Delen van de plant en hun functies
Belang van planten Zonder planten géén leven op aarde Planten groeien ALTIJD door Planten(delen) bevatten: vetten, eiwitten, voedingsvezels, sporenelementen, vitaminen, mineralen en vooral koolhydraten. Alléén planten eten gaat uitstekend. (vegetariër, maar het dieet moet dan wel goed uitgebalanceerd zijn om alle essentiële voedingsstoffen te komen) Planten
Planten: Eerste voedingsbron voor mens en dier Produceren O2 Nemen CO2 op Planten
Stevigheid van planten Stevigheid van planten door 1.turgor, 2. houtvaten 3. steunweefsel. Steunweefsel = Sklerenchymweefsel. De vezels van een plant = sklerenchymweefsel. Parenchymweefsel = vulweefsel van een plant Planten
Delen van de plant Vier basis delen Bladeren Stengels Wortels Bloemen Planten
Groeiende delen van een plant Planten
Plantengroei Planten vertonen diktegroei Planten vertonen lengtegroei Vervolg PowerPoint Planten
Diktegroei Planten
Planten
Lengtegroei Went zei: “zonder auxine geen groei” Auxine Planten
Planten
Bladeren De voedselfabrieken van de plant Produceren het voedsel en / of slaan het op, voor later Colcichine Planten
Interne bladstructuren Epidermis Huid van het blad Eéncellige laag Protectie tegen vochtverlies Planten
Interne bladstructuren Houtvat Bastvat Planten
Interne bladstructuren Planten
Sluitcellen Openen en sluiten van kleine poriën aan de onderzijde van het blad Planten
Sluitcellen Meer chlorofyl dan in omringende epidermiscellen FS = glucose = osmotische waarde = zwellen = sluiten Turgor van deze sluitcellen is van belang Planten
Huidmondjes Maken gaswisseling mogelijk Afgifte van vocht Planten
Huidmondjes Beschermingsmethodieken tegen uitdroging: Waslaag Kurk Sluiten van de huidmondjes Planten
Huidmondjes CAM planten (woestijn)planten die de huidmondjes bij nacht openen en overdag sluiten. De fotosynthese verloopt via een extra stapje. De CO2 wordt s' nachts verzameld en vastgelegd in 'appelzuur‘ (Malate), Overdag wordt de CO2 vrijgemaakt en kan in de donkerreactie wordt omgezet in glucose. Planten
Chloroplasten Planten
Chloroplasten Bevatten chlorophyl Gelokaliseerd in de voedselproducerende cellen Planten
Fotosynthese Proces waarbij CO2 en H2O (in aanwezigheid van licht) worden omgezet in suiker en zuurstof Planten
Fotosynthese Planten
Chemische formule 6CO2 + 6H2O -----> in reactie met zonlicht in chlorophylkorrel ------> C6H12O6 (glucose) + 6O2 Planten
Glucose Productie in de bladeren gaat naar de wortel door de stengel Plant gebruikt het voedsel zelf Slaat voedsel op als suiker, zetmeel of eiwitten. Planten
Glucose Gevormd glucose wordt snel omgezet in zetmeel om de osmotische waarde laag te houden. s' Nachts omzetting in sacharose en afvoer naar alle delen met de baststroom. Alleen glucose wordt gedissimileerd, omzetting van sacharose in glucose is mogelijk. Planten
Respiratie Planten respireren 24 uur per dag Consumeren O2 en geven CO2 af Planten produceren meer O2 door FS. dan ze consumeren tijdens respiratie en groei. FS en dissimilatie in het licht, In donker alléén dissimilatie Planten
Stengels Twee hoofdfuncties 1.Verplaatsen van water en mineralen van wortel naar boven en verplaatsen van glucose naar beneden Planten
Stengel functies 2. Steunfunctie voor bladeren en reproductieve structuren (bloemen en vruchten) Planten
Stengels eveneens Gebruikt voor opslag Groene stengels ook FS NB. Bescherming tegen 'vraat' door stekels en brandharen. Planten
Externe stengelstructuren Lenticellen (=kurkporiën) - adem poriën Vormen verbinding van buiten naar binnen achtereenvolgens: Lenticel, mergstraal, mergparenchym Planten
Interne Stengelstructuren Bastvaten (floeëm), vervoert gevormd voedsel (FS) naar Beneden Houtvaten (xyleem), vervoert water en mineralen omHoog. Cambiumlaag- scheidt de twee, en produceert de nieuwe cellen. Werking houtvaten Planten
Interne stengelstructuren Dicotylen, plant met twee zaadlobben Monocotylen plant met één zaadlob Type is in de stengel te zien Planten
Interne stengelstructuren Dicotylen heeft ring Monocotylen heeft separate vaatbundels Planten
Mono en dicotylen Grassen Lelies Orchideën Palmen Eik Bonen Spinazie Rozen Planten
Monocotyl Monocotyl – plant met één zaadlob. Heeft vaatbundels, deze vaatbundels bevatten zowel xyleem als floeëm in iedere bundel Planten
Monocotyl Stengels hebben géén doorlopende cambiumlaag Dicotyl heeft doorlopende cambiumlaag Planten
Wortels Meestal ondergronds Functies: Verankeren van de plant Absorberen water en mineralen vanuit de bodem naar stengel toe Opname water wortel Planten
Wortels Functies vervolg: Opslag reservevoedsel Planten
Wortelstructuren Intern Vergelijkbaar met stengel Oudere wortels hebben xyleem, floeëm en cambium Planten
Extern Wortelmuts /top Produceert onophoudelijk nieuwe cellen Beschermt de wortel tijdens groei door de bodem Planten
Structuren Wortelharen Absorbtie van vocht met mineralen Planten
Wortelstelsels Bijwortelstelsel Makkelijker te verplaatsen korter, kleiner, compacter Hoofdwortelstelsel Langer en minder wortels (1) Planten
Bloem, vrucht, en zaad Gekleurde bloemen trekken insecten aan voor BESTUIVING BEVRUCHTING = begin van vrucht- en zaadvorming vrucht en zaad aantrekkelijk voedsel, vogels, verspreiding zaad Planten
Bloem, vrucht, en zaad Reproductie plant Sommige zaden blijven in de vacht hangen Bloem is enorm goede voortplantingstruc, toeval wordt erdoor een handje geholpen Bloem is evolutionair jong Planten
Bloem, vrucht, en zaad Bloem is vaak ♂ en ♀ ♀ bloem levert zaad ♂ bloem levert stuifmeel Zaden bevatten veel reservestoffen voor het embryo. Planten
Bloemdelen Verschillen in grootte, vorm, en kleur, onderdelen zijn Kroonbladeren groen (meestal), bedekten en beschermden de bloemknop Planten
Kelkbladeren Zijn feitelijk bladeren Meestal felle kleur voor aantrekken insecten. Planten
Meeldraden ‘Mannelijk’ deel van de bloem Twee delen Meeldraad / helmknopjes Planten
Helmknop Knopje boven aan meeldraad bevat het stuifmeel Planten
Stamper Vrouwelijk deel In centrum van de bloem Heeft drie delen Planten
stamper Vruchtbeginsel - steel - stempel Planten
Vruchtbeginsel Eicel ontwikkelt zich hierin tot zaad Groeit uit tot vrucht of tot zaadbedekking Planten
Dus? Planten
Bloemtypen Compleet (tweeslachtig) Heeft alle 4 de onderdelen Veel planten gaan zelfbestuiving tegen Planten
Incompleet Heeft niet alle onderdelen Planten
Tweeslachtig Hebben meeldraden EN stamper Planten
Eenslachtig Missen of de helmdraden of de stamper Planten
Eenhuizig Eenhuizig Plant heeft aparte vrouwelijke bloemen en aparte mannelijke bloemen voorbeeld: grassen Planten
Tweehuizig Mannelijke bloemen op de ene plant en vrouwelijke bloemen op de andere plant Voorbeeld: Hulst Planten
Einde van deze presentatie Planten
Auxine Plantenhormoon, komt bij alle plantencellen Veroorzaakt celstrekking Auxine heeft optimum concentratie Er boven EN er onder is de celstrekking i.h.a. minder Worteloptimum ligt vóór gezamenlijk optimum Stengeloptimum ligt voorbij gezamenlijk optimum Licht breekt auxine af! Planten
Auxine Aan lichtzijde dan dus minder auxine, = minder celstrekking, = naar licht toebuigen Tropie is beweging van een plant, richting van beweging bepaald door de richting van waaruit een factor de grootste intensiteit uitoefend Fototropie, chemotropie, geotropie, tigmotropie (aanraking, klimop draaien) Door auxine te verplaatsen kunnen bladeren in optimale FS stand komen Planten
Auxine Muurleeuwenbek bloem is vóór bloei positief fototroop, insect heeft goed zicht, nà bloei negatief fototroop. Bevruchte bloem draait van licht af in richting van rots of muur, dat is een goede plaats voor de zaden. Planten
Auxine Nastieën, bewegingen met onveranderlijke richting en volgens stereotyp plan (anatomische afhankelijkheid) kan door: warmte, licht, stoten. Openen en sluiten van bloemen is nastie. Zonnebloemen die gedurende de dag het zonlicht ‘volgen’met de bloemknop is helionastie Planten
Planten
Colchicine Medicament tegen jicht, herftsstijlroos (herfstkrokus) Voorkomt vorming van spoeldraden bij de celdeling Meerdere chromosomen in de cellen; polyploïdie Meer opbrengst Planten
Planten
Einde van deze presentatie Planten
Werking houtvaten Transport in de vaten door verdamping, (rietje bovenlangs blazen) en de capillaire werking (niet actief). Capillaire werking is mogelijk door; de kleine diameter van de vaten de adhesiekrachten (watermoleculen hechting aan de wand) de cohesiekrachten (watermoleculen hechting aan elkaar) Planten
Werking houtvaten Verdamping gaat vanzelf! Transport is passief, kost plant geen ATP! Planten
Planten
Wateropname door wortel De vaten in de jonge wortel liggen in de 'centrale cilinder' de buitenste laag van de cc is de endodermis (endo = binnen) Endodermis bevat de cellen van Caspary, cellen met kurk. Planten
Wateropname door wortel Vanuit de bodem komen water en opgeloste voedingsstoffen (zouten) via capillaire werking in de wortelharen. Opname dmv actief transport in de cellen rondom de houtvaten en doorgifte naar de houtvaten, de zouten worden hierin vastgehouden doordat diffusie terug voorkomen wordt door de kurkbandjes (bandjes van Caspari). Door het osmotische verschil nemen de houtvaten meer water op en ontstaat er worteldruk. Watertransport, via openingen in celwanden door de cellen heen richting houtvaten. Planten
Wateropname door wortel Capillaire werking, hoe dunner het vat hoe hoger de vloeistof komen kan. Planten
Wateropname door wortel De vaten in de jonge wortel liggen in de 'centrale cilinder' de buitenste laag van de cc is de endodermis (endo = binnen) Worteldruk is het stijgen van water met opgeloste stoffen in de houtvaten omdat de bandjes van Caspary terugstromen voorkomen (semi-permeabel). Worteldruk is niet groot (uitz. berken in voorjaar) Planten
Planten
Rekenen met mol en molair bij osmose Tijdens een osmosepracticum heeft een leerling de osmotische waarde van bietenstaafjes bepaald met behulp van verschillende concentraties NaCl, de osmotische waarde bleek 0,25 molair te zijn. In een vervolgonderzoek wil deze leerling bepalen of andere oplossingen met dezelfde osmotische waarde een zelfde soort effect hebben op deze bietenstaafjes. De leerling maakt daarom van vier verschillende stoffen een oplossing van 1 liter met een osmotische waarde van 0,25 molair. De vier stoffen zijn; - glucose - Natriumacetaat (NaCH3COO) - Calciumchloride - Natriumchloride (als controle) 8 Bereken hoeveel gram de leerling van elke stof moet oplossen in 1 liter gedestilleerd water om aan een osmotische waarde van 0,25 molair te komen. Planten