Elektriciteit.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Elektriciteit.
Advertisements

Elektriciteit.
Elektrische schakelingen
Lading Lading is een grootheid met symbool Q. De eenheid is de coulomb met symbool C.
3T Nask1 Hoofdstuk 1 Elektriciteit
havo: hoofdstuk 6 (stevin deel 1) vwo : hoofdstuk 6 (stevin deel 1)
Elektriciteit Begrippen die bij elektriciteit horen zijn:
Hoofdstuk 6 Elektriciteit
Energie: Grootheden en eenheden
NATUURKUNDE DI. 16 NOV.’10 LES 8 AFRONDING H3.
Ieder apparaat verbruikt energie ! JE MOET IN STAAT ZIJN OM DE
Samenvatting Newton H2(elektr.)
Oefenen PW.
Herhaling hfd. 7 elektriciteit
Hoofdstuk 5 Elektriciteit
Neem onderstaande tabel over en vul hem in:
Practica elektriciteit
Wet van Ohm George Simon Ohm We gaan de wet van Ohm bespreken.
Herhaling Energie berekeningen
1.1 Stroomkring batterij = spanningsbron
Samenvatting H 5 Nova klas 2
Electrische stroom Stroomrichting De wet van Ohm.
Elektrische stroom Stroomrichting. De wet van Ohm.
Elektrische schakelingen
Energiestromen.
Warmte.
A Ampèremeter in het circuit, meet stroom door circuit.
ELECTRICITEIT.
Energiesoorten bewegingsenergie elektrische energie
Gemaakt door Ype en Ronald
Elektrische stroom 3T Nask1 1.1 Elektriciteit.
Elektriciteit.
Elektriciteit (Hoofdstuk 7)
Marc Bremer Natuurkunde Marc Bremer
Elektrische arbeid en vermogen
Elektrische stroom? Gemaakt door J. Luijten.
WAT IS ELEKTRICITEIT H 8 Elektriciteit De wet van Ohm.
Energie: Grootheden en eenheden
Met energie kun je dingen doen.
Elektriciteit.
Ieder apparaat verbruikt energie ! JE MOET IN STAAT ZIJN OM DE
Ontdekken Begrijpen Beheersen
Hoofdstuk 2 - Elektriciteit
Hoofdstuk 2 - Elektriciteit
H2 herhaling §1+ §2 Elektriciteit
Deel 3 Energieomzetting
De elektrische stroomkring
Elektriciteit H 3 Elektriciteit De wet van Ohm Ing W.T.N.G. Tomassen.
Oefeningen Elektriciteit 2 AH
Inhoud Wat is elektriciteit Hoe ontstaat elektriciteit
De elektrische stroomkring
§4.1 LEERDOELEN Uitleggen van de begrippen: stroomkring, stroommeter/-sterkte, geleiders, spanningsbron, spanningsmeter, weerstand, wet van Ohm, elektrisch.
ONDERWERP 4 ENERGIEVERBRUIK
H 8.5 Elektrische stromen Natuurkunde Overal 2 AH :22
Elektriciteit H 3 Elektrische stromen Natuurkunde Overal 2 AH
Leerjaar 3 Nask1 H2 §1 Elektriciteit.
Elektriciteit Stroomkring Natuurkunde 2 AH :36
Oefeningen Elektriciteit 2 TH
5.2 De spanningsbron.
Mijn naam is Arie Vissers
Hoofdstuk Hoofdstuk 4 Elektriciteit Wat gaan we vandaag doen? Opening
Hoofdstuk 2 Wat gaan we vandaag doen? Opening Terugblik Doel
Hoofdstuk Hoofdstuk 4 Elektriciteit Wat gaan we vandaag doen? Opening
Hoofdstuk 2 Wat gaan we vandaag doen? Opening Doel Nieuwe stof
Hoofdstuk 4 - les 2 Elektrische energie.
Hoofdstuk 4- les 1 Stroomkringen.
Hoofdstuk Hoofdstuk 4 Elektriciteit Wat gaan we vandaag doen? Opening
Hoofdstuk Hoofdstuk 4 Elektriciteit Wat gaan we vandaag doen? Opening
Naturalis 5.
Transcript van de presentatie:

Elektriciteit

Elektriciteit Stroomkring: gesloten of open Geleiders, isolatoren, elektrolyt Schakelaar Chemische spanningsbron : 2 elektroden + elektrolyt Dynamo: spanning door magneet langs spoel Spanning = U (volt) Stroomsterkte = I (ampère)

Elektriciteit Hoogspanning en laagspanning Eén cel van een batterij levert 1,5 V! Transformator (spanning van hoog naar laag en andersom) Schakelingen: afbeelding 12, blz. 76!

Elektriciteit Serieschakeling

Elektriciteit Parallelschakeling

Elektriciteit

Elektriciteit Stroom loopt altijd van plus naar min Stroommeter of ampèremeter 1 A = 1000 mA In serieschakeling

Elektriciteit Te veel stroom: overbelasting of kortsluiting Zekering = smeltveiligheid Installatie-automaten in meterkast

Elektriciteit Apparaten kunnen elektriciteit omzetten in energie. Warmte: broodroosters, straalkachels Licht: gloeilamp Beweging: stofzuiger, mixer, föhn

Elektriciteit Vermogen: hoeveel elektrische energie het apparaat per seconde verbruikt. Vermogen = P (watt: W of kilowatt: kW) Elk huis heeft een kilowattuurmeter.

Elektriciteit Energieverbruik berekenen apparaten Energie = Vermogen x tijd E = P x t, waarbij P in kW, t in uren (h van hour) en E in kWh! Stel: een apparaat heeft een vermogen van 25 kW en staat 4 uur aan. Hoeveel energie heeft het apparaat verbruikt? E = P x t , dus E = 25 kW x 4 h= 100 kWh

Elektriciteit Stel: apparaat heeft een vermogen van 230 W en staat 12 uur aan. Hoeveel energie heeft het apparaat verbruikt? Eerst 230 W = 0,230 kW Dan E = P x t , dus E = 0,230 kW x 12 h = 2,76 kWh