ELEKTRONICA: HF 2 De diode

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Meten met de multimeter
Advertisements

Elektriciteit.
Hoofdstuk 5: Draaistroommotoren 6 BEI Elektriciteit en Lab Vanhee S.
Arbeidsfactor Arbeidsfactor.
Elektrische schakelingen
Lading Lading is een grootheid met symbool Q. De eenheid is de coulomb met symbool C.
Hoge spanning Lage spanning
8.3 spanning heb je al gauw door: Dylan en Dexter A2D-G2D.
havo: hoofdstuk 6 (stevin deel 1) vwo : hoofdstuk 6 (stevin deel 1)
Elektriciteit.
Samenvatting Newton H2(elektr.)
De halfgeleiderdiode.
Vormen van inductie Transformatie Zelfinductie
Elektrische en magnetische velden H16 Newton 5HAVO Na2
Herhaling hfd. 7 elektriciteit
Hoofdstuk 7 Elektrische structuur van de halfgeleider
Digitale bouwstenen dr. ir. Joni Dambre - prof. dr. ir. Jan Doutreloigne Other handouts In class quiz Course information sheet To handout next time.
Hoofdstuk 5 Elektriciteit
Inleidende begrippen i.v.m. elektrische stroom.
© 2013 | Noordhoff Uitgevers bv
LED’s.
Weerstand klimmen = weerstand.
Halfgeleider.
Geleiding in vaste stoffen
Toepassingen RC en RL schakelingen Terminologie filters
Wet van Ohm George Simon Ohm We gaan de wet van Ohm bespreken.
Samenvatting H 8 Materie
Elektrische schakelingen
Elektrische energie en vermogen
Warmte.
ELECTRICITEIT.
Hoofdstuk 8 Elektrische energie
Gemaakt door Ype en Ronald
Elektrische stroom 3T Nask1 1.1 Elektriciteit.
Elektriciteit.
GELIJKRICHTING.
HOOFDSTUK 2 PN JUNCTIE PN OVERGANG.
Elektriciteit (Hoofdstuk 7)
NTC en LDR N A S K I klas 3.
Techniek Explora Werken met leds Wim Broos Sofie Cobbaert Swa Cremers
Stromen bij digitale signalen
Energie De lading van een atoom.
WAT IS ELEKTRICITEIT H 8 Elektriciteit De wet van Ohm.
Serieschakeling van twee weerstanden
De condensator - De condensator - De condensator op wisselspanning
Halfgeleiders - Opbouw diode - Werking diode
Halfgeleiders 1 - Opbouw diode - Werking diode
N4H_05 voorkennis.
Elektriciteit H 3 Elektriciteit De wet van Ohm Ing W.T.N.G. Tomassen.
Door: Tim Rövekamp, Mike Hammen, Hamza Öner en Joep van de pol.
H 3 Elektriciteit De wet van Ohm Ing W.T.N.G. Tomassen Elektriciteit.
ELEKTRONICA BIBBERSPIRAAL
Hoofdstuk 2 - Elektriciteit
§13.2 Het foto-elektrisch effect
De elektrische stroomkring
Elektriciteit H 3 Elektriciteit De wet van Ohm Ing W.T.N.G. Tomassen.
Oefeningen Elektriciteit 2 AH
Inhoud Wat is elektriciteit Hoe ontstaat elektriciteit
§4.1 LEERDOELEN Uitleggen van de begrippen: stroomkring, stroommeter/-sterkte, geleiders, spanningsbron, spanningsmeter, weerstand, wet van Ohm, elektrisch.
INGEBRUIKNAME & TESTEN
Bewerkt door: P.T.M. Feldbrugge
H 8.5 Elektrische stromen Natuurkunde Overal 2 AH :22
Elektriciteit H 3 Elektrische stromen Natuurkunde Overal 2 AH
Elektriciteit Stroomkring Natuurkunde 2 AH :36
Oefeningen Elektriciteit 2 TH
5.2 De spanningsbron.
Meten met de multimeter
De elektrische stroom Vertakkingen
Naturalis 5.
Transcript van de presentatie:

ELEKTRONICA: HF 2 De diode 2.1 Bouw en functie van de diode 2.2 Verklaring van de junktiediode a) PN-junktie zonder uitwendig aangelegde spanning b) PN-junctie in sperzin aangesloten c) Lekstroom in sperzin d) PN-junktie in doorlaatzin aangesloten 2.3 Diodekarakteristieken Proef 2.5 Toepassingen van de diode 2.5.1 Gelijkrichting a) Wat? b) Enkelzijdige gelijkrichting 2.6 Speciale dioden 2.6.1 De LED 2.6.2. De zonnecel ZELFSTANDIG WERK (labo): c) Dubbelzijdige gelijkrichting

2.1 Bouw en functie van de diode * 2 delen halfgeleidend materiaal (Si of Ge): juiste dopering  P-type en N-type * Contactvlak = pn-junctie = grenslaag * P-type = anode = + * N-type = kathode = -

Doorlaatzin Sperzin * + (anode) met + pool verbinden * Weerstand zeer laag * + (anode) met – pool verbinden * Weerstand zeer hoog DIODE = schakelelement dat elektrische stroom SLECHTS IN 1 ZIN doorlaat

IR t + – – +

+ – – + wel niet De stroom kan door de diode. IR t © Annie Rutten

2. 2 Verklaring van de junktiediode 2.2 Verklaring van de junktiediode a) PN-junktie zonder uitwendig aangelegde spanning M = vrije positieve gaten Evenwicht  diffusiespanning ± 0,3 V (Ge) ± 0,6 V (Si) M = vrije elektronen http://www.econ.kuleuven.be/tew/labo/EES/demos/example3.htm DIFFUSIE Er ontstaat een elektrisch veld waardoor de ladingen niet meer verder kunnen recombineren, er is evenwicht Elektronen uit n-gebied diffunderen naar p-gebied EN gaten uit p-gebied diffunderen naar n-gebied Grenslaag/sperlaag

b) PN-junctie in sperzin aangesloten c) Lekstroom in sperzin *vrije elektronen worden aangetrokken naar pos pool batterij sperlaag pos ↑ Minderheidsladingsdragers ontstaan door thermische generatie  Tafhankelijk ! *vrije gaten worden aangetrokken naar neg pool batterij EN Gaten recombineren met elektronen die vanuit de batterij worden aangevoerd  sperlaag neg ↑ Elektronen recombineren met gaten + extra hulp door spanningsbron

d) PN-junktie in doorlaatzin aangesloten Aansluiting  * elektronen worden aangevoerd naar n-gebied  pos deel sperlaag ↓ * elektronen uit p-gebied wordt aangetrokken naar pos pool batterij  vrije gaten in sperlaag  neg deel sperlaag ↓ Spanning groot genoeg  sperlaag verdwijnt  1. rekombinatie 2. vorming van elektron-gat paren

2.3 Diodekarakteristieken Proef (stroomsterkte op y-as en spanning op x-as) Ge-diode 0,2-0,3 V Si-diode  0,6-0,7 V = Drempel- of diffusiespanning BESLUIT: diode in doorlaatzin geleidt pas als U > Ud

2.5 Toepassingen van de diode 2.5.1 Gelijkrichting a) Wat?

b) Enkelzijdige gelijkrichting Diode geleidt volledig Diode begint te sperren, wel nog stroom geleiding Diode spert volledig Diode begint te geleiden, Wel nog sperring Besluit: pulserende gelijkspanning over de weerstand p. 23!

Brugschakeling van 4 dioden = Gelijkrichter © Annie Rutten

+ - I t © Annie Rutten

– + I t © Annie Rutten

+ - I t © Annie Rutten

– + I t © Annie Rutten

Doel: van wisselspanning gelijkspanning maken. Voor de afvlakking van de spanning hebben we een nieuw schakelelement nodig: de condensator,

2.5.1. De condensator a) Wat? De condensator is een schakelelement die spanning tijdelijk kan opslaan. b) Symbool c) Wat doet het in een stroomkring? De condensator wordt opgeladen. Wanneer de stroombron losgekoppeld wordt van de stroomkring wordt de condensator ontladen en geeft zijn energie af.

Vervolgens wordt de condensator ontladen. e) Capaciteit d) Opbouw De condensator bestaat uit 2 plaatjes met daartussen een isolator. Doordat de stroom niet door de condensator kan wordt hij opgeladen, de ladingen blijven zitten aan de 2 plaatjes. Vervolgens wordt de condensator ontladen. e) Capaciteit Hoeveel lading kan een condensator opslaan. C uitgedrukt in Farad (F)

f) Combinatie diode condensator Wanneer de diode in sper zit treedt de condensator tijdelijk op als stroombron. Deze ontlaadt waarna de ompoling is gebeurd en de spanningsbron het weer over neemt.

2. 6. Speciale diodes 2. 6. 1 LED a) Wat 2.6. Speciale diodes 2.6.1 LED a) Wat? L = light E = emitting D = diode b) Symbool

c) Werking pn – junctie zoals bij een diode p – type en n – type materiaal wordt bij elkaar gebracht De diode wordt in doorlaatzin geschakeld.

c) Werking (deel 2) Recombinatie elektronen en gaten. Elektron en gat hebben een verschillende energie. Elektron moet zijn energie verlagen om te kunnen recombineren. Hierbij zendt deze een lichtdeeltje of foton uit.

c) Werking (deel 3) Energieverschil tussen gat en e- is materiaalafhankelijk. Hoe groter dit energieverschil, hoe groter de frequentie van het uitgezonden licht. De kleur van het uitgezonden licht is dus materiaal afhankelijk.

d) Schakeling Een LED moet altijd in doorlaatzin worden geschakeld. Je mag een LED nooit direct aan een spanningsbron schakelen. Er moet steeds een weerstand tussen. Er zou teveel stroom doorgaan waardoor de LED zou doorbranden.

2.6.2. De fotovolaische zonnecel a) Wat? Foto(n) = licht Volt (aisch) = spanning b) Werking Opnieuw hebben we te maken met een pn – junctie. Licht valt in op de zonnecel. Door deze energie worden elektron en gat van elkaar losgeslagen. Door inwendig elektrisch veld wordt het elektron naar een bepaalde kant gestuurd het gat blijft rondhangen. Er ontstaat elektrische stroom. Het elektron keert langs de andere kant terug naar de p-kant van de junctie en recombineert opnieuw met het gat.