Hoofdstuk 2 Temperatuur en warmte

2.1 Waar gaat dit hoofdstuk over? 4. Waarom moeten we zuinig zijn met energie? 1. Wanneer wordt koorts gevaarlijk? 3. In de woestijn kan het 500 C worden. Waarom dragen Arabieren toch dikke kleding ? 2. Wat is de brandstof voor ons lichaam?

2.2 Uitzetten en krimpen Ik ben Willem ´s Gravesande. Mijn bol is wereldberoemd Vreemde rails? 3 fasen glas Waarom heeft elke brug twee spleten? Wat is met deze rails gebeurd?

2.3 Temperatuur meten Ik ben Anders Celsius. Ik heb een temperatuurschaal gemaakt voor de thermometer. Bij 00 Celsius verandert zuiver water in ijs. Het was vloeibaar en wordt nu vast (stollen). Bij 1000 Celsius verandert zuiver water in waterdamp. Het was vloeibaar en wordt nu gasvormig (verdampen). Celsius Fahrenheit Kelvin Uitzetten stollend water

2.3 Temperatuur meten Digitale koortsthermometer schaalverdeling capillair vloeistofreservoir Als de vloeistof in de thermometer verwarmt wordt, stijgt het peil want de vloeistof zet dan uit. Koelt de vloeistof af dan krimpt de vloeistof en daalt het peil.

2.3 Temperatuur meten Zo werkt een bimetaal: Kamertemperatuur: de bimetaal is recht. De bimetaal wordt verwarmd. De blauwe strook zet meer uit. De bimetaal trekt krom. De bimetaal wordt gekoeld. De blauwe strook krimt meer. De bimetaal trekt naar de andere kant krom. Bimetaal strip

2.5 energiebronnen en energiesoorten De eenheden van energie zijn de joule (J) en kilojoule (kJ) Elke dag naar school fietsen, ….dat kost energie! Energiesoorten kunnen in elkaar worden omgezet. energiebronnen Bewegings-energie Stralings-energie chemische energie warmte elektrische energie

2.6 Warmtetransport aluminium glas Warmtetransport is het verplaatsen van warmte. Warmte gaat van een plaats met hoge temperatuur naar een plaats met lage temperatuur aluminium Sommige vaste stoffen kunnen warmte transporteren door geleiding. Bij geleiding blijft de stof op zijn plaats. Alle metalen zijn goede warmtegeleiders. Glas, plastic, hout en wol zijn slechte warmtegeleiders. Zij zijn warmte-isolatoren. Vloeistoffen en gassen zijn ook slechte warmtegeleiders glas Vloeistoffen en gassen transporteren warmte door stroming. De stroming van in warme gassen en vloeistoffen gaat omhoog

2.6 Warmtetransport Door straling wordt warmte van de zon naar de aarde getransporteerd. Voor straling heb je geen tussenstof nodig. Donkere voorwerpen absorberen meer straling. Donkere voorwerpen stralen ook meer warmte uit Ozonlaag