Afronden bij natuurkunde

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Voorrangsregels bij rekenen (2)
Advertisements

- Hoe noem je uitkomsten?
Een getal met een komma noemen we een decimaalgetal.
Natuurkunde H4: M.Prickaerts
WACHT MENEER VAN DALEN NOG STEEDS OP ANTWOORD ?
Aflezen van analoge en digitale meetinstrumenten
2/3 betekent; je deelt iets in 3 stukken en jij krijgt er 2 van.
Machten van 10 en wetenschappelijke notatie
Werken met het begrip wetenschappelijk en significant.
BEWEGING – BASIS ALGEBRA
H1 Basis Rekenvaardigheden
vergelijkingen oplossen
Grote getallen Getallen groter dan vier cijfers schrijf je meestal in groepjes van drie. Je schrijft niet maar Dit spreek je.
Snelheid.
Een manier om problemen aan te pakken
Significante cijfers: (s.c.)
3 mavo Betekenis van dit percentage bespreken..
Kb.1 Ik leer op een goede manier optellen en aftrekken
REKENEN.
Regelmaat in getallen (1).
1 het type x² = getal 2 ontbinden in factoren 3 de abc-formule
Metingen met spreiding
2.6 Welke stoffen lossen op in water?
Waardoor onnauwkeurigheid?
Wetenschappelijk en significantie
Bewegen Hoofdstuk 3 Beweging Ing. J. van de Worp.
NASK – METRISCH STELSEL
Hoofdstuk 1 Basisvaardigheden.
Domein: Breuken, kommagetallen, verhoudingen en procenten
Verhoudingstabel Er is een voorraad laxeermiddel. Die oplossing bevat 15% natriumsulfaat. Dit betekent: 15 gram per 100 mL oplossing. Kinderen krijgen.
Meetonzekerheden In de natuurkunde moet je vaak een grootheid meten
Omrekenen eenheden lengte
Meetnauwkeurigheid opgave 1
ribwis1 Toegepaste wiskunde Lesweek 01 – Deel B
Lesplanning Binnenkomst Intro Nakijken 1.4
Lesplanning Binnenkomst Intro Vragen huiswerk
H1 Experimenteel onderzoek
Les 2 groep 8 leerdoel: Je kunt werken met een verhoudingstabel.
Standaard-bewerkingen
Massa, volume en inhoud..
Voorrangsregels bij rekenen (1)
Rekenen Hoofdstuk 9.
Hoofdstuk 9 havo KWADRATEN EN LETTERS
Basisvaardigheden: Metingen en diagrammen
Grote getallen.
Presentatie Machten,Wortels & Ontbinden Deel 2
Grootheden & eenheden TV Elektriciteit.
Intermezzo: Werken met meetresultaten
Gecijferdheid les 1.3 Kwadraten en machten
Standaardvormen Standaardnotatie Wetenschappelijke notatie
Significante cijfers Wetenschappelijke notatie a • 10b
rekenen Basisvaardigheden toegepast rekenen
Inhoud Breuken (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen).
voorvoegsels van eenheden
Significante cijfers Wetenschappelijke notatie
Deze les hoofdrekenen les 1 vervolg
Natuurkunde Overal Hoofdstuk 1: Beweging in beeld.
Wiskunde voor Engineering
Les 1: Rekenen zonder rekenmachine Les 2: Oriëntatie
2.4 Breuken vermenigvuldigen en delen Delen door een breuk
Rekenen Les 5: vermenigvuldigen en delen Les 6: Afronden met breuken en kommagetallen.
Significante cijfers © Johan Driesse © 2013 – Johan Driesse.
Rekenen Les 5: vermenigvuldigen en delen Les 6: Afronden met breuken en kommagetallen.
Les 1: Rekenen zonder rekenmachine
Grootheden & eenheden TV Elektriciteit.
Wetenschappelijk en significantie
Les 1: Rekenen zonder rekenmachine Les 2: Oriëntatie
Voorkennis Wiskunde Les 3 Appendix §A.5 en A.6.
Verder rekenen met kommagetallen
Transcript van de presentatie:

Afronden bij natuurkunde Significantie Afronden bij natuurkunde

Verschil wiskunde en natuurkunde wiskunde: getallen zijn exact 2, 3 , 1 3 natuurkunde: het gaat om gemeten waarden. De waarden zijn altijd afgerond. massa gemeten met weegschaal: 66,4 kg spanning gemeten met voltmeter: 6,02 V temperatuur gemeten met thermometer: 22 oC

Absolute fout Als je 10 mensen vraagt om de lengte van een A4-tje te meten, krijg je verschillende antwoorden: 3 x 297 mm 3 x 298 mm 2 x 296 mm 1 x 299 mm 1 x 287 mm  foute meting Voor de lengte kun je schrijven: 297 ± 1 mm 1 mm is dan de absolute fout = meet-onnauwkeurigheid

Relatieve fout Als je de absolute fout deelt door de waarde zelf b.v. 1 mm / 297 mm = 0,0034 krijg je de relatieve fout Hoe kleiner de relatieve fout des te nauwkeuriger de meting. Vaak wordt de relatieve fout vermenigvuldigd met 100%; je krijgt dan de procentuele fout  0,34 % Fouten zijn meestal schattingen en dus niet erg nauwkeurig; één cijfer is meestal voldoende

Boek Eigenlijk zouden alle waarden in het boek geschreven moet worden in de vorm: 66,2 ± 0,2kg 200 ± 10 Ω … Dat doen ze in het boek niet maar er wordt aangenomen dat: 1,5 kg eigenlijk betekent 1,5 ± 0,05 kg 22 s “ “ 22 ± 0,5 s 2,0 m “ “ 2,0 ± 0,05 m 2,00 m “ “ 2,00 ± 0,005 m

Voor de duidelijkheid m = 1,5 kg betekent dus dat de waarde tussen 1,45 kg en 1,55 kg ligt We schrijven ook wel 1,45 kg ≤ m < 1,55 kg 1,45 naar boven afgerond is 1,5 en 1,55 naar beneden afgerond is ook 1,5 De absolute fout is in het boek dus altijd iets met een 5: 5 of o,5 of o,005, ….

Even oefenen …. Tussen welke 2 waarden liggen: 3,5 7,85 20 3,00 3,45 ≤ 3,5 < 3,55 7,845 ≤ 7,85 < 7,855 19,5 ≤ 20 < 20,5 2,995 ≤ 3,00 < 3,005

Geen breuken, wortels, … Bij natuurkunde worden alle getallen / antwoorden decimaal weergegeven. Dus in het antwoord staan: geen breuken : 3½ = 3,5 geen wortels: √2 = 1,41 geen  laten staan: 2 = 6,28 In formules kunnen wel breuken, wortels, … staan: ℎ= 1 2 𝑔∙ 𝑡 2 𝑇=2𝜋 𝑚 𝐶

Wetenschappelijke notatie Soms is het handig om de wetenschappelijke notatie te gebruiken één cijfer voor de komma en afsluiten met een 10-macht b. v. massa van proton is 0,0000000000…0000000167 kg of 1,67 x 10-27 kg rekenmachines hebben hiervoor een speciale knop; meestal EE of Exp

Op je rekenmachine Je wilt Op je rekenmachine Op het scherm 2,998 x 108 2,998 2nd EE 8 2,998 E 8 1,67 x 10-27 1,67 2nd EE (-) 27 1,67 E-27 Tip: voer de getallen niet in als 2,998 x 10 ^ 8 want dat is het op het scherm veel onoverzichtelijker dat gaat vaak fout bij delingen omdat haakjes worden vergeten

Significante cijfers Significante cijfers zijn cijfers die er toe doen: Nullen ervoor tellen niet mee (0,25 m = 2,5 dm ) Nullen erachter juist wel ( 2 ≠ 2,0 ≠ 2,00) Tienmacht telt niet mee; 2,45 en 2,45 x 107 hebben hetzelfde aantal significante cijfers. Voorbeelden: 1,23 0,032 2,050 2,998 x 108  heeft 3 significante cijfers  heeft 2 significante cijfers  heeft 4 significante cijfers

Afronden bij vermenigvuldigen Het antwoord heeft net zoveel significante cijfers als het getal met het minste aantal significante cijfers 12,3 3 ∙ 0,26 = 2 3,198 4 = 3,2 2 Geldt ook voor delen: 2740 4 / 59 2 = 46,44068… = 46 2

Afronden en wetenschap. notatie Soms heb je de wetenschappelijke notatie nodig om op de correcte manier af te ronden 12,4 3 / 0,037 2 = 335,1351= 3,4 ∙ 10 2 2

Afronden bij optellen en aftrekken Het antwoord heeft net zoveel cijfers achter de komma als het getal met het minste aantal cijfers achter de komma. 12, 3 1 + 0, 267 3 = 12, 567 3 = 12, 6 1

Examen Deze afrondingsregels gelden ook op het eindexamen en om alvast te oefenen ook op alle toetsen. Op het examen mag je er één cijfer naast zitten. Als het volgens de eerder genoemde regels 4 cijfers moet zijn, dan worden 3 en 5 significante cijfers ook goed gerekend Bovenstaande regel geldt niet als in de opgave staat dat je een antwoord in 3 significante cijfers moet geven.

Voorvoegsels zie ook Binas tabel 2 Factor Naam symbool 1012 Tera T 109 Giga G 106 Mega M 103 kilo k 10-3 milli m 10-6 micro µ 10-9 nano n 10-12 pico p Gebruik liever geen hecto, deka, deci en centi Gebruik de voorvoegsels niet in combinatie met de wetenschappelijke notatie. Dus niet: 12,3 x 103 km, maar 12,3 x 106 m of 1,23 x 107 m

Eenheid of dimensie Er zijn 7 basiseenheden Alle eenheden kun je in de basiseenheden uitdrukken grootheid symbool eenheid lengte l meter m massa kilogram kg (niet g) tijd t seconde s (niet sec) stroomsterkte I Ampère A temperatuur T Kelvin K lichtsterkte candela cd stof hoeveelheid n mol

Paar voorbeelden Een paar eenheden uitgedrukt in basiseenheden Grootheid Symbool Eenheid Basis kracht F Newton N kg·m/s2 energie E Joule J kg·m2/s2 vermogen P Watt W kg·m2/s3 spanning U Volt V kg·m2/A·s3 weerstand R Ohm Ω kg·m2/A2·s3