Thema 3 Bloedsomloop
1. Bloed Rode Bloedcel Bloedplaatje Onderdeel Functie Rode Bloedcellen Vervoeren van zuurstof (door hemoglobine) Witte Bloedcellen Doden van bacteriën en ziekteverwekkers Bloedplaatjes Zorgen voor bloedstolling (korstjes) Bloedplasma Vervoeren van voedingsstoffen, koolstofdioxide, afvalstoffen en zuurstof Bloedplasma Witte Bloedcel
1. Bloed Wist je dat… Pus, Een mengel is van dode witte bloedcellen en gedode bacteriën? Etter, Een ander woord voor pus is? Hemoglobine, Een stof is die rode bloedcellen rood maakt? Trombose, Een ander woord is voor een bloedprop (door bloedstolling) in een bloedvat? Rode bloedcellen, Géén celkern hebben? Net als bloedplaatjes? Bloedstolling, Wordt veroorzaakt door bloedplaatjes én een stof in je bloedplasma? Witte bloedcellen, Wél een celkern hebben? En ze door de wand van haarvaten heen kunnen? Bloedarmoede, Wordt veroorzaakt door een tekort aan hemoglobine?
2. Bloedsomloop Dubbele bloedsomloop! Kleine Bloedsomloop Haalt zuurstof op in de longen. Bloed stroomt van het hart naar de longen (via longslagader) en weer terug naar het hart (via de longader). Grote Bloedsomloop Brengt zuurstof naar de cellen in je lichaam (in bijv. je organen). Bloed stroomt van het hart naar de organen (via de Aorta en de slagaders) en weer terug naar het hart (via de aders en holle aders). Dubbele bloedsomloop! Het bloed stroomt per omloop 2x door het hart!
3. Het hart Onderdeel Dit moet je weten! Kransslagader Vervoerd zuurstofrijk bloed en voedingsstoffen naar de hartspier. Kransader Vervoerd zuurstofarm bloed met koolstofdioxide en afvalstoffen van de hartspier af. Holle aders De holle aders vervoeren zuurstofarm bloed vanaf de organen naar het hart. Het bloed stroomt vanuit de holle aders de rechterboezem in.
3. Het hart De Kleppen in het hart De halvemaanvormige kleppen zorgen ervoor dat het bloed niet terug de kamers in stroomt. Ze gaan open als de kamers samentrekken. De linker- en rechterhartkleppen gaan dicht als de kamer samentrekt zodat er geen bloed terug de boezems in gaat. Onderdeel Dit moet je weten! Rechterkamer Vanuit de rechterkamer wordt zuurstofarm bloed de longslagader in gepompt. Linkerkamer De linkerkamer heeft de dikste wand van het hart en pompt zuurstofrijk bloed de Aorta in. Longaders Zuurstofrijk bloed stroomt vanuit de longaders de linkerboezem in.
4. De bloedvaten Slagader Haarvat Ader Slagaders Aders Wand Dikke wand Dunne wand Bloeddruk Hoge bloeddruk Lage bloeddruk Kleppen Geen kleppen Wel kleppen Hartslag Is te voelen Is niet voelbaar Zuurstof Zuurstofrijk (behalve longslagader) Zuurstofarm (behalve longader) Richting bloed Naar de organen Terug naar het hart Haarvat Ader Haarvaten Lopen door de organen Wand is maar één cel laag dik Witte bloedcellen, zuurstof, voedingsstoffen, afvalstoffen, etc. kunnen door de kleine gaatjes in de wand heen en naar de cellen toe.
4. De bloedvaten Linkerkamer Alle bloedvaten die vanuit de linkerkamer komen (aftakkingen van de Aorta) zijn SLAGADERS. Holle Aders Vanaf de organen komt al het zuurstofarme bloed uit de aders samen in de HOLLE ADERS. Poortader Vanaf de darmen stroomt bloed dat zuurstofarm is maar rijk aan voedingsstoffen van de darmen naar de lever door de POORTADER.
5. Hart en vaatziekte Hart- of Vaatziekte Uitleg Hartinfarct Als een kransslagader verstopt raakt krijgt je hartspier geen zuurstof en voedingsstoffen meer en krijg je een hartinfarct (of hartaanval). Aderverkalking Wanneer er een vetachtige stof aan beschadigingen aan de binnenkant van je aders blijft plakken en hier kalk op komt worden de wanden van je aders minder elastisch. Dit noemt men artherosclerose (Slagaderverkalking)
6. Uitscheiding De Nieren Je Nierschors en Niermerg halen afvalstoffen, overtollig water, overtollige zouten en allerlei schadelijke stoffen uit je bloed Alle verwijderde stoffen samen heten Urine. De urine wordt opgevangen in je Nierbekken. Via de Urineleider komt de urine vervolgens in de Urineblaas waar het tijdelijk wordt opgeslagen. Nierslagader & Nierader Via de Nierslagader komt bloed met veel zouten en veel water bij je nieren aan. In het bloedplasma van je Nierader zitten dus minder zouten en minder water dan in de Nierslagader.
6. Uitscheiding
7. Weefselvloeistof en Lymfe
7. Weefselvloeistof en Lymfe Vanuit de haarvaten wordt vloeistof met Zuurstof en Voedingsstoffen naar de cellen geperst. Deze vloeistof heet Weefselvloeistof. De cellen in je lichaam nemen Zuurstof en Voedingsstoffen op vanuit het weefselvloeistof. Het Weefselvloeistof stroomt vanuit het weefsel de Lymfevaten in. Lymfevat Lymfevatenstelsel Het Lymfevatenstelsel bestaat uit Lymfevaten en Lymfeknopen
8. Antistoffen Immuniteit Natuurlijke immuniteit ontstaat als je ziek bent geweest en je lichaam de antistoffen bewaard. Wanneer je wordt ingeënt tegen een ziekte ontstaat Kunstmatige immuniteit. Een virus kan veranderen waardoor je toch twee keer de griep kan krijgen omdat er alleen maar antistoffen voor de eerste variant in je lichaam zitten. 2e Inenting (zelfde hoeveelheid ziekteverwekkers) 1e Inenting