Presentatie Website Taalkunde project Zweeds Inleiding Taalkunde 2009 Cursus J. Linthorst, M. van de Burgwal and A.J. Verpalen Cognitive Artificial Intelligence.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Redekundig ontleden Over waarom, wat en hoe....
Advertisements

Grammar Chapter 4 – G3 Aangeplakte vragen = Question tags.
Grammar Chapter 4 – G1 What en Which.
PAST SIMPLE (VERLEDEN TIJD)
Voltooid tegenwoordige tijd
Grammar Chapter 4 – G4 Meervoud.
Instructie grammatica
The present perfect.. Ik heb gefietst. We zijn naar de bioscoop geweest. En we hebben een appeltaart gebakken. Voltooide tijd: Als iets in het Nederlands.
Persoonsvorm Saskia Hoekx.
In het Nederlands antwoord je vaak heel kort:
Sociolinguïstiek Bijeenkomst 3.
Taalkunde Grammatica A
Everything you need to know for your test in the test week!
24 juni 2003Johnson en Morrill in Israel Een studie naar de Johnson Morrill Hypothese in relatie tot de Hebreeuwse taal; implementatie van bewijsnetten.
Bulgaars Български Bălgarski.
Afrikaans Door: Alex Poessé -Milou Pet Richard Bethlehem
Noors Inleiding Taalkunde Björn Klaassen Bos Patrick van Stiphout
Eva Croonen, Koen Klinkers, Gijs Wijnholds, Melchior Langeveld
Syntaxis 2.
LATIJN Taalproject – Inleiding Taalkunde Periode 4 Jessica Heeman Jelle Don Erik-Jan van Gelderen Chantal van Dijk.
RWW unit 6 Passive-de lijdende vorm Vergelijk deze zinnen:
Interrogative sentences
Bezittelijk voornaamwoord
Grammar Chapter 6 G 3 Some en Any. Some en Any In klas 1 heb je al iets over some en any geleerd, nl dat beide woorden te maken hebben met een onbepaalde.
Grammar Chapter 4 – G2 If + past simple. Je wist al dat je voor het woordje als in het Engels if kunt gebuiken. We gaan hier even mee verder. Het kan.
In deze powerpoint vind je basis-grammatica: zaken die je na 3 onderbouwjaren eigenlijk niet onbekend voor mogen komen. Klik op een van onderstaande onderwerpen.
Persoonsvorm Saskia Hoekx.
Taaltheorie en Taalverwerking Week 5: – Natuurlijke Taal Syntax. (Uitbreiding op CFG: Features.) – Human Parsing: Center-Embedding.
Past Simple Onvoltooid verleden tijd Regelmatige werkwoorden:
Year 1 Grammar 4.1 NL: ik ENG: “I” is overal met een hoofdletter.
Grammar 4.1: Present Simple
Persoonlijke voornaamwoorden
Question-tags toch? is het niet? nietwaar? hè? is het wel?
Three steps to success Foutloos zinnen vertalen in drie stappen
Grammatica Nederlands
Nederlands Woordsoorten.
Woordvolgorde Bepaling van tijd.
WERKWOORDSPELLING Hoe doe je dat ?.
Taaloefeningen.
De aktieve tijd Nehalennia VMBO 2 M. Jeras.  I sit in the classroom  Of:  I am sitting in the classroom.
Stage: Basisschool de Klingerberg
Syntaxis 1. Inleiding: Combinaties Combinaties op verschillende niveaus: Lettergrepen als combinaties van fonemen. (College 3,4) Woorden als combinaties.
Wat gaan we doen vandaag?
Woordsoorten Maud Hutten.
Vragende/ontkennende zinnen. 1.Met behulp van to do Betalen wij de rekening? Do we pay the bill? Wij betalen de rekening niet. We do not pay the bill.
Hoe gebruik je een woordenboek?
Woordsoorten benoemen
 Bepaald?  Bepaald:De het  Bepaald: de het  Onbepaald?
VRIJDAG 4 MAART NEDERLANDS. PROGRAMMA 15 minuten lezen Herhalen hoofdstuk 4 Oefeningen maken (TEST of oefenen op de site NN)
De lidwoorden Kleine woorden met grote gevolgen!! Welke ken je? (ne en fa du)
Grammatica zinsdelen H1 t/m H6
Allesvoorengels.nl. 1. Wat betekenen some en any? 2. Wanneer gebruik je some? 3. Wanneer gebruik je any? 4. Woorden met some en any erin 5. Samenvatting.
HERHALING U5 EN U6 2HSP. BRON D – UNIDAD 5 Het bezittelijk vnw geeft aan van wie iets of iemand is. In het Spaans hangt de vorm van het bezittelijk vnw.
Grammatik C + I Redemittel D + J
Inleiding Bijbelwetenschappen Online School of Catholic TheologyDr. Archibald L.H.M. van Wieringen pr. W ERKWOORDSTIJDEN (in plaats van ‘werkwoordelijke.
Present perfect Voltooid tegenwoordige tijd. Bevestigende zinnen De present perfect bestaat uit have / has + voltooid deelwoord. I, you, we, they have.
Grammar – period 2.
Engels Alles nog even herhalen hoofdstuk 13 Nu Engels boek B
De Onvoltooid Verleden Tijd
Toekomende tijd: met “going to”
Demonstrative pronouns Aanwijzende voornaamwoorden
Betrekkelijk voornaamwoorden
Much / many / a lot of (a) few / (a) little
Hulpwerkwoorden Hoofdwerkwoorden vs hulpwerkwoorden
Chapter 1 Looking back Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
New Interface Grammar: Unit 1.
GRAMMATICA Unit 3 klas 2 Aanwijzende voornaamwoorden, bezittelijke voornaamwoorden, de voltooide tijd en het lidwoord a/ an.
NEW INTERFACE UNIT 2 : GRAMMAR
Chapter 3 Who dares? Grammar Stepping Stones 3 havo
Woordbenoemen Zelfstandig naamwoord, eigennaam, lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, voorzetsel, telwoord.
Transcript van de presentatie:

Presentatie Website Taalkunde project Zweeds Inleiding Taalkunde 2009 Cursus J. Linthorst, M. van de Burgwal and A.J. Verpalen Cognitive Artificial Intelligence – Universiteit van Utrecht

Inhoud presentatie Home-page site Joost: Syntaxis en Morfologie/Syntaxis Myrna: Morfologie en Syntaxis/Semantiek Sander: Discourse en Fonologie Conclusie

Home-page site

Fonologie Fonemen: DentaalPalataal Fricatief /s/ / ɕ / ä of ö komt. Anders is het een sk klank als in ‘scare’. De foneem ɕ houdt het midden tussen de Engelse sh klank en de Duitse ch als in ‘ich’ mits hij voor e, i, y, ä of ö komt. Anders is het een sk klank als in ‘scare’. Minimaal paar: ZweedsNederlands kjolrok solzon

Fonologie Assimilatie: Fonologische regel: /r/  [_]/_[ C ] [tril] [alveolair/nasaal] [alveolair/plosief] [alveolair/plosief] [alveolair/lateraal approximant] [alveolair/lateraal approximant] Bijvoorbeeld ‘Kommer du?’ wordt uitgesproken als [kəmə ɖ u]. ɖ Fonologische regel: [V] /_ /n/  /m/ /_ /b/ [kort] [alveolair] [bilabiaal] [bilabiaal] [unstressed] Bijvoorbeeld ‘min bror, en boll’ wordt uitgesproken als [mimbror], [emboll]. (Swedish: An essential grammar, Philip Holmes and Ian Hinchliffe 1997).

Fonologie De algemene structuur is (C)(C)V(C)(C). Voorbeelden: Q Q I / \ R O R / \ / \ N C N C ö l b o k Q / \ / \ O R O R / \ / \ /\ N C N C s t o l / \ h öj d

Morfologie Prefixen Nederlands:Zweeds:Voorbeeld: onoonödiga ininineffektiv ontdedemaskera heråteråteruppta overoveromskrivning verförförsvara

Suffixen Bij verleden tijd stam + de. In sommige gevallen stam + te. Nederlands:Zweeds:Voorbeeld: zoekenhittahitta + de  hittade hebbenhaha + de  hade sprekentalatala + de  talade lezenläsaläs + te  läste Bij meervoud ‘ar’, ‘er’ of ‘or’ achter het woord. Boeken:böcker Pennen:pennor Deuren:dörrar Uitzondering: applen Morfologie

Suffixen Van b.n. naar z.n. Van z.n. naar b.n. Nl: Zweeds: Voorbeeld: Nl: Zweeds: Voorbeeld: heid het ärlighet ig ig trevlig teit tet prioritet isch isk fantastisk te lek storlek ief iv effektiv Morfologie

Morfologie/ Syntaxis Zweeds heeft geen naamvalsuitgangen voor de NP als gevolg van een functie in de zin. Een uitzondering hierop is het s-genitief bil = auto bils = van de auto Die s blijft wegt als het oorspronkelijk woord al op een s eindigd huis = hus van het huis = hus Alleen persoonlijke voornaamwoorden veranderen als ze een andere functie aannemen.

Morfologie/ Syntaxis Geen dependency tussen subject en werkwoord jag talar - ik spreek vi talar - wij spreken du talar - jij spreekt ni talar- jullie spreken/u spreekt han/hon talar - hij/zij spreekt de talar - zij spreken Wel dependency tussen lidwoord en zelfstandig naamwoord Klok = klocka De klok = klockan Klokken = klockorDe klokken = klockorna Klokken = klockorDe klokken = klockorna(enkelvoud/meervoud) Huis = husHet huis = huset(geslacht) Een huis = ett huset Een huis = ett huset (bepaald/onbepaald) Wel dependency tussen adjectief en zelfstandig naamwoord Heeft dezelfde dependency’s als de lidwoorden.

Syntaxis Zweeds is een SVO taal net als Engels. S V O S V O S V O S V O - The king found some books - Kungen hittade några böcker Hulpwerkwoord en hoofdwerkwoord staan bij elkaar zoals in het Engels: - They will stir it for three hours. De kommer att röra om i den under tre timmar. Indirect object komt achter het werkwoord zoals in het Engels: V IO V IO V IO V IO - The man gave a book to his daughter. - Den mannen gav en bok till sin dotter. Ook in een bijzin wordt de SVO volgorde aangehouden S V ( S V O ) S V ( S V O ) - Miranda knew that Prospero had many books. - Miranda knew that Prospero had many books. - Miranda visste att Prospero hade många böcker.

Syntaxis Syntactisch lijkt Zweeds behoorlijk op het Engels. Wij vonden de volgende herschrijfregels via de gegeven zinnen: S  NP VP NP  det N PP NP  det N NP  AP NP NP  N VP  V NP PP VP  V NP VP  V PP VP  V S VP  V VP VP  V PP  prep NP AP  A

Syntaxis Je hebt zowel finiete als infiniete bijzinnen in het Zweeds: Finiet: Falstaff drank because he was thirsty  Falstaff drack för att han var törstig Infiniet: Prospero has promised to give her all the books.  Prospero har lovat att ge henne alla böckerna. Verschillen in hoofd en bijzinnen: - Er zijn behoorlijk weinig verschillen in hoofd en bijzinnen. Beiden werken volgens de SVO methode. - Het woordje ‘niet’ (‘inte’) komt in het zweeds in de bijzin vóór het werkwoord in plaats van erna. - Andere woorden die dat doen zijn alltid (altijd), ofta (vaak), en aldrig (nooit). - Ook verandert het zweedse woordje ‘geen’ (‘inge’) in het woord ‘någon’ als deze in een bijzin staat.

Syntaxis/ Semantiek Negatie Niet = inte Grammatica bij ontkenning lijk op Nederlands: Hij is niet aardig=Han är inte trevlig Ik ben niet oud=Jag är inte gammal Jij kan mij zien= Du kan inte se mig Geen = ingen Vervoegingen bij verschillende soorten zelfstandig naamwoorden: bij meervoud:inga Inga möss bij onzijdig:inget Inget hem overig:inge Ingen brand

Syntaxis/ Semantiek Negatie Om de woorden aan de linkerkant te ontkennen, wordt er in het Nederlands een ‘n’ voor gezet : iets-niets iemand-niemand ergens-nergens ooit-nooit In de Zweedse taal veranderen de worden compleet: någonting– ingenting någon –ingen någonstans –ingenstans någonsin – aldrig

Syntaxis/ Semantiek Argumenten Zweeds bijna altijd zelfde aantal argumenten. Sommige werkwoorden hebben een verschillend aantal argumenten. Falstaff drack ett glas öl3 argumenten Falstaff drack för att han var törstig2 argumenten

Discourse Pronomina Het Zweeds kent pronomina. Deze zijn niet optioneel: He did not read any books to his son. -Han läste inga böcker för sin son. They will stir it for three hours. - De kommer att röra om i den under tre timmar She will put the book on a chair. -Hon kommer att lägga boken på en stol.

Discourse Lidwoorden Definiete lidwoorden: ZinVertaling Zijdig‘En dag.’‘Een dag.’ Onzijdig‘Ett år.’‘Een jaar.’ Indefiniete lidwoorden: Indefiniete lidwoorden: ZinVertaling Zijdig‘dagen.’‘De dag.’ Onzijdig‘året’‘Het jaar.’

Fonologie Fonemen: DentaalPalataal Fricatief /s/ / ɕ / Minimaal paar: ZweedsNederlands kjolrok solzon

Fonologie Assimilatie: Fonologische regel: /r/  [_]/_[ C ] [tril] [alveolair/nasaal] [alveolair/plosief] [alveolair/plosief] [alveolair/lateraal approximant] [alveolair/lateraal approximant] Bijvoorbeeld ‘Kommer du?’ wordt uitgesproken als [kəmə ɖ u]. ɖ Fonologische regel: [V] /_ /n/  /m/ /_ /b/ [kort] [alveolair] [bilabiaal] [bilabiaal] [unstressed] Bijvoorbeeld ‘min bror, en boll’ wordt uitgesproken als [mimbror], [emboll]. (Swedish: An essential grammar, Philip Holmes and Ian Hinchliffe 1997).

Vragen?