning is over elke weerstand gelijk aan de totale spanning; stroomsterkte vertakt!!

Serieschakeling

Parallelschakeling

Voorbeeld: P=U∙I=I 2∙R U=I∙R

Voorbeeldopgave: Fietslampje Van een fietslampje is het (I,U)-diagram getekend. a. Leg met behulp van de figuur uit of de weerstand van het lampje toeneemt dan wel afneemt als de spanning over het lampje groter wordt.

Een constantaandraad is op een klos gewikkeld Een constantaandraad is op een klos gewikkeld. De draad heeft een doorsnede van 0,20 mm². In de volgende figuur is het (I ,U)-diagram van de draad getekend. b. Bepaal de lengte van de constantaandraad.

Het fietslampje en de constantaandraad worden nu in serie aangesloten op een spanningsbron. De stroom door het lampje is dan 0,15 A. Daarna worden lampje en draad parallel aangesloten op de spanningsbron, die nog steeds dezelfde spanning levert. c. Bepaal de stroomsterkte die de bron levert als het lampje en de draad parallel aangesloten zijn op de bron.

Zo nauwkeurig mogelijk--> zo ver mogelijk-> U=6,0V--> I=0,255A --> R=23,5Ohm

Lees af uit grafiek: I=0,15A-> lampje U= 1,5V draad U=3,5V--> U=5,0V Lees af uit grafiek: U=5,0V--> lampje I=0,30A U=5,0V--> draad I=0,21A Dus totale I=0,51A