Het bloedvatenstelsel – Het lymfatisch systeem

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Overzicht Bloed Het hart De bloedsomloop Het lymfatisch systeem.
Advertisements

Bloedsomloop Rode kleur: met veel zuurstof = zuurstofrijk
Thema 3 Bloedsomloop.
Menselijk lichaam Bloedsomloop.
Hart en bloedvaten.
Samenstelling bloed.
Bloed en lymfe Blz. 39.
Bloedsomloop.
Het hart En werking.
Het bloed Het bloed.
Weefselvloeistof en lymfe
Transport van stoffen door het bloed
kennismakig met boed / JoJo september 2006
Transport Bs 1&2 Bloed en bloedsomloop. Transport van stoffen Klein afstanden: van cel tot cel –DIFFUSIE Bloedsomloop (mens) –Dubbele bloedsomloop Grote.
Het bloedvatenstelsel – Het lymfatisch systeem
Transport Bloed en bloedsomloop Informatie en animaties over het bloed.
Bloedsomloop 3 HAVO/VWO Thorbecke.
Samenvatting Bloedsomloop
Anatomie / fysiologie Cxx53 7 en 8 Hart 1
Hart.
De bloedsomloop Basisstof 1 t/m 5.
BLOED.
Overzicht van de stofwisseling
Bloedvatenstelsel 5Havo.
Het lymfestelsel.
TRANSPORT.
Over mijn lijf Ons hart klopt Gebruikte symbolen Ga naar mijn volgende dia Ga naar mijn voorgaande dia Ik wil nog even mijn informatie raadplegen Keer.
Thema 5: Transport HAVO 5 Boek: Biologie voor jou Deel: Havo B deel 2.
Hoofdstuk 8 Paragraaf 2.
Bloedonderzoek.
Paragraaf 4 Bloed stroomt
Het bloed kruipt waar het niet gaan kan
Bloedsomloop.
14 Je levensstroom 14.1 Continu transport Bloedvaten systeem, het hart
TRANSPORT Thema 5.
Samen met de website van:
Bloedvatenstelsel Functie Vervoer zuurstof en koolstofdioxide
Johan Bügel Campus Winschoten
5 Transport ©JasperOut.nl.
Bloedonderzoek.
Johan Bugel Campus Winschoten. Hoeveelheid bloed Johan Bugel Campus Winschoten  Man 5 liter  Vrouw 4,5 liter.
Les 3: Orgaanstelsels a - Hart en bloedvaten. Even ter info: Water(H 2 O) Mens is 60% water ± 42 liter Bloed: 5 – 6 liter Water is oplosmiddel, transportmiddel,
Waar is het voor? Hoe werkt het ook alweer?
TRANSPORT VO-CONTENT Leren voor SO1: Dia 2 t/m 14
De Bloedsomloop Bram Janssens.
Anatomie en Fysiologie
Hst. 2 Het circulatieapparaat
Week 2 Samenstelling bloed Bloedsomloop Inspanning.
Al je aantekeningen moeten in je dossier!
Grote en kleine bloedsomloop Hart en bloedvaten
Ademhaling en bloed.
Bloed, bloedafname en bloedonderzoek
§9.4 Je bloed stroomt Bladzijde 75.
De bloedsomloop Waarom hebben we een bloedsomloop:
bloedsomloop en lymfestelsel
Bloedquiz.
Het circulatieapparaat
Bloed, bloedafname en bloedonderzoek
Bloedsomloop.
Ademhaling en bloed.
Rond je cellen (BS 9.5).
Bs 5 Transport door het lichaam
Bloed Bloedgroepen Bloedstolling D17vab
Hart- en bloedvaten D17vab
Bloed Bloedgroepen Bloedstolling D17vab
Medische kennis Hart- en bloedvaten.
Bloedsomloop Circulatie systeem.
Transcript van de presentatie:

Het bloedvatenstelsel – Het lymfatisch systeem

Overzicht Bloed Het hart De bloedsomloop Het lymfatisch systeem

Overzicht Bloed Het hart De bloedsomloop Het lymfatisch systeem

Bloed Functie Plasma Bloedcellen Bloedgroepen

Bloed: Functie Transport Regulatie van Bescherming tegen Zuurstof Koolstofdioxide Voedingsstoffen Afbraakproducten Hormonen en vitaminen Water Vochtgehalte Osmotische druk Lichaamstemperatuur Zuurtegraad Bloedverlies Infecties

Bloed Functie Plasma Bloedcellen Bloedgroepen

Bloed: Plasma Volwassen mens heeft +/- 5l bloed Bloed = bloedplasma + bloedcellen Centrifugeren van onstolbaar gemaakt bloed Hematocriet = V (bloedcellen)/V (bloed) Serum = plasma zonder stollingseiwitten

Bloed: Plasma Samenstelling plasma: 90% water 6-8% eiwitten Suiker Zouten Hormonen en vitaminen Eindproducten stofwisseling

Bloed: Plasma Plasmaeiwitten 55% albumine 13% -globulinen Handhaven colloïd-osmotische druk Eiwitreserve Transport van o.a. vetzuren 13% -globulinen Niet-specifieke afweer Transport van o.a. koper, vitamines, ... 12% -globulinen Transport vitamines, vetten en ijzer 20% -globulinen = immunoglobulinen antistoffen

Bloed: Plasma Plasmazouten NaCl (0,6g /100 ml) KCl (0,02g /100 ml) CaCl2 (0,02g /100 ml) NaHCO3 (0,2g /100 ml)

Bloed: Plasma Functie ionen: regelen van pH en osmolaliteit => Juiste concentraties zeer belangrijk Regulatie ionenconcentraties aldosteron: Na+, Cl- Bijschildklierhormoon: Ca2+

Bloed: Plasma: Functies Transport van CO2, voedingsstoffen, afbraakproducten, hormonen, vitamines Afweer: leukocyten maken antistoffen aan (immunoglobulinen) => Immunologie Bloedstolling: Trombocyten Stollingsfactoren (plasma + weefsel)

Bloed: Plasma: Functies Regulatie Vochtgehalte: welke organen spelen hierbij een rol Osmotische druk: wat is osmose – verschil tussen osmotische en colloïd-osmotische druk? Zuurtegraad: hoe wordt deze uitgedrukt? Wat is neutraal – zuur - basisch Lichaamstemperatuur: Hoe wordt deze geregeld?

Bloed: Plasma: Functies Regulatie vochtgehalte Lichaam bestaat voor 60 à 70% water 65% intracellulair 35% extracellulair 75% weefselvocht 25% intravasculair Intracellulair vocht Vooral K+, fosfaat en sulfaat Extracellulair vocht Vooral Na+, Cl-

Bloed: Plasma: Functies Regulatie osmotische druk Membraan = semi-permeabel => Osmose Osmotische druk: waterverplaatsing a.g.v. verschillende concentraties aan zouten vooral belangrijk verschil intracellulair-extracellulair Hypertoon plasma: water gaat uit cellen => cellen verschrompelen Hypotoon plasma: water gaat in cellen => cellen zwellen en barsten => hemolyse Fysiologische zoutoplossing= 0,9 % NaCl = isotoon

Bloed: Plasma: Functies Regulatie osmotische druk Colloïd-osmotische druk (= oncotische druk): waterverplaatsing a.g.v. verschillende concentraties aan eiwitten 200x kleiner dan osmotische druk zouten Vooral verschil intravasculair-extravasculair (zouten kunnen over bloedvatwand, eiwitten niet) Wordt tegengewerkt door de bloeddruk Oedeem: vochtopstapeling in weefsel Hypoproteïnemisch oedeem Cardiaal oedeem Infectieus oedeem

Bloed: Plasma: Functies Regulatie zuurtegraad pH (bloed)= 7,35 – 7,45 Lager: acidose Hoger: alkalose Nieren: uitscheiding van alkalische stoffen (bicarbonaat) of zuren (fosfaten) Longen: Dieper in-en uitademen => meer CO2 weg => pH stijgt Minder diep in-en uitademen => minder CO2 weg => pH daalt Hyperventilatie?

Bloed: Plasma: Functies Regulatie lichaamstemperatuur Normale lichaamstemperatuur: 36,4 – 37,4 °C Thermoregulatie: bloed vervoert warmte naar rest van lichaam Warmte afgeven Capillairen meer open Buitentemperatuur lager

Bloed Functie Plasma Bloedcellen Bloedgroepen

Bloed: Bloedcellen Rode bloedcellen (RBC) = erythrocyten Witte bloedcellen (WBC) = leukocyten Bloedplaatjes = trombocyten

Bloed: Bloedcellen: RBC Rode bloedcellen 4 – 6,5 miljoen / l bloed Diameter = 7m Geen celkern Aanmaak: Erythroblasten -> normoblasten -> reticulocyten -> erytrocyten Stimulatie door EPO (nieren) Vit B12 nodig voor rijping Levensduur RBC = 120 dagen Afbraak in reticulo-endotheliaal systeem

Bloed: Bloedcellen: RBC Rode bloedcellen Functie: Zuurstoftransport Koolzuurtransport Via hemoglobine Bestaat uit haem (met ijzer) en globine Bindt zuurstof in de longen en laat het weer vrij in de capillairen Bindt koolzuur in de capillairen en laat het weer vrij in de longen

Bloed: Bloedcellen: WBC Witte bloedcellen Beschermen tegen indringers 4000-10.000/ l bloed Monocyten Lymfocyten Granulocyten Neutrofiel Eosinofiel basofiel

Bloed: Bloedcellen: WBC Granulocyten: 12-16 m 66% van de WBC Kunnen zichzelf voortbewegen (amoeboïde beweging) en zich door een vaatwand verplaatsen (diapedese) Aanmaak in rode beenmerg uit myeloblasten

Bloed: Bloedcellen: Bloedplaatjes Bloedplaatjes = trombocyten 150.000-300.000 / l bloed Diameter = 2- 4m Geen celkern Aanmaak in beenmerg door uiteenvallen van megakaryocyt Levensduur 7 – 10 dagen Functie: bloedstolling (in samenwerking met stollingsfactoren)

Bloed: Bloedstolling Defect in vaatwand Bindweefselvezels komen bloot te liggen Trombocyten hechten hieraan Stollingsfactoren worden geactiveerd Stollingsfactor XII zet factor X om in Xa Samen met Ca2+ en trombocytenfactor zet Xa protrombine om in trombine Trombine zet zet fibrinogeen om in fibrine Fibrine zal samen met de trombocyten trombus vormen

Bloed: Bloedstolling

Bloed: Bloedcellen Afwijkingen RBC: Bloedplaatjes: Anemie (te weinig) Door bloedverlies, ijzertekort, verhoogde afbraak, probleem beenmerg... Polycythemie (te veel) Bloedplaatjes: Trombocytopenie(te weinig) Door aandoeningen beenmerg, bestraling, cytostatica Trombocytose (te veel) Door bloedarmoede, verwijdering milt, infecties

Bloed: Bloedcellen Afwijkingen WBC Leukopenie (te weinig) Bij virale infecties Leukocytose (te veel) Bij infecties, kankers (leukemie) Agranulocytose (geen granulocyten) Bij behandeling met cytostatica

Bloed Functie Plasma Bloedcellen Bloedgroepen

Bloed: Bloedgroepen Antigenen op rode bloedcellen (agglutinogenen) A, B, AB, 0 Rhesus + en – Antistoffen tegen agglutinogenen = agglutininen In serum Tegen antigenen die men niet bezit Bij AB-systeem: vanaf geboorte Rhesussysteem: na eerste contact

Bloed: Bloedgroepen Transfusie Donorbloed: bevat antigenen (agglutinogenen) Ontvangerbloed: bevat antistoffen (agglutininen) Men mag dus enkel bloed ontvangen van donor die geen bloedgroep heeft waartegen ontvanger antistoffen heeft Anders: agglutinatie (klontering)

Bloed: Bloedgroepen ONTVANGER D O N R A+ A- B+ B- AB+ AB- 0+ 0- + -

Bloed: Bloedgroepen Rhesusantagonisme: Zwangere vrouw rhesusnegatief en vader van het kind rhesuspositief Kind kan rhesuspositief zijn Bij geboorte: moeder maakt antistoffen aan tegen RBC kind Probleem bij volgende zwangerschap Oplossing: antiserum geven zodat moeder geen antistoffen kan maken

Overzicht Bloed Het hart De bloedsomloop Het lymfatisch systeem

Het hart Bouw Bloedvoorziening Werking Prikkelgeleiding ECG

Het hart Bouw Bloedvoorziening Werking Prikkelgeleiding ECG

Hart: Bouw Hart Ligging: Hartwand: = hol orgaan Functie: bloed rondpompen in het lichaam Ligging: In mediastinum = centrale ruimte borstkas Links de borstholte, achter het sternum Apex= hartpunt (naar links onder gericht) Hartwand: Endocard (endotheel -> binnenbekleding) Myocard (spierlaag) Epicard (bindweefsel -> buitenbekleding) Hartzakje = pericard (niet-elastisch bindweefsel)

Hart: Bouw Arteria pulmonalis aorta Vena cava superior Linker boezem pulmonalisklep Vena pulmonalis Rechter boezem aortaklep mitralisklep tricuspidalisklep linkerkamer rechterkamer klepspiertjes myocard septum Vena cava inferior aorta

Hart: Bouw 4 ruimtes Rechteratrium Rechterventrikel Linkeratrium Linkerventrikel

Hart: Bouw 4 kleppen Tricuspidalisklep Pulmonalisklep Mitralisklep Aortaklep Kleppen tussen atria en ventrikels hangen met spieren (papillairspieren) en pezen (chordae tendinae) vast Kleppen kunnen niet terugklappen

Het hart Bouw Bloedvoorziening Werking Prikkelgeleiding ECG

Hart: Bloedvoorziening Kransslagaders (coronaire arterieën) ontspringen net na aortaklep Voorzien de hartspier van bloed Zuurstofarm bloed in kransaders Vloeien samen in sinus coronarius Mondt uit in rechterboezem

Het hart Bouw Bloedvoorziening Werking Prikkelgeleiding ECG

Hart: Werking Normaal hartritme = 70 slagen/minuut 2 pompen: links en rechts Welke aders en kamers komt het bloed achtereenvolgens tegen? (Vanaf vena cava) Wat gebeurt er in de 3 fasen van de hartwerking? Systole atria Systole ventrikels diastole http://biodesk.nl/bloed/hart.php

Hart: Werking samentrekking of systole van de atria De atria trekken samen De ventrikels zijn ontspannen De aderkleppen sluiten De mitralis- en tricuspidaliskleppen worden open geduwd De pulmonalis- en aortakleppen zijn gesloten Het bloed stroomt van atria naar ventrikels

Hart: Werking samentrekking of systole van de ventrikels De atria zijn ontspannen De ventrikels trekken samen De aderkleppen zijn open De mitralis- en tricuspidaliskleppen sluiten De pulmonalis- en aortakleppen openen Het bloed stroomt van ventrikels naar slagaders en van aders naar atria

Hart: Werking Ontspanning of diastole van de ventrikels De atria zijn ontspannen De ventrikels zijn ontspannen De aderkleppen zijn open De mitralis- en tricuspidaliskleppen worden open geduwd De pulmonalis- en aortakleppen zijn gesloten Het bloed stroomt van aders naar aders en slagaders

Het hart Bouw Bloedvoorziening Werking Prikkelgeleiding ECG

Hart: Prikkelgeleiding De prikkel: Ontstaat in de sinusknoop. Van daaruit verspreidt die zich over beide atria. Wordt dan opgevangen in de atrioventrikulaire knoop. Worden voortgeleid naar de ventrikels via de bundel van His Deze bundel splitst zich uiteindelijk in kleine takjes, de Purkinjevezels.

Hart: Prikkelgeleiding Doordat de elektrische prikkel zich minder snel voortplant in de bundel van His, zullen de ventrikels iets later dan de atria samentrekken. Nervus vagus (parasympatisch): sinusknoop trager Nervus sympathicus: sinusknoop sneller

Het hart Bouw Bloedvoorziening Werking Prikkelgeleiding ECG

Hart: ECG ECG= Electrocardiogram = registratie van de electrische activiteit van het hart P-golf: depolarisatie atria QRS-complex: depolarisatie ventrikels T-golf: repolarisatie kamers http://www.biovoorjou.be/cdrom/BVJ_5_W/spelletjes/hartwerkingDEF.swf

Overzicht Bloed Het hart De bloedsomloop Het lymfatisch systeem

De bloedsomloop Bloedvaten De bloedsomloop Bloeddruk

De bloedsomloop Bloedvaten De bloedsomloop Bloeddruk

Bloedsomloop: Bloedvaten Bloedvaten: 3 lagen Intima (endotheelcellen) Media (gladde spiercellen) Adventitia (bindweefsel)

Bloedsomloop: Bloedvaten 3 soorten bloedvaten Slagaders (arteriën) en arteriolen Haarvaten (capillairen) Aders (venen) en venulen

Bloedsomloop: Bloedvaten Slagaders (Arteriën) Vertrekken vanuit het hart naar de organen Vervoeren zuurstofrijk bloed behalve de AaPulmonalis (longslagader) Goed ontwikkelde media (spierlaag) Veel elastische vezels in intima Monden uit in kleinere arteriolen

Bloedsomloop: Bloedvaten Aders (Venen) Brengen bloed van organen naar hart Vervoeren zuurstofarm bloed behalve de Vena Pulmonalis (longader) Minder dikke vaatwand dan arteriën (lagere druk) Hebben kleppen die enkel in de richting van het bloed opengaan (verhinderen terugstroom) Kleinere venulen gaan over in venen

Bloedsomloop: Bloedvaten Haarvaten (Capillairen) Weefselbloedvaten Zorgen voor uitwisseling van stoffen tussen bloed en weefsels 1 laag endotheel met dunne bindweefsellaag

De bloedsomloop Bloedvaten De bloedsomloop Bloeddruk

De bloedsomloop Kleine bloedsomloop Grote bloedsomloop Brengt bloed van het hart naar de longen en weer naar het hart Grote bloedsomloop Brengt bloed van hart naar organen en terug naar hart

Bloedsomloop Kleine bloedsomloop: Rechterventrikel Arteria pulmonalis Kleinere arteriën Haarvaten Kleine venen Venae pulmonalis linkeratrium

Bloedsomloop Grote bloedsomloop Linkerkamer Aorta Vertakkingen naar verschillende organen en weefsels Vena cava (inferior en superior) Rechteratrium

De grote bloedsomloop

Poortadersysteem Veneus bloed van ingewanden wordt gedraineerd via dit systeem Veneus bloed uit dikke, dunne darm en milt komt samen in de VENA PORTA die de lever binnengaat thv de leverpoort Opgenomen voedingstoffen worden in de lever verwerkt Uit de lever (boven) lopen 3-4 v. hepaticae met verwerkte veneuze bloed naar de vena cava inferior

Bloedsomloop Bloedsomloop voor de geboorte Bloedsomlopen van moeder en kind gescheiden In placenta: haarvaten van moeder en kind dicht bijeen Uitwisseling van stoffen Zuurstof en voedingsstoffen van moeder komen via navelstreng in kind Lever en longen werken nog niet

De bloedsomloop Bloedvaten De bloedsomloop Bloeddruk

Bloeddruk = druk in bloedvaten Is grootst in slagaders dichtbij linkerventrikel Daalt naarmate verder verwijderd van hart Wisselt met systole en diastole Systolische druk: 120-130 mm Hg Diastolische druk: 70-80 mm Hg Problemen: Hypertensie: 150 /100 mm Hg Hypotensie

Overzicht Bloed Het hart De bloedsomloop Het lymfatisch systeem

Het lymfestelsel Lymfe: vloeistof dat naast het bloed circuleert Stroomt in aparte vaten= lymfevaten (hebben kleppen) Lymfe wordt gedraineerd uit intercellulaire ruimten naar de lymfewegen twee grote vaten: Ductus thoracicus (mondt uit in linker vena subclavia) Ductus Lymphaticus Dexter mondt uit in rechter vena subclavia)

Het lymfestelsel Lymfeklieren: Kleine orgaantjes: 1-25 mm Functie: Aanmaak en opslag lymfocyten Filtreren en vernietigen vreemde stoffen en micro-organismen Aanmaak van antistoffen Tussenstations van lymfevaten Kunnen opzwellen bij infectie

Het lymfestelsel Regionale lymfeklieren Hals Oksels Lies

Het lymfatisch systeem Thymus Ontwikkeling voorlopers T-lymfocyten Speelt rol bij cellulaire immuniteit Verhoudingsgewijs groter bij kinderen