Je lichaam in balans suikerbalans waterbalans
Cruciale rol voor: lever nieren
p. 114 - 115 lever
excretieorgaan gal afbraak giftige stoffen afbraak rode bloedlichaampjes afbraak vetten / aminozuren synthese glycogeen / eiwitten
Cellen van Kupffer Afbraak RBL
leverfuncties Schema 8.13
nieren p. 120 - 121
macroscopische bouw Figuur 8.24
microscopische bouw
Glomerulus = haarvatenkluwen
Samenstelling voorurine ureum creatinine water zouten glucose urinezuur witte bloedcellen
Samenstelling voorurine = Samenstelling plasma - eiwitten - vetten
Samenstelling voorurine ≠ Samenstelling urine
uit de voorurine: glucose zouten & water volledige reabsorbtie : gedeeltelijke reabsorbtie : zouten & water 150 L voorurine 1,5 L urine (24 u)
De suikerbalans p. 110 - 117
A.1 Suiker en evenwicht Glucosegehalte in bloed ± constant
te veel glucose in bloed opslag als leverglycogeen te weinig glucose in bloed leverglycogeen glucose
opslag glucose spierglycogeen leverglycogeen lichaamsvet nC6H12O6 (C6H10O5)n + n H2O spierglycogeen leverglycogeen lichaamsvet condensatiereactie
afbraak glycogeen enzym (C6H10O5)n + n H2O nC6H12O6 hydrolysereactie
Hormonale regulatie van het bloedglucosegehalte glucagon insuline
Insuline Bloedglucose
Invloed insuline op levercel
Invloed glucagon op levercel
Glucagon Bloedglucose
A.2 Suikerbalans ontregeld diabetes
Type 1:insuline-afhankelijk falen eilandjes van Langerhans meestal reeds op jonge leeftijd Type 2 :insuline-onafhankelijk insulineresistentie overgewicht ouderdomsdiabetes
Hyperglycemie beschadiging van organen en bloedvaten Hypoglycemie coma Toedienen van glucagon Hyperglycemie beschadiging van organen en bloedvaten Toedienen van insuline
De waterbalans p. 118 - 122
B.1 Water in balans Waterhuishouding geregeld door: hormonen nieren
Waterhuishouding is een reactie op: Verandering bloedvolume Verandering osmotische waarde bloed
Water tekort: Osmotische druk bloed H2O uit omliggende cellen Cellen verschrompelen Reactie door hersencellen Dorstgevoel Antidiuretisch hormoon ADH Permeabiliteit nierkanaaltjes Reabsorptie van H2O naar bloed
Water teveel: Bloedvolume bloeddruk Osmotische druk bloed Baroreceptoren boezems Reactie door hersenen: ADH Permeabiliteit nierkanaaltjes Uitgerekte boezems: ANP Reabsorptie van H2O Meer urineproductie
B.2 De waterbalans ontregeld Niergruis, nierstenen Nieraandoeningen nierdialyse Bloed zuiveren van afvalstoffen ‘hemodialyse’
EINDE