De R plaagt de dubbelklank -eer, -eur en -oor je hoort bir: je schrijft beer je hoort dur: je schrijft deur je hoort bor: je schrijft boor.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
De schaduw van Jan Harrie Geelen Querido.
Advertisements

Informatieavond 3 Groep 3.
Welkom in groep 3B.
Mondeling Nederlands nieuw cursus 2 thema werk en vrije tijd.
Mondeling Nederlands Cursus 1 – de school.
Spreekbeurt van Romy Vonk Gr 6M
Schoolplein Rachelle Lisa Chantal Xian Leroy.
Ja hoor Power Po(i)ntje Is weer bezig geweest.
Humorsplinters Een man gaat met zijn varken in de trein.
Verdeel het woord in lettergrepen
Sinterklaas is verdwenen nergens te vinden nergens te zien Nam hij de benen, is hij hem geknepen, weggewaaid misschien?
HERFST Met het tweede leerjaar op speurtocht …
Meneertje Blij en Somber
De spellingsregels.
Informatieavond Groep 4 Flamingo’s 2013/2014.
Thema 1 Het landje is van ons.
Omdat al die wijze gezegdes en spreuken van onze verre voorouders veelal gebaseerd zijn op de waarheid van een koe, houd ik ze graag in ere. Hopelijk.
Fonemisch bewustzijn / aanvankelijk lezen Groep 1 t/m 4
Het hele werkwoord.
Een taalopdracht maken (e-ee/ u-uu/o-oo/a-aa)
Interpreteren van data
Week 34 “marsmannetjes” ei en “zju”
Spellied 1.
WERKWOORDSPELLING Hoe doe je dat ?.
Mondeling Nederlands nieuw het verhaal
Welk woord is fout.. 1. klingk zink zwaar bont nooit -ngk achter elkaar klink.
De appel valt niet ver van de boom.
Vandaag gaan we werken aan spelling.
De vrije & doffe klinker
wat moet ik doen 1 wat moet ik doen 2 pink bank denk schenk drink 3 wat moet ik doen 2.
Marleen loopt met de tijd mee Tekeningen en tekst: Dick de Jong.
dinosauriërs geenszins doch gezamenlijk verdachte buitenwereld enigszins archeologen toelichting catechese noodlot lood openlijk echtgenoot luchtdruk.
Uw remmen waren niet meer Uw remmen waren niet meer te repareren, dus heb ik de claxon wat luider gemaakt.
Lente ! Eindelijk worden de dagen weer langer en warmer!
6 DE WINTERIn de winter is het heel koud, en kan het soms ook sneeuwen. Dieren in de winter Verhaal.
Zorg ook voor dieren. Woordenschat Gebruikte symbolen Ga naar mijn volgende dia Ga naar mijn voorgaande dia Ik wil nog even mijn informatie raadplegen.
Van tijd tot tijd Taalbeschouwing Gebruikte symbolen Ga naar mijn volgende dia Ga naar mijn voorgaande dia Ik wil nog even mijn informatie raadplegen.
1 Hoeveel kerstballen hangen in de boom?
Werkwoordspelling -d of –t?
Het is leuk om iemand een brief of een kaart te sturen.
Meervoud op –”n of - ën Maar weet je waar de klemtoon ligt?
Tornado’s Pps Mens en Maatschappij.
Klik op de bananen van jouw keuze!
Mol en beer.
Humorsplinters Een man gaat met zijn varken in de trein.
Blok 5 week 13 dag 1.
Je leert met de klankgroepen regelwoorden goed te schrijven.
Mol en beer.
Je leert met de klankgroepen nog meer regelwoorden goed te schrijven.
Hoe schrijf ik dat woord?
Regels en uitzonderingen
Blok 10 week 31 dag 1.
Spelling woorden met lange klank
Mol en beer.
Mol en beer.
Mol en beer.
De schaduw van Jan Harrie Geelen Querido.
Mol en beer.
Het contactmoment in het 1ste leerjaar :
Verkleden De wortel Letters van chocola De maan.
Mondeling Nederlands Cursus 1 – Module 5 Dag 1.
Hoe schrijf ik dat woord?
Mol en beer.
Blok 1 week 12 dag 1.
Blok 1 week 13 dag 1.
Groep 4 blok 1 Weet je het nog?.
Spellied aai, ooi, oei eeuw, ieuw.
Hoofdstuk 3 Taalverzorging
*Bekijk het zwarte woordje
Vokale, konsonante en diftonge
Transcript van de presentatie:

hoor je een S met daarna een G, dan schrijf je SCH schip, schaap, scheef, scheur, schaar, schoen

de R plaagt de dubbelklank -eer, -eur en -oor je hoort bir: je schrijft beer je hoort dur: je schrijft deur je hoort bor: je schrijft boor

Denk aan het oor: ik schrijf het woord zoals ik het hoor: lamp, kers, slak soms bestaat een woord uit twee woorden: schooltas, fietspomp

de L en de R zijn kleefletters; soms hoor je er een U tussen maar die schrijf je niet melk, jurk, kalf, warm

de F is een fietspompletter, je hoort FFFFFF fluit, feest, fruit, film

de S is van STIL: SSSSST slang, smal, snel, soep, storm

de N en de K zitten op de bank te kussen, daar mag de G niet tussen de N en de K zitten op de bank te kussen, daar mag de G niet tussen! pink, bank, denk

Hoor je op het eind van een woord een T, maak er dan meer van Hoor je op het eind van een woord een T, maak er dan meer van. Hoor je dan een D, schrijf die dan ook. Ik hoor HONT, ik maak er HONDEN van. Ik schrijf HOND. huid, paard, bord, tand, woord

je hoort een J bij –aai, -oei, -ooi maar je schrijft een i haai, bloei, mooi

hoor je een U bij een lage stemtrap, dan schrijf je een E hoor je een U bij een lage stemtrap, dan schrijf je een E wortel, poesje, kelder, dokter

de V is van vloer, je hoort VVVVV vloer, vlieg, verf, verkeer, vlug

Ik zie de Zon. Ik weet hoe ik het schrijf. Ik schrijf ZON Ik zie de Zon. Ik weet hoe ik het schrijf. Ik schrijf ZON. Ik maak een foto in mijn hoofd van de Z-woorden. zand, zwaar, ziek, zanger

als ik aan het eind van een klankstuk een lange klank hoor, gebruik ik daar maar 1 klinker voor (lange klanken hebben pech, je haalt gewoon een letter weg!) apen, bomen, muren, jaren, peren, tafel, beter

als ik aan het eind van een klankstuk een korte klank hoor, ga ik met 2 medeklinkers door katten, sommen, bruggen, lippen, vulling, middag

als je na een korte klank GT hoort, schrijf je meestal CHT Behalve bij : hij ligt, hij legt, hij zegt acht, recht, dicht, bocht, lucht

hoor je eeuw, ieuw, uw, denk dan aan de U voor de W hoor je eeuw, ieuw, uw, denk dan aan de U voor de W leeuw, nieuw, duw, sneeuw, schreeuw

alleen bij de ee achteraan, laat ik 2 klinkers staan twee, ree, zee, slee, snee, vee, nee

bij het langer maken wordt de F na een lange klank of dubbel bij het langer maken wordt de F na een lange klank of dubbel klank bijna altijd een V duif-duiven, slaaf-slaven, neef-neven, druif-druiven, brief-brieven F V

hoor je LUK aan het eind van een woord, dan schrijf je LIJK hoor je LUK aan het eind van een woord, dan schrijf je LIJK gevaarlijk, dierlijk, moeilijk, vrolijk, gemakkelijk luk lijk

Ug is een indianenwoord, je schrijft IG Ug is een indianenwoord, je schrijft IG beestachtig, driftig, twintig, zielig, nodig

hoor je aan het eind van een woord de lange klank aa, oo, ie, uu dan komt er in het meervoud een komma in plaats van de tweede letter zebra’s, opa’s, taxi’s, kano’s, paraplu’s ’S

bij het langer maken wordt de S na een lange klank of dubbele klank bijna altijd een Z haas-hazen, glas-glazen, doos-dozen, mees-mezen, kies-kiezen S Z

hoor je ZJ, dan schrijf je alleen een G hoor je ZJ, dan schrijf je alleen een G horloge, manege, stage, etalage, garage ZJ-G