Geavanceerd klantretouren-beheer (250) SAP Best Practices
Doel, Voordelen en Belangrijke Processtappen In dit scenario wordt de geavanceerde afhandeling van klantretouren met artikelinspectie beschreven. Er wordt een retourorder gecreëerd, die naar het originele facturatiedocument voor de goederen verwijst. De goederen worden teruggezonden en er wordt een retourlevering gecreëerd met een verwijzing naar de klantorder. Na de artikelinspectie en de beslissing over vervolgactiviteiten wordt een creditnota gecreëerd en naar de klantaccount geboekt. Voordelen Klantretouren beheren met geavanceerde functies voor volledige ondersteuning van het retourproces. Klantorderretouren worden verwerkt in overeenstemming met de klantorderverwijzing naar het originele facturatiedocument. Vervolgdocumenten worden automatisch gecreëerd na artikelinspectie. De creditnota wordt gecreëerd en naar de rekening van de klant geboekt. Het volledige retourproces wordt bewaakt. Belangrijkste Processtappen Retourorder en retourlevering creëren Kwaliteitsbeoordeling en automatisch creëren van vervolgdocumenten Retouren vrijgeven voor facturatie en facturatie Bewaking van het proces
Vereiste SAP Toepassingen en Gebruikersrollen Enhancement package 6 voor SAP ERP 6.0 Gebruikersrollen Verkoopbeheerder Magazijnmedewerker Verkoopfacturatie Manager debiteuren Facturatiebeheerder
Gedetailleerde Procesbeschrijving Retourartikelen met kwaliteitsbeheer (QM) In dit scenario wordt een bedrijfsproces beschreven waarbij klantorderretouren worden verwerkt met artikelinspectie en beslissingen over vervolgactiviteiten. Het scenario start met het creëren van een klantretourorder, die naar het originele facturatiedocument voor de goederen verwijst. Bij aankomst van de goederen van de klant wordt de retourlevering gecreëerd en wordt een goederenontvangst geboekt naar de retourvoorraad. De geretourneerde artikelen worden gecontroleerd. Er wordt een gebruiksbeslissing met betrekking tot de logistieke vervolgactiviteiten genomen. Er worden automatisch vervolgdocumenten gecreëerd. Als de reden voor de klantretour wordt geaccepteerd, wordt de creditnota-aanvraag vrijgegeven voor facturatie. Het krediet wordt naar de rekening van de klant geboekt. Bewaking van het proces
Geavanceerd klantretourenbeheer Procesflowdiagram Geavanceerd klantretourenbeheer Ge-beur-tenis Klant retourneert goederen Verkoopbeheer-der Retourorder creëren Retouroverzicht weergeven Facturatie van creditnota-aanvraag Bewaking van het proces Magazijnmedewerker Goederen-ontvangst boeken Transport naar uitval Bewaking van het proces Artikelinspectie uitvoeren in het magazijn Transport naar vrij beschikbare voorraad Verkoop- factu-ratie Klantvergoeding bepalen en creditnota-aanvraag creëren Manager debiteuren Creditnota-aanvraag vrijgeven voor facturatie Ver-koop Uitgaande leveringsplannen (231) Retourneren aan leverancier (136)
Bestaande versie/ gegevens Systeem-beslis-sing geslaagd/mislukt Legenda Symbool Omschrijving Opmerkingen over gebruik Bereik: Identificeert een gebruikersrol, zoals Accounts Payable Clerk of Sales Representative. Dit bereik kan ook een organisatorische eenheid of groep identificeren, in plaats van een specifieke rol. De andere procesflowsymbolen in deze tabel horen in deze rijen. U hebt net zoveel rijen als nodig zijn voor alle rollen in het scenario. Rolbereik bevat taken die bij deze rol horen. Externe events: bevat events die het scenario starten of beëindigen, of de volgorde van events in het scenario beïnvloeden. Flowlijn (ononderbroken): lijn geeft de normale volgorde weer van de stappen en de richting van de flow in het scenario. Flowlijn (onderbroken): lijn geeft de flow weer van zelden gebruikte of conditionele taken in een scenario. Lijn kan ook verwijzen naar documenten die bij de procesflow horen. Verbindt twee taken in een scenarioproces of een event buiten de stappen. Bedrijfsactiviteit/event: identificeert een actie die naar binnen of buiten het scenario leidt of een extern proces dat tijdens het scenario plaatsvindt. Komt niet overeen met een taakstap in het document. Eenheidsproces: identificeert een taak die stap voor stap wordt beschreven in het scenario. Komt overeen met een taakstap in het document. Procesreferentie: als het scenario verwijst naar een ander scenario in zijn geheel, vul dan hier het scenarionummer en de scenarionaam in. Subprocesreferentie: als het scenario verwijst naar een deel van een ander scenario, vul dan hier het nummer, de naam en de stapnummers van dat scenario in. Procesbeslissing: identificeert een beslissing/vertakkingspunt waarvoor de eindgebruiker een keuze moet maken. Lijnen geven verschillende keuzes weer die afkomstig zijn van verschillende delen van de diamant. Komt normaal niet overeen met een taakstap in het document, maar geeft een keuze weer die na de uitvoering van de stap moet worden gemaakt. Symbool Omschrijving Opmerkingen over gebruik Naar volgend/van vorig diagram: leidt naar de volgende/vorige pagina van het diagram. Stroomschema wordt vervolgd op de volgende/vorige pagina. Afdruk/document: identificeert een afgedrukt document, rapport of formulier. Komt niet overeen met een taakstap in een document. In plaats daarvan wordt het gebruikt om een document weer te geven dat door een taakstap is gegenereerd. Deze vorm heeft geen uitgaande flowlijnen. Werkelijke financiën: geeft een financieel boekingsdocument weer. Budgetplanning: geeft een budgetplanningsdocument weer. Handmatig proces: een taak die handmatig wordt uitgevoerd. Komt normaal gezien niet overeen met een taakstap in een document. Het wordt in plaats daarvan gebruikt om een taak weer te geven die handmatig wordt uitgevoerd, zoals het uitladen van een vrachtwagen in een magazijn, en die de processtroom beïnvloedt. Bestaande versie/gegevens: dit blok geeft gegevens weer die vanuit een extern proces komen. Komt normaal gezien niet overeen met een taakstap in een document. In plaats daarvan geeft deze vorm gegevens weer die afkomstig zijn van externe bron. Deze stap bevat geen inkomende flowlijnen. Systeembeslissing geslaagd/mislukt: dit blok geeft een automatische beslissing van de software weer. Komt normaal gezien niet overeen met een taakstap in het document. In plaats daarvan wordt het gebruikt voor het weergeven van een automatische beslissing die is genomen nadat een stap is uitgevoerd. Diagramverbinding <Functie> Afdruk/docu-ment Extern naar SAP Werkelijke financiën Bedrijfsactivi-teit/event Budgetplan-ning Processo unità Handma-tig proces Eenheidspro-ces Bestaande versie/ gegevens Subproces-referentie Proces-beslis-sing Systeem-beslis-sing geslaagd/mislukt