3T Nask1 Hoofdstuk 1 Elektriciteit 1.3 Vermogen en energie 3T Nask1 Hoofdstuk 1 Elektriciteit
Vermogen Een apparaat dat werkt, verbruikt per seconde energie. De hoeveelheid energie dat verbruikt wordt per seconde heet: VERMOGEN Op elk apparaat staat wat het vermogen van een apparaat is.
Vermogen grootheid en eenheid De grootheid vermogen P van Power De eenheid van vermogen W van Watt
Vermogen berekenen Vermogen = spanning x stroomsterkte grootheid P = U x I eenheid W = V x A
Vermogen groter Als de spanning groter wordt (en de stroomsterkte gelijk). Als de stroomsterkte groter wordt (en de spanning gelijk). Als stroomsterkte en spanning groter worden. Je ziet dan: de lamp brand feller. Proef 5
Meten elektrische energie Elektrische energie (verbruik) wordt gemeten in kWh (kiloWattuur). E = elektrische energie verbruik E wordt gemeten met een kWh meter. Voor elke kWh moet je betalen.
Berekenen E Energieverbruik = vermogen x tijd grootheid E = P x t eenheid kWh = kW x h
Omrekenen vermogen en tijd 1000 W = 1 kW 60 W = … kW 3600 s = 1 uur 100 s = … uur
Reken methode Gegeven Gevraagd Formule Omrekenen Invullen Berekenen Eenheid Controle