Hofstelsel en leenstelsel

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Feodalisme en het hofstelsel
Advertisements

Afbeelding: Vorstendom (Rijnland-Palts)
Karel en grote problemen
Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1
Feodale stelsel.
H3 Van Mohammed tot Karel de Grote
Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1
3 Van Mohammed tot Karel de Grote
Tijd van monniken en ridders
Kenmerk 11 De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd.
De ondergang van het West-Romeinse rijk
De samenleving in de Vroege Middeleeuwen
De middeleeuwen 1 De Germanen.
5.1 Leenheren en leenmannen
Middeleeuwen: Monniken en Ridders
Machtige heren, halfvrije boeren
Hoofdstuk 3 Extra informatie…
Romeinse Rijk: -goed bestuur -sterk leger Landbouwstedelijke
Het Romeinse Rijk was een agrarisch-urbane samenleving
469 Doop Frankische koning Clovis
Kenmerk 11 De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd.
Hoge en lage edelen Het merendeel der adel bestond uit lage adel
Kenmerk 9: De verspreiding van het christendom in geheel Europa Les 1: Clovis, de Kloosters en Tijdvak 3: Vroege Middeleeuwen; de tijd van ridders en.
Kenmerk 11 De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd.
Hoofdstuk VI: De Middeleeuwen Les 2: Karel de Grote
Karel en grote problemen
Paragraaf 3.2 Deze les: Boeren in de Vroege Middeleeuwen
Hofstelsel en horigheid
Machtige heren, halfvrije boeren
Middeleeuwen.
Paragraaf 3.3 Deze les: Feodale stelsel
De Romeinen en het christendom
Ridders en Horigen Feniks Hoodstuk 4.3.
Hoe was het ook alweer? Oorzaak en gevolg
Wat moet je weten aan het eind van de les?
1AutarkieAgrarisch-urbane samenlevingDomein 2Hiërarchische samenlevingJagers en verzamelaarsPaleolithicum 3ChristendomDiocletianusConstantijn 4LimesVolksverhuizingenPax.
DE VROEGE MIDDELEEUWEN
Het leenstelsel Van orde naar wanorde (8e -15e eeuw)
Tijd van monniken en ridders
Romeinen, Germanen en Kelten
Paragraaf 3, trouw aan de heer
Paragraaf 2, leven op een domein
Ka11. het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Tijd van Monniken en Ridders
Ontstaan van een decentrale, feodale standensamenleving
Tijd van Monniken en Ridders
H3.1 Hofstelsel en Horigheid
5.1 Leenheren en leenmannen Tijd van monniken en ridders Middeleeuwen
5.1 Leenheren en leenmannen Tijd van monniken en ridders ( ) Middeleeuwen ( )
Monniken en ridders H3.3 HET BESTUUR WORDT FEODAAL.
Paragraaf 3.3 Het feodale stelsel
Leven op een domein KA 10 hofstelsel.
Monniken en ridders 5.3 Machtige heren, halfvrije boeren
Hoofdstuk 3.3 Het bestuur wordt feodaal
Hoofdstuk 3 Paragraaf 2 ‘Hofstelsel en horigheid’
Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders
Monniken en ridders 5.1 Leenheren en leenmannen
Paragraaf 4.4 Het ontstaan van machtige staten
Romeinse Rijk: -goed bestuur -sterk leger Landbouwstedelijke
De vroege middeleeuwen
Monniken en ridders 5.3 Machtige heren, halfvrije boeren
De vroege middeleeuwen
Paragraaf 3.3 Het feodale stelsel
Thema 1 Geschiedenis als theater
OPKOMST VAN HET CHRISTENDOM
Woord weg Omdat (argumenten) 1 Autarkie Agrarisch-urbane samenleving
Kenmerk 11 De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd.
Cursus 5.2 : Monniken en Ridders 1 KB Lesweek 1
KA 12 - Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur KA 09 - De verspreiding van het christendom in geheel Europa Les 22: Karel de Grote.
Kenmerk 11 De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd.
Transcript van de presentatie:

Hofstelsel en leenstelsel Helpen, beschermen en dienen

Verdeling van het Romeinse Rijk Constantijn verplaatst de hoofdstad naar Byzantium (Constantinopel)

Vroege Middeleeuwen 500-1000 Volksverhuizingen

? Atilla de Hun

Vroege Middeleeuwen Ineenstorting van het centrale Romeinse bestuur. Terugval op technisch niveau. Handel en Romeinse geldhandel stortten in. Er kwam een zelfvoorzienende agrarische samenleving. Lagere landbouwopbrengsten Ruilhandel op zeer bescheiden schaal.

Nieuwe koninkrijken ontstonden aan eind vijfde, begin zesde eeuw. Onder Clovis ontstond het Frankische Rijk. Zijn vader Childerik was een krijgsheer in de nadagen van het Romeinse Rijk, hij noemde zichzelf al ‘rex’ (koning).

Koning Clovis (481-511) De vrouw van Clovis was christen Clovis hoopte op samenwerking met de kerk. Daarom liet hij zich dopen

P Propaganda rond de doop van Clovis

Hofstelsel en Horigheid (3.1) De Romeinse samenleving was een agrarisch-urbane samenleving. De Vroege Middeleeuwen was vooral een agrarische samenleving. Hofstelsel:systeem waarbij de grond eigendom is van een landheer en bewerkt wordt door pachters en horige boeren.

Het tweeledig domein:het landgoed was daarbij in twee delen verdeeld: Het vroonland (verdeeld in bouwland, weideland en onontgonnen land) De hoofdhoeve (van boerenhoeve tot kasteel) was het centrum van het landgoed. Het hoevenland (land dat verdeeld was over verschillende boerderijen van het landgoed)

HET LANDGOED WAS AUTARKISCH (ZELFVOORZIENEND) De handel zoals die bestond in het Romeinse Rijk was ineengestort: Een van de gevolgen was dat de landgoederen bijna geheel zelfvoorzienend (autarkisch) waren.

Vrijen en horigen Vrije mannen: zij pachtten (‘huurden’) een stuk land van de landheer. Pacht werd betaald in natura (oogst) of in diensten voor de landheer, of in een deel van het werk op het vroonland. Mocht deelnemen aan rechtsprekende vergaderingen. Plicht voor vrijen: de heer- vaart: dienstplicht voor vrije mannen, zij vochten voor de landheer in een door hun betaalde wapenrusting. De horige hoorde bij het land, was a.h.w. ‘bezit’ van de landheer. Juridisch geen slaaf. De horige werkte voor de landheer. Mocht niet deelnemen aan rechtsprekende vergaderingen. De heervaart gold niet voor de horigen. Zij konden geen wapenrusting aanschaffen.Veel vrije mannen werden om deze reden horige.

Het leenstelsel Feodalisme en het hofstelsel De koning werd de leenheer en zijn ridders de leenmannen of vazallen. Soms hadden de leenmannen een heel groot gebied in leen. Dit verdeelde ze dan weer onder hun eigen leenmannen. Soms kregen ook kloosters of bisschoppen een gebied in leen.

KENMERKEN VAN HET LEENSTELSEL ZAKELIJK VRUCHTGEBRUIK VAN HET FEODUM (land in leen) FEODUM VERVALT NA DE DOOD WEER AAN DE LEENHEER PERSOONLIJK WEDERZIJDSE EED VAN TROUW (VAZAL/HEER) - MILITAIRE BIJSTAND ALS RIDDER (+ VOETVOLK) - RAADGEVEN

Het leenstelsel in de praktijk Veel leenmannen versterkten hun macht in hun leengebied Het leen werd steeds vaker geërfd door zoon of kleinzoon Daardoor raakte de koning steeds meer macht kwijt