Humorsplinters Een man gaat met zijn varken in de trein. De conducteur zegt: “Geen varkens in de trein.” De man zegt: “Die vrouw heeft ook een hond bij zich.” Conducteur: “Maar die is getraind.” De man zegt: “Die van mij ook en ik zal het bewijzen.” Hij pakt de pet van de conducteur en gooit hem uit het raam en zegt tegen het varken: “BLIJF!”
Twee mannen Klaas en Piet ontmoeten elkaar in een café en raken aan de praat. Klaas vraagt: “Wat doe jij voor de kost.” Piet zegt: “Ik stempel brieven op het Postkantoor.” Klaas: “Dat moet een saaie baan zijn.” Piet: “Saai…nee hoor, iedere dag stempel ik een andere datum.”
Ee man zit in de trein en tegenover hem zit een man de hele tijd met z’n vinger om zijn lippen te draaien. De man vraagt: “Waarom doe je dat toch de hele tijd?” De ander zegt: “Ja, ziet U ik moet naar Roermond, maar ben nogal vergeetachtig zo vergeet ik het niet.” De man zegt: “Nou dan mag je blij zijn dat je niet naar Waspik moet.”
Een vreselijke lelijke vrouw in een café heeft op haar schouder een papagaai. Ze roept naar de mannen in het café: ‘Wie raadt wat ik op mijn schouder heb, mag met me naar bed.” Een doodse stilte valt in het café. Eén man vindt het zielig voor de vrouw en zegt: “Eh…een krokodil?” De vrouw: “Voor deze keer reken ik het goed!”
Zonder na te denken zegt Oma: “De dokter.” Oma is honderd jaar en krijgt bezoek van de Burgemeester en zegt: “U leeft nu honderd jaar, wat zijn in Uw leven de grootste veranderingen geweest?” Zonder na te denken zegt Oma: “De dokter.” Burgemeester verbaasd: “De dokter?” Oma zegt: “Ja, toen ik twintig was moest ik me voor de dokter helemaal uitkleden en gaan liggen.” Toen ik veertig was zei de dokter: “Bloesje uit en ga maar zitten.” En toen ik tachtig was zei de dokter: “Steek U tong maar uit en blijf maar staan.”
“Barman, voor mij een leffe.” Een man in een café die de letters P en B niet kan uitspreken wil graag een pintje of biertje bestellen en zit al een tijd met een cola voor zijn neus. Naast hem komt een vrouw zitten en zegt: “Barman, voor mij een leffe.” De man denkt…leffe leffe dat kan ik wel zeggen. De man heel fier: “Barman voor mij een leffe.” De barman: “Een Blonde of een Bruine.” De man: “Geef maar een cola.”
“Ja, ikke wel.” Er komt een zoon naar zijn vader en zegt: “Pa ik geloof dat ik Homo ben.” Pa is des duivels maar kan er ook niets aan doen. De volgende dag de andere zoon zegt: “Pa ik ben Homo.” Pa barst bijna uit zijn vel en schreeuwt: “Is er dan niemand die van een vrouw houdt.” Waarop de dochter zegt: “Ja, ikke wel.”
“Wat zit er toch in die binnenzak.” De man zegt: In de bar zit een alcoholist en neemt een borrel. Iedere keer dat hij een borrel besteld kijkt hij in zijn binnenzak. De barkeeper zegt: “Wat zit er toch in die binnenzak.” De man zegt: “Dat is een foto van mijn vrouw, zodra ze er goed uit begint te zien, dan weet ik dat het tijd is om naar huis te gaan.”
“De kaart zit in zijn broek.” “Dat konijn kwam uit die doos.” Een goochelaar zit op een cruiseschip en doet allerlei truckjes. Maar iedere keer als hij bezig is roept een papagaai: “De kaart zit in zijn broek.” “Dat konijn kwam uit die doos.” De goochelaar heeft er genoeg van en stopt ermee. De volgende dag vergaat het schip maar de goochelaar en de papagaai weten zich te redden op een drijvend vlot. Na drie uur zegt de papagaai: “Oké, ik geef het op en vertel me nu maar waar je het schip hebt gelaten.”
Twee hanen komen elkaar tegen vraagt de een aan de ander: “Zullen we naar de poelier gaan?” Vraagt de ander: “Waarom dan?” De ander zegt: “Nou, even naar mooie blote wijven kijken.”
De ander zegt: “Ach…ik vreet me er wel doorheen.” Een jong egeltje is verdwaald in de tropische tuin van Artis. Als het donker wordt slaat de angst toe en iedere keer als hij zich aan een cactus stoot fluistert hij in paniek: “Ben jij dat Mammie?” Twee houtwormen komen elkaar tegen in een antiek kastje, vraagt de ene: “En hoe gaat het?” De ander zegt: “Ach…ik vreet me er wel doorheen.”
Een haan en een kip staan voor de winkel en bekijken de eierdopjes in de etalage. De kip zegt: “Hier gaan we even naar binnen ze verkopen hier mooie wiegjes.” Drie dokters nemen afscheid van elkaar. Oorchirurg: “We horen nog van elkaar.” Oogchirurg: ”We zien elkaar nog wel eens.” Gynaecoloog: “Ik wip nog wel eens langs.”