Deze voorbeelden zijn bedacht door: [zet hier je naam / namen]

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
De Tien Tijdvakken Prehistorie (tot 3000 voor Christus)
Advertisements

... waar hébben we het over?! Romeinen aan de Rijn, schoolplaat legermuseum.
Tijdvak 6 Tijd van van regenten en vorsten
Tijd van ontdekkers en hervormers
Tijd van pruiken en revoluties
November 2013 Opinieonderzoek Vlaanderen – oktober 2013 Opiniepeiling Vlaanderen uitgevoerd op het iVOXpanel.
Global e-Society Complex België - Regio Vlaanderen e-Regio Provincie Limburg Stad Hasselt Percelen.
Kaarten bij de tien tijdvakken
Kaarten bij de tien tijdvakken
1 De tijd van jagers en boeren 2 De tijd van Grieken en Romeinen
Tijd van jagers en boeren ? – 3000 v. Chr. Prehistorie
Ronde (Sport & Spel) Quiz Night !
Tijd van monniken en ridders
Tijd van televisie en computer
The shortest history of Europe
Hoofdstuk 1 De grote lijn..
De gevolgen voor leerlingen en docenten Door Wibe Balt en Esther Koops
Wat levert de tweede pensioenpijler op voor het personeelslid? 1 Enkele simulaties op basis van de weddeschaal B1-B3.
de tijd van burgers en stoommachines
Afrika: Topo nakijken en leren.
Westerse wortels in de Grieks-Romeinse wereld.
De tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900 Eeuw van de
Tijd van jagers en boeren ? – 3000 v. Chr. Prehistorie
De Eerste Wereldoorlog
aangename ont - moeting
Middeleeuwen De antwoorden in deze powerpoint komen van (naam en klas invullen a.u.b.)
Bij welk kenmerkend aspect hoort de bron?
Tijdvak 5 Ontdekkers en hervormers
Geschiedenis: ingevulde contexten voor leerlingen
Tijd van televisie en computer
Prehistorie (tot 3000 v. Chr) Oudheid (3000 v. Chr-500 n. Chr.)
Prehistorie (tot 3000 v. Chr) Oudheid (3000 v. Chr-500 n. Chr.)
De late middeleeuwen, 900 – 1600 NIEUW TIJDVAK (4)
De late middeleeuwen, 900 – 1600 NIEUW TIJDVAK (4)
Tijd van televisie en computer
Tijd van steden en staten
Tijd van pruiken en revoluties
Paragraaf 1 De welvaart neemt toe.
Pabo instroom geschiedenis
Jagers, verzamelaars, boeren en stedelingen
Tijdvak 5: De 16e eeuw De eeuw van de Europese overzeese expansie
Tijdvak 8: de negentiende eeuw - de industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving - discussies over de.
Tijdvak 8: de negentiende eeuw
Context 4 Verlichtingsideeën en de democratische revoluties
30De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap 36De opkomst van de politiek-maatschappelijke.
Tijd van jagers en boeren
De Tweede Wereldoorlog
Tijdvak 7- Tijd van pruiken en revoluties ( ) Achttiende Eeuw
De sociale kwestie = het sociale probleem (dat ontstaat door de IR)
Jagers verzamelaars Jagers-verzamelaars trekken Europa in
CSE 2016 VWO tijdvak I Vragen CE 2016 en KA Drs. Hellen Janssen namens de havo/vwo commissie van de VGN.
CSE 2016 Havo tijdvak I Vragen CE 2016 en KA Drs. Robert de Oude namens de havo/vwo commissie van de VGN.
Stephan Klein Utrecht, 7 maart 2013 Het nieuwe eindexamen geschiedenis vanaf 2015 Havo - Vwo.
Rechtsstaat en democratie: lesplan. Tot 1848:  Republiek (hoofdlijnen): KA Opstand in de Nederlanden KA De bijzondere plaats in staatkundig opzicht van.
23 Het streven van vorsten naar absolute macht 27 Rationeel optimisme en een ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving:
De tijd van burgers en stoommachines H10 Politieke strijd en emancipatie Vroegmoderne tijd 19 e eeuw Paragraaf 10.1 ‘Conservatisme en liberalisme’
Hoofdstuk 5 ‘veranderend wereldbeeld’
Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders
Chronologie v.Chr v.Chr v.Chr v.Chr.
Een kennismaking met de geschiedenis in 10 stukjes.
Cursus 1.4 Tien Tijdvakken Klas 1 BK Lesweek 1
Cursus 1.4 Tien Tijdvakken Klas 1 KGT Lesweek 2
Context 4 Verlichtingsideeën en de democratische revoluties
Paragraaf 10.3 ‘Naar de verzuilde samenleving’
de tijd van burgers en stoommachines
Het hoe en wat nu? Groot onderhoud historische contexten HAVO
Het hoe en wat nu? Groot onderhoud historische contexten VWO
Geschiedenis 3.4 De verhouding tussen heer en vazal
Tijd van jagers en boeren Jagers-verzamelaars -Jagen / verzamelen -Taakverdeling -Nomaden -geloof Boeren -Akkerbouw / veeteelt -Ontstaan verschillen in.
Transcript van de presentatie:

Deze voorbeelden zijn bedacht door: [zet hier je naam / namen] TIJDVAKKEN CONCREET In dit programma worden de kenmerken van de tijdvakken met voorbeelden concreet gemaakt. Deze voorbeelden zijn bedacht door: [zet hier je naam / namen] Naar een ontwerp van Instituut voor Geschiedenisdidactiek IVGD Amsterdam 2005

KLIK OP EEN TIJDVAK of op de knop rechts om te stoppen

Tijd van jagers en boeren TIJDVAK 1 Tijd van jagers en boeren Andere namen voor deze tijd: Prehistorie 1 Jagers-verzamelaars 2 Ontstaan van landbouw 3 Ontstaan van steden Het pictogram: Op de achtergrond een grotschildering van een jagersvolk. Op de voorgrond een pot van aardewerk. Die is van een boerenvolk. Aardewerk is door boeren uitgevonden. Dit tijdvak hoort bij de PREHISTORIE

1 JAGERS-VERZAMELAARS De levenswijze van jagers-verzamelaars.

2 HET ONTSTAAN VAN LANDBOUW Het ontstaan van landbouw en landbouw-samenlevingen.

3 HET ONTSTAAN VAN STEDEN Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.

Tijd van Grieken en Romeinen TIJDVAK 2 Tijd van Grieken en Romeinen Andere namen voor deze tijd: Oudheid 4 De Griekse stadstaat 5 De klassieke stijl 6 Het Romeinse wereldrijk 7 Romeinen en Germanen 8 Jodendom en christendom Het pictogram: Op de achtergrond een Romeinse inscriptie in Latijnse letters. Op de voorgrond een Griekse tempel Dit tijdvak hoort bij de OUDHEID

4 DE GRIEKSE STADSTAAT De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat.

5 DE KLASSIEKE STIJL De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur.

6 HET ROMEINSE WERELDRIJK De groei van het Romeinse imperium, waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde.

7 ROMEINEN EN GERMANEN De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa.

8 JODENDOM EN CHRISTENDOM De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten.

Tijd van monniken en ridders TIJDVAK 3 Tijd van monniken en ridders Andere namen voor deze tijd: Vroege Middeleeuwen 9 De kerstening van Europa 10 De islam 11 Hofstelsel en horigheid 12 Feodaliteit Het pictogram: Op de achtergrond een zuil uit een romaanse kloostergang. Op de voorgrond een vroeg-middeleeuwse ridderhelm. Dit tijdvak hoort bij de MIDDELEEUWEN

9 DE KERSTENING VAN EUROPA De verspreiding van het christendom in geheel Europa.

10 DE ISLAM Het ontstaan en de verspreiding van de islam.

11 HOFSTELSEL EN HORIGHEID De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid.

12 FEODALITEIT Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur.

Tijd van steden en staten TIJDVAK 4 Tijd van steden en staten Andere namen voor deze tijd: Hoge en Late Middeleeuwen 13 Opkomst van handel en ambacht 14 Steden met stadsrecht 15 Strijd tussen kerk en staat 16 De kruistochten 17 Het begin van staten Het pictogram: Op de achtergrond het interieur van een stedelijke kathedraal. Op de voorgrond een stadspoort, symbool van onafhankelijkheid van steden. Kerk en staat in de stad. Dit tijdvak hoort bij de MIDDELEEUWEN

13 OPKOMST HANDEL EN AMBACHT De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving.

14 STEDEN MET STADSRECHT Opkomst van de stedelijke burgerij en toenemende zelfstandigheid van steden.

15 STRIJD TUSSEN KERK EN STAAT Het conflict in de christelijke wereld over de vraag de wereldlijke of de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben.

16 DE KRUISTOCHTEN De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van de kruistochten.

17 HET BEGIN VAN STATEN Het begin van staatsvorming en centralisatie.

Tijd van ontdekkers en hervormers TIJDVAK 5 Tijd van ontdekkers en hervormers Andere namen voor deze tijd: Renaissancetijd 16e eeuw 18 Ontdekkingsreizen 19 Mens- en wereldbeeld van de renaissance 20 Herleving van de Oudheid 21 De Reformatie 22 De Nederlandse Opstand Het pictogram: Op de achtergrond een tekening van Leonardo da Vinci: de mens als volmaakt wezen. Op de voorgrond een schip van ontdekkers zoals Columbus Dit tijdvak hoort bij de VROEGMODERNE TIJD

18 ONTDEKKINGSREIZEN Het begin van de Europese overzeese expansie.

19 MENS- EN WERELDBEELD VAN DE RENAISSANCE Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.

20 HERLEVING VAN DE OUDHEID Een hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke Oudheid.

21 DE REFORMATIE De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.

22 DE NEDERLANDSE OPSTAND Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat.

Tijd van regenten en vorsten TIJDVAK 6 Tijd van regenten en vorsten Andere namen voor deze tijd: Gouden Eeuw (Nederland) 17e eeuw 23 Het absolutisme 24 De Gouden Eeuw 25 Handelskapitalisme 26 De wetenschappelijke revolutie Het pictogram: Op de achtergrond de Herengracht in Amsterdam, symbool voor de woonplaats van stedelijke burgers: de regenten. Op de voorgrond een koningskroon, symbool voor koninklijke macht van absolute vorsten buiten Nederland. Dit tijdvak hoort bij de VROEGMODERNE TIJD

23 ABSOLUTISME Het streven van vorsten naar absolute macht.

24 DE GOUDEN EEUW De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek.

25 HANDELSKAPITALISME Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.

26 DE WETENSCHAPPELIJKE REVOLUTIE

Tijd van pruiken en revoluties TIJDVAK 7 Tijd van pruiken en revoluties Andere namen voor deze tijd: Eeuw van de Verlichting 18e eeuw 27 De Verlichting 28 Verlicht absolutisme 29 Plantages en slavernij 30 Democratische revoluties Het pictogram: Op de achtergrond een proef met een elektriseermachine door gepruikte heren, leden van een wetenschappelijk genootschap: symbool voor Verlichting. Op de voorgrond de guillotine, symbool voor de Franse Revolutie. Dit tijdvak hoort bij de VROEGMODERNE TIJD

27 DE VERLICHTING Rationeel optimisme en een ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.

28 VERLICHT ABSOLUTISME Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme).

29 PLANTAGES EN SLAVERNIJ Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden transatlantische slavenhandel en de opkomst van het abolitionisme.

30 DEMOCRATISCHE REVOLUTIES De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.

Tijd van burgers en stoommachines TIJDVAK 8 Tijd van burgers en stoommachines Andere namen voor deze tijd: Eeuw van de industrialisatie 19e eeuw 31 Politieke stromingen 32 Democratisering 33 De industriële revolutie 34 De sociale kwestie 35 Emancipatiebewegingen 36 Modern imperialisme Het pictogram: Op de achtergrond een grand café in een grote stad, symbolisch voor het leven van de rijkere burgerij (bourgeoisie). Op de voorgrond een fabriek, symbool voor de industrialisatie. Dit tijdvak hoort bij de MODERNE TIJD

31 POLITIEKE STROMINGEN De opkomst van de politiek-maatschappelijke stromingen nationalisme, liberalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.

32 DEMOCRATISERING Voortschrijdende democratisering met deelname van steeds meer mannen en uiteindelijk ook vrouwen aan het politiek proces.

33 DE INDUSTRIËLE REVOLUTIE De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.

34 DE SOCIALE KWESTIE Discussies over de ‘sociale kwestie’.

35 EMANCIPATIEBEWEGINGEN / VERZUILING De opkomst van emancipatiebewegingen.

36 MODERN IMPERIALISME De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.

Tijd van de wereldoorlogen TIJDVAK 9 Tijd van de wereldoorlogen Andere namen voor deze tijd: Eerste helft van de 20e eeuw 37 Massaorganisatie 38 Totalitaire systemen 39 De economische wereldcrisis 40 Wereldoorlogen 41 De volkenmoord 42 De Duitse bezetting 43 Totale oorlog 44 Opkomst van nationalisme in koloniën Het pictogram: Op de achtergrond een demonstratie van werklozen in de jaren dertig, symbool voor de economische crisis. Op de voorgrond een tank, symbool voor de wereldoorlogen. Dit tijdvak hoort bij de MODERNE TIJD

37 MASSA-ORGANISATIE De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie.

38 TOTALITAIRE SYSTEMEN Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme / nationaal-socialisme.

39 DE ECONOMISCHE WERELDCRISIS De crisis van het wereldkapitalisme.

40 WERELDOORLOGEN Het voeren van twee wereldoorlogen.

41 DE VOLKENMOORD Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden.

42 DE DUITSE BEZETTING De Duitse bezetting van Nederland.

43 TOTALE OORLOG Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering.

44 OPKOMST VAN NATIONALISME IN KOLONIËN Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme.

Tijd van televisie en computer TIJDVAK 10 Tijd van televisie en computer Andere namen voor deze tijd: Tweede helft van de 20e eeuw 45 Dekolonisatie 46 Koude Oorlog 47 Europese eenwording 48 De ‘jaren zestig’ 49 Pluriforme samenlevingen Het pictogram: Op de achtergrond een ‘kaart’ met elektronische schakelingen uit een computer. Op de voorgrond een televisietoestel met in beeld een intercontinentale raket, symbool voor de wapenwedloop van de Koude Oorlog. Dit tijdvak hoort bij de MODERNE TIJD

45 DEKOLONISATIE De dekolonisatie die een eind maakte aan de westerse hegemonie in de wereld.

46 KOUDE OORLOG De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog.

47 EUROPESE EENWORDING De eenwording van Europa.

48 DE ‘JAREN ZESTIG’ De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal- culturele veranderingsprocessen.

49 PLURIFORME SAMENLEVINGEN De ontwikkeling van een pluriforme en multiculturele samenlevingen.