Delen van de plant en hun functies

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Freek Terheggen, Kaz de Bruijn, Eva Willemsen en Minke Greeven
Advertisements

Wat gebeurt er eigenlijk allemaal in en met de bloem?
Wat gebeurt er eigenlijk allemaal in en met de bloem?
Stofwisseling in planten
Thema 4 Planten basisstof 1 Geslachtelijke voortplanting
Thema 2 Planten.
Teylingen College 2012 Bloemen, vruchten, zaden.
Zaden.
Algemene bouw van bloemplanten
BLOEMEN, ZADEN EN VRUCHTEN
Bloemen, vruchten, zaden
De bestuiving.
B2 De bouw/functie van bloemen
Spierwerking als reactie op prikkels
Wortels, stengels en bladeren
B3 Glucose als grondstof
Stofwisseling in planten
Planten.
Havo 5 B6 Stofwisseling in planten
De wondere wereld van de cel
Anatomie plant 6A.
Bst 3 Stengels.
Belang van planten Zonder planten géén leven op aarde
Glucose als grondstof. Glucose ontstaat d.m.v. fotosynthese
Wortels, stengels en bladeren
Examentraining Biologie
Stevigheid en bescherming.
Basisstof 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
Wortels Functies: Verankeren van de plant
Thema 2 Cellen § 2.4 Opname en afgifte van stoffen tussen cellen en het uit- of inwendig milieu.
Stempel kroonblad helmknop stijl meeldraad helmdraad Stamper vruchtbeginsel kelkblad bloemsteel.
THEMA 2 CELLEN BIOLOGIE DIGITAAL
HAVO 5 Boek biologie voor jou Havo B deel 1
Thema 2 PLANTEN Basisstof 4 BLADEREN.
Thema cellen Processen
Thema 2 PLANTEN Basisstof 2 WORTELS.
De bouw van een plant.
Stofwisseling Thema 1.
Thema planten - Les 6 - Wortels -
Planten Thema 2.
H7 Celstofwisseling.
Wat zijn nerven ? Vaatbundels  = ?? Rood = houtvaten ?
Paragraaf 4 Voortplanting bij planten
PLAN TEN.
Ontkieming, groei en ontwikkeling
Thema 7 Bloemen, vruchten en zaden 1 HAVO
Planten Wat ga je doen? Wat ga je leren?
Plantkunde. Geslachtelijke vrtpl Voortplanting ongeslachtelijke vrtpl.
PLANTEN voortplanting
Bloemen, vruchten, zaden
Vandaag Samenvatting fotosynthese
De opbouw van een volledige bloem
Havo 5 B6 Stofwisseling in planten
Havo 5 B6 Stofwisseling in planten
Stoffen transport tussen cellen en hun omgeving.
Voedingsstoffen Bouwstoffen
Hoofdstuk 2 Paragraaf
5.4: Voortplanten 1HV.
Bloemen, vruchten, zaden
Hoofdstuk 5 PLANTEN.
Thema 1 Planten.
Planten 4 VMBO BB Thema 1.
Planten HV.
Voorbereiding op de biologie toets
Bs 7 Transport in planten
Föhn, vaseline en een plant
Natuurgidsencursus Midden Limburg Flora
Transcript van de presentatie:

Delen van de plant en hun functies

Belang van planten Zonder planten géén leven op aarde Planten groeien ALTIJD door Planten(delen) bevatten: vetten, eiwitten, voedingsvezels, sporenelementen, vitaminen, mineralen en vooral koolhydraten. Alléén planten eten gaat uitstekend. (vegetariër, maar het dieet moet dan wel goed uitgebalanceerd zijn om alle essentiële voedingsstoffen te komen) Planten

Planten: Eerste voedingsbron voor mens en dier Produceren O2 Nemen CO2 op Planten

Stevigheid van planten Stevigheid van planten door 1.turgor, 2. houtvaten 3. steunweefsel. Steunweefsel = Sklerenchymweefsel. De vezels van een plant = sklerenchymweefsel. Parenchymweefsel = vulweefsel van een plant Planten

Delen van de plant Vier basis delen Bladeren Stengels Wortels Bloemen Planten

Groeiende delen van een plant Planten

Plantengroei Planten vertonen diktegroei Planten vertonen lengtegroei Vervolg PowerPoint Planten

Diktegroei Planten

Planten

Lengtegroei Went zei: “zonder auxine geen groei” Auxine Planten

Planten

Bladeren De voedselfabrieken van de plant Produceren het voedsel en / of slaan het op, voor later Colcichine Planten

Interne bladstructuren Epidermis Huid van het blad Eéncellige laag Protectie tegen vochtverlies Planten

Interne bladstructuren Houtvat Bastvat Planten

Interne bladstructuren Planten

Sluitcellen Openen en sluiten van kleine poriën aan de onderzijde van het blad Planten

Sluitcellen Meer chlorofyl dan in omringende epidermiscellen FS = glucose = osmotische waarde = zwellen = sluiten Turgor van deze sluitcellen is van belang Planten

Huidmondjes Maken gaswisseling mogelijk Afgifte van vocht Planten

Huidmondjes Beschermingsmethodieken tegen uitdroging: Waslaag Kurk Sluiten van de huidmondjes Planten

Huidmondjes CAM planten (woestijn)planten die de huidmondjes bij nacht openen en overdag sluiten. De fotosynthese verloopt via een extra stapje. De CO2 wordt s' nachts verzameld en vastgelegd in 'appelzuur‘ (Malate), Overdag wordt de CO2 vrijgemaakt en kan in de donkerreactie wordt omgezet in glucose. Planten

Chloroplasten Planten

Chloroplasten Bevatten chlorophyl Gelokaliseerd in de voedselproducerende cellen Planten

Fotosynthese Proces waarbij CO2 en H2O (in aanwezigheid van licht) worden omgezet in suiker en zuurstof Planten

Fotosynthese Planten

Chemische formule 6CO2 + 6H2O -----> in reactie met zonlicht in chlorophylkorrel ------> C6H12O6 (glucose) + 6O2 Planten

Glucose Productie in de bladeren gaat naar de wortel door de stengel Plant gebruikt het voedsel zelf Slaat voedsel op als suiker, zetmeel of eiwitten. Planten

Glucose Gevormd glucose wordt snel omgezet in zetmeel om de osmotische waarde laag te houden. s' Nachts omzetting in sacharose en afvoer naar alle delen met de baststroom. Alleen glucose wordt gedissimileerd, omzetting van sacharose in glucose is mogelijk. Planten

Respiratie Planten respireren 24 uur per dag Consumeren O2 en geven CO2 af Planten produceren meer O2 door FS. dan ze consumeren tijdens respiratie en groei. FS en dissimilatie in het licht, In donker alléén dissimilatie Planten

Stengels Twee hoofdfuncties 1.Verplaatsen van water en mineralen van wortel naar boven en verplaatsen van glucose naar beneden Planten

Stengel functies 2. Steunfunctie voor bladeren en reproductieve structuren (bloemen en vruchten) Planten

Stengels eveneens Gebruikt voor opslag Groene stengels ook FS NB. Bescherming tegen 'vraat' door stekels en brandharen. Planten

Externe stengelstructuren Lenticellen (=kurkporiën) - adem poriën Vormen verbinding van buiten naar binnen achtereenvolgens: Lenticel, mergstraal, mergparenchym Planten

Interne Stengelstructuren Bastvaten (floeëm), vervoert gevormd voedsel (FS) naar Beneden Houtvaten (xyleem), vervoert water en mineralen omHoog. Cambiumlaag- scheidt de twee, en produceert de nieuwe cellen. Werking houtvaten Planten

Interne stengelstructuren Dicotylen, plant met twee zaadlobben Monocotylen plant met één zaadlob Type is in de stengel te zien Planten

Interne stengelstructuren Dicotylen heeft ring Monocotylen heeft separate vaatbundels Planten

Mono en dicotylen Grassen Lelies Orchideën Palmen Eik Bonen Spinazie Rozen Planten

Monocotyl Monocotyl – plant met één zaadlob. Heeft vaatbundels, deze vaatbundels bevatten zowel xyleem als floeëm in iedere bundel Planten

Monocotyl Stengels hebben géén doorlopende cambiumlaag Dicotyl heeft doorlopende cambiumlaag Planten

Wortels Meestal ondergronds Functies: Verankeren van de plant Absorberen water en mineralen vanuit de bodem naar stengel toe Opname water wortel Planten

Wortels Functies vervolg: Opslag reservevoedsel Planten

Wortelstructuren Intern Vergelijkbaar met stengel Oudere wortels hebben xyleem, floeëm en cambium Planten

Extern Wortelmuts /top Produceert onophoudelijk nieuwe cellen Beschermt de wortel tijdens groei door de bodem Planten

Structuren Wortelharen Absorbtie van vocht met mineralen Planten

Wortelstelsels Bijwortelstelsel Makkelijker te verplaatsen korter, kleiner, compacter Hoofdwortelstelsel Langer en minder wortels (1) Planten

Bloem, vrucht, en zaad Gekleurde bloemen trekken insecten aan voor BESTUIVING BEVRUCHTING = begin van vrucht- en zaadvorming vrucht en zaad aantrekkelijk voedsel, vogels, verspreiding zaad Planten

Bloem, vrucht, en zaad Reproductie plant Sommige zaden blijven in de vacht hangen Bloem is enorm goede voortplantingstruc, toeval wordt erdoor een handje geholpen Bloem is evolutionair jong Planten

Bloem, vrucht, en zaad Bloem is vaak ♂ en ♀ ♀ bloem levert zaad ♂ bloem levert stuifmeel Zaden bevatten veel reservestoffen voor het embryo. Planten

Bloemdelen Verschillen in grootte, vorm, en kleur, onderdelen zijn Kroonbladeren groen (meestal), bedekten en beschermden de bloemknop Planten

Kelkbladeren Zijn feitelijk bladeren Meestal felle kleur voor aantrekken insecten. Planten

Meeldraden ‘Mannelijk’ deel van de bloem Twee delen Meeldraad / helmknopjes Planten

Helmknop Knopje boven aan meeldraad bevat het stuifmeel Planten

Stamper Vrouwelijk deel In centrum van de bloem Heeft drie delen Planten

stamper Vruchtbeginsel - steel - stempel Planten

Vruchtbeginsel Eicel ontwikkelt zich hierin tot zaad Groeit uit tot vrucht of tot zaadbedekking Planten

Dus? Planten

Bloemtypen Compleet (tweeslachtig) Heeft alle 4 de onderdelen Veel planten gaan zelfbestuiving tegen Planten

Incompleet Heeft niet alle onderdelen Planten

Tweeslachtig Hebben meeldraden EN stamper Planten

Eenslachtig Missen of de helmdraden of de stamper Planten

Eenhuizig Eenhuizig Plant heeft aparte vrouwelijke bloemen en aparte mannelijke bloemen voorbeeld: grassen Planten

Tweehuizig Mannelijke bloemen op de ene plant en vrouwelijke bloemen op de andere plant Voorbeeld: Hulst Planten

Einde van deze presentatie Planten

Auxine Plantenhormoon, komt bij alle plantencellen Veroorzaakt celstrekking Auxine heeft optimum concentratie Er boven EN er onder is de celstrekking i.h.a. minder Worteloptimum ligt vóór gezamenlijk optimum Stengeloptimum ligt voorbij gezamenlijk optimum Licht breekt auxine af! Planten

Auxine Aan lichtzijde dan dus minder auxine, = minder celstrekking, = naar licht toebuigen Tropie is beweging van een plant, richting van beweging bepaald door de richting van waaruit een factor de grootste intensiteit uitoefend Fototropie, chemotropie, geotropie, tigmotropie (aanraking, klimop draaien) Door auxine te verplaatsen kunnen bladeren in optimale FS stand komen Planten

Auxine Muurleeuwenbek bloem is vóór bloei positief fototroop, insect heeft goed zicht, nà bloei negatief fototroop. Bevruchte bloem draait van licht af in richting van rots of muur, dat is een goede plaats voor de zaden. Planten

Auxine Nastieën, bewegingen met onveranderlijke richting en volgens stereotyp plan (anatomische afhankelijkheid) kan door: warmte, licht, stoten. Openen en sluiten van bloemen is nastie. Zonnebloemen die gedurende de dag het zonlicht ‘volgen’met de bloemknop is helionastie Planten

Planten

Colchicine Medicament tegen jicht, herftsstijlroos (herfstkrokus) Voorkomt vorming van spoeldraden bij de celdeling Meerdere chromosomen in de cellen; polyploïdie Meer opbrengst Planten

Planten

Einde van deze presentatie Planten

Werking houtvaten Transport in de vaten door verdamping, (rietje bovenlangs blazen) en de capillaire werking (niet actief). Capillaire werking is mogelijk door; de kleine diameter van de vaten de adhesiekrachten (watermoleculen hechting aan de wand) de cohesiekrachten (watermoleculen hechting aan elkaar) Planten

Werking houtvaten Verdamping gaat vanzelf! Transport is passief, kost plant geen ATP! Planten

Planten

Wateropname door wortel De vaten in de jonge wortel liggen in de 'centrale cilinder' de buitenste laag van de cc is de endodermis (endo = binnen) Endodermis bevat de cellen van Caspary, cellen met kurk. Planten

Wateropname door wortel Vanuit de bodem komen water en opgeloste voedingsstoffen (zouten) via capillaire werking in de wortelharen. Opname dmv actief transport in de cellen rondom de houtvaten en doorgifte naar de houtvaten, de zouten worden hierin vastgehouden doordat diffusie terug voorkomen wordt door de kurkbandjes (bandjes van Caspari). Door het osmotische verschil nemen de houtvaten meer water op en ontstaat er worteldruk. Watertransport, via openingen in celwanden door de cellen heen richting houtvaten. Planten

Wateropname door wortel Capillaire werking, hoe dunner het vat hoe hoger de vloeistof komen kan. Planten

Wateropname door wortel De vaten in de jonge wortel liggen in de 'centrale cilinder' de buitenste laag van de cc is de endodermis (endo = binnen) Worteldruk is het stijgen van water met opgeloste stoffen in de houtvaten omdat de bandjes van Caspary terugstromen voorkomen (semi-permeabel). Worteldruk is niet groot (uitz. berken in voorjaar) Planten

Planten

Rekenen met mol en molair bij osmose Tijdens een osmosepracticum heeft een leerling de osmotische waarde van bietenstaafjes bepaald met behulp van verschillende concentraties NaCl, de osmotische waarde bleek 0,25 molair te zijn. In een vervolgonderzoek wil deze leerling bepalen of andere oplossingen met dezelfde osmotische waarde een zelfde soort effect hebben op deze bietenstaafjes. De leerling maakt daarom van vier verschillende stoffen een oplossing van 1 liter met een osmotische waarde van 0,25 molair. De vier stoffen zijn; - glucose - Natriumacetaat (NaCH3COO) - Calciumchloride - Natriumchloride (als controle) 8 Bereken hoeveel gram de leerling van elke stof moet oplossen in 1 liter gedestilleerd water om aan een osmotische waarde van 0,25 molair te komen. Planten