Tekens VYA 18 aug 2013
Matt. (12:38 ev) & 16 1 De farizeeën en de sadduceeën kwamen hem op de proef stellen met de vraag hun een teken uit de hemel te tonen. 2 Hij gaf hun daarop dit antwoord: ‘Wanneer de avond valt, zegt u: “Morgen mooi weer, want de hemel kleurt rood.” 3 En ’s ochtends: “Storm op til, want het rood aan de hemel is dreigend.” De aanblik van de hemel weet u wel te duiden, en de tekenen van de tijd niet? 4 Dit is een verdorven en trouweloze generatie. Ze verlangt een teken, maar zal geen ander teken krijgen dan dat van Jona.’ Zo liet hij hen staan en vertrok.
Teken te·ken (het; o; meervoud: tekens) 1 (meervoud: ook tekenen) blijk, symptoom, verschijnsel: (g)een teken van leven geven 2 voorteken 3 zinnebeeld, symbool 4 middel om iemand of iets aan te duiden: de tekens ± en −; gedenkteken, leesteken 5 zichtbaar of hoorbaar middel om iets te kennen te geven; sein, signaal: op het afgesproken teken 6 sterrenbeeld: onze tijd staat in het teken van de techniek wordt erdoor beheerst
Mark. 16 17 Degenen die tot geloof zijn gekomen, zullen herkenbaar zijn aan de volgende tekenen: in mijn naam zullen ze demonen uitdrijven, ze zullen spreken in onbekende talen, 18 met hun handen zullen ze slangen oppakken en als ze een dodelijk gif drinken zal dat hun niet deren, en ze zullen zieken weer gezond maken door hun de handen op te leggen.’
Fil. 1 9 En ik bid dat uw liefde blijft groeien door inzicht en fijnzinnigheid, 10 zodat u kunt onderscheiden waar het op aankomt. Dan zult u op de dag van Christus zuiver en onberispelijk zijn, 11 vol van de vruchten van de gerechtigheid, die u dankt aan Jezus Christus, tot lof en eer van God.