Een getal met een komma noemen we een decimaalgetal. Hoofdstuk 2.1 Decimale getallen Een getal met een komma noemen we een decimaalgetal. voorbeelden 27,8 en 745,18 Dit moet je weten! 18 nee 2,8 ja 18,0 ja 0,14 ja 18.000 nee 3 ½ nee € 3,95 ja 18,000 ja < betekent kleiner dan bv. 6 < 10 (6 is kleiner dan 10) > betekent groter dan bv. 23 > 17 (23 is groter dan 17) 18 …. 15 > 5 + 2 …. 8 - 4 > ½ ..... ¾ < € 3,95 …. € 7,15 < 3 x 4 …. 14 - 2 = ½ ..... 0,5 =

Huiswerk voor de volgende les: 2.1 opgave 1 t/m 15

2/3 betekent; je deelt iets in 3 stukken en jij krijgt er 2 van. Hoofdstuk 2.2 Breuken 2/3 betekent; je deelt iets in 3 stukken en jij krijgt er 2 van. Dit moet je weten! 2/6 betekent …. Je deelt iets in 6 stukken en jij krijgt er 2 van. 3/4 betekent …. Je deelt iets in 4 stukken en jij krijgt er 3 van. 1/3 betekent …. Je deelt iets in 3 stukken en jij krijgt er 1 van. Vereenvoudigen:je deelt het bovenste getal (teller) en het onderste getal (noemer) allebei door hetzelfde getal. 10/15 = 2/3 8/12 = 2/3 3/8 = hebben samen geen deler Met een rekenmachientje gaat breukenrekenen nog veel makkelijker … 2/4 = 1/2 30/50 = 3/5

Oeps, mijn rekenmachientje staat Amerikaans (punt)…… Zo zet je het rekenmachientje op Nederlands (komma)……. Stap 1 Druk 4 x op mode: Op het scherm verschijnt Disp 1, Stap 2 druk op 1 Op het scherm verschijnt: ab/c (1) d/c (2) Stap 3 Ga met de REPLAY knop naar rechts Op het scherm verschijnt Dot (1) Comma (2) Stap 4 Druk op 2 Het startscherm verschijnt weer, alleen nu met een komma achter de 0 (nul)

Grrr, mijn rekenmachientje staat niet goed …… Bij het opstarten van je rekenmachientje moet er alleen de letter D boven in het scherm te zien zijn. Staan er ook nog andere symbolen? Dan moet je resetten Stap 1 Druk op shift, daarna op mode: Mcl (1) Mode (2) All (3) Stap 2 Druk daarna op 3 (All): Reset All Stap 3 Druk op het = teken: Reset All Stap 4 Druk nog eens op het = teken. Nu staat je machientje weer goed.

Huiswerk voor de volgende les: 2.2 opgave 16 t/m 29

ZO ROND JE 463,2374 AF OP 2 DECIMALEN Hoofdstuk 2.3 Afronden Dit moet je kunnen! ZO ROND JE 463,2374 AF OP 2 DECIMALEN STAP 1: HOEVEEL CIJFERS MOETEN ACHTER DE KOMMA OVERBLIJVEN? 463,24 463,2474 463,2374 463,2374 STAP 2: KIJK NAAR HET CIJFER ACHTER DE RODE STREEP? STAP 3: ZIT dat cijfer in het groepje 5,6,7,8 en 9? Ja? Dan wordt de 2e decimaal 1 meer. Nee? Dan verandert de 2e decimaal niet. STAP 4: de cijfers achter de 2e decimaal gaan weg.

ZO ROND JE 12,3926 AF OP 2 DECIMALEN Dit moet je kunnen! ZO ROND JE 12,3926 AF OP 2 DECIMALEN STAP 1: HOEVEEL CIJFERS MOETEN ACHTER DE KOMMA OVERBLIJVEN? 12,39 12,3926 12,3926 12,3926 STAP 2: KIJK NAAR HET CIJFER ACHTER DE RODE STREEP? STAP 3: ZIT dat cijfer in het groepje 5,6,7,8 en 9? Ja? Dan wordt de 2e decimaal 1 meer. Nee? Dan verandert de 2e decimaal niet. Met een rekenmachientje gaat afronden nog veel makkelijker … STAP 4: de cijfers achter de 2e decimaal gaan weg.

Huiswerk voor de volgende les: 2.3 opgave 30 t/m 40

Wij hebben dus de goedkoopste bananen!!! Hoofdstuk 2.4 Verhoudingstabel Dit moet je weten! Met een verhoudingstabel kun makkelijk en vlug iets berekenen. Je kunt ook vlug berekenen waar iets het goedkoopst is. Bij ons kosten 4 bananen € 1,20 De C1000 bananen 7 voor € 2,05 Wij hebben dus de goedkoopste bananen!!! :4 x 7 Wat kosten AH bananen ? 4 1 7 Aantal bananen Prijs in € 0,30 2,10 1,20 :4 x 7

Huiswerk voor de volgende les: 2.4 opgave 41 t/m 47