De economie in de gouden eeuw

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Hoofdstuk 1 Genoeg voor iedereen?
Advertisements

Hoofdstuk 4 Azië en globalisering (voortdurend proces van wereldwijde economische, politieke en culturele integratie)
Paragraaf 1.3 Jagers worden boeren.
Hoofdstuk 2: 1555 – 1588 De Nederlandse Opstand
De economie in de gouden eeuw
Tijdvak: Steden en Staten
Hoofdstuk 4 De economie in de Zilveren Eeuw
De Republiek in een tijd van vorsten De Republiek verliest haar voorsprong § 4.3.
Een goede Powerpointpresentatie
over antwerpen & holland
De ondergang van het West-Romeinse rijk
De Republiek in een tijd van vorsten
Hoofdstuk 2 De Gouden eeuw De Rep
De Republiek in Europa.
Op welke manier veranderden de landbouw en het landschap op de Nederlandse zandgronden en hoe komt dat?
Paragraaf 6.2 Vorige les: Nederlanders en de wereldeconomie
3. Periode De vestiging van de Republiek
2.4 Het begin van de Gouden Eeuw
1.4 Economie en maatschappij in de Nederlanden
De Republiek in een tijd van vorsten Centralisatie en reformatie § 2.4.
De Republiek in een tijd van vorsten
De Republiek in een tijd van vorsten Centralisatie en reformatie § 2.4.
De Republiek in Europa Les 21: Concurrenten op zee
Nederland Les 9: De Gouden Eeuw
P 1.2 Ethiopië, een paradijs boven de evenaar
Hoofdstuk 4. Europa in beweging.
De Republiek in Europa.
1-arbeiders 2-technische kennis 3-kapitaal 4-grondstoffen 5-afzetmarkten 6-vervoersmogelijkheden 7-politieke vrijheid 8-ondernemerslust.
Hoofdstuk 1 Reformatie en Opstand
Terra Tweede Fase havo © Wolters-Noordhoff bv
Dynamiek en stagnatie in de Republiek
H2 De economie van de Gouden Eeuw
Hoofdstuk 4 Aardrijkskunde, economie en maatschappij
De economie in de Zilveren Eeuw
Het platteland in de Republiek
Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europa.
De Republiek in de 17e en 18e eeuw
Paragraaf 3.2 Nederland en Europa.
Schoolexamen dinsdag 13 januari
Hoofdstuk 6 Energie, milieu en ruimte in Brazilië.
VOC, Grachtengordel, Rembrandt
De economie in de gouden eeuw
Paragraaf 4.4.  We waren laat met industrie.  Huisnijverheid was belangrijker:  Thuis goederen maken.
Wat de Nederlandse Opstand is
De economie in de Gouden eeuw
DE ECONOMIE IN DE GOUDEN EEUW Aantekeningen [DEEL 2]
Hoofdstuk 3: Regenten en Vorsten
De opkomst van Holland.
Verschillende agrarische regio’s
Nederland Les 6: De Gouden Eeuw; Sociale aspecten
De late middeleeuwen, 900 – 1600 NIEUW TIJDVAK (4)
Hoofdstuk 4 De Nederlanden
M. GIMBRERE Tijd van burgers en stoommachines,
de tijd van burgers en stoommachines
Tijd van burgers en stoommachines,
Paragraaf 2 Er komen weer steden.
Context 1 De Republiek der Zeven Verenigde Nederland
De tijd van regenten en vorsten ( ) Landen over de hele wereld gaan met elkaar handelen. Dit noemt men een wereldeconomie. De Republiek beleeft.
Regenten en vorsten H6.3 DE INTERNATIONALE HANDEL.
H9.1 De Industriële revolutie
Paragraaf 6.3 Internationale handel Kenmerkende aspecten: 1)De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht.
Paragraaf 6.3 Internationale handel
“De steden komen weer tot bloei”
Imperialisme H6 geschiedenis Memo.
Thema 1 Geschiedenis als theater
VROEG MODERNE TIJD Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van de wereldeconomie.
Hoofdstuk 2 Nederland als industriële samenleving § 4
Hoofdstuk 3 Europa.
Rampen in de Middeleeuwen
Blok 2 Milieuvervuiling,
Transcript van de presentatie:

De economie in de gouden eeuw Aantekeningen bij 2.3 + 2.4 [DEEL 2]

Inhoud Les 2 2.3 Bloeiende nijverheid Oorzaken voor het succes van de nijverheid in de Republiek 2.4 Het platteland in de Gouden Eeuw Over de bloei van de landbouw in West-Nederland en het ontstaan van plattelandsnijverheid

2.3 Bloeiende nijverheid 6 oorzaken voor groei van de nijverheid Samenhang handel – nijverheid: toename buitenlandse vraag naar Hollandse klinkers, industriële grondstoffen (o.a. hout en teer), producten van trafieken (suiker), etc. Toename van binnenlandse vraag door bevolkingsgroei en stijgende welvaart Gunstig investeringsklimaat dankzij vrede / veiligheid + kennis en kapitaal afkomstig uit Zuidelijke Nederlanden (sinds 1585) Leidse textielindustrie bloeit weer op dankzij nieuwe productiemethoden en stoffen (fijne wol) uit Vlaanderen

Lakenhal, Leiden 1640 Hier werd het beroemde Leidse laken (traditionele, zware wollen stof) gekeurd en kwamen de producenten en handelaren in de lakennijverheid bijeen. De lichte wollen weefsels die de Vlamingen introduceerden maakten dat Leiden in de zeventiende eeuw uitgroeide tot het textielcentrum van Europa.

Vervolg Technische vernieuwingen: ontwikkeling van scheepsbouw (fluitschip) en de houtzaagmolen bezorgen de Republiek een technologische voorsprong Natuurlijke hulpbronnen: goedkope energiebronnen als wind (molens) en turf (t.b.v. industrie) zijn volop aanwezig vervoersnetwerk: dicht netwerk van vaarwegen maakt snel transport tot in de uithoeken van de Republiek mogelijk Steden kunnen zich verder specialiseren (vb. Delfts aardewerk)

Fluitschepen Een schilderij uit 1647, waarop een Hollandse vloot fluitschepen is afgebeeld. Lange, smalle dekken en een geringe diepgang maakte dat de schepen met een kleine bemanning toe konden. Ook de lage tol op de Sont en de snelheid van het schip droegen bij aan de superioriteit van de Hollandse scheepsbouw.

2.4 Bloei van de landbouw Oorzaken Stabiliteit / veiligheid in Holland na 1575 => herstel van de landbouw Import van graan uit de Oostzee dwingt boeren tot specialisatie Landbouw profiteert van bevolkingsgroei => toename van de welvaart en de handel Groei van de veestapel => meer mest => meer akker- en tuinbouw mogelijk Kaas wordt belangrijk exportproduct Dertigjarige oorlog (1618-1648) verwoest Duitse landbouw => Republiek levert voedsel aan Duitsland

Gevolgen Investeringen in landbouwgrond m.b.v. droogleggerijen (Beemster, Noord-Holland) Nijverheid verplaatst naar het platteland: lage lonen en geen belemmeringen door gilden Ontstaan plattelandsindustrieën (steenbakkerijen, papierindustrie)

Noord-Hollandse meren De Noord-Hollandse meren (Schermer, Beemster, Purmer, etc.) werden in de zeventiende eeuw drooggemalen met behulp van een zogeheten molengang, een aaneengesloten reeks van tientallen molens.

De Schemerpolder Na het droogleggen van de Schermer werd de drooggevallen grond verkaveld (verdeeld in stroken landbouwgrond) en verhuurd aan boeren.

Keerzijde Waarom profiteren Zuid- en Oost-Nederland niet van ontwikkelingen in Holland? Tachtigjarige Oorlog wordt in deze gebieden voortgezet Gebrek aan vruchtbare gronden (zandgrond i.p.v. klei) Zuiden niet aangesloten op netwerk van waterwegen Boeren in Zuid/Oost-Nederland blijven zelfvoorzienend

BESTUDEER paragraaf 2.3 + 2.4 ONDERSTREEP de hoofdzaken MAAK de hulpvragen TOEPASSEN vraag 1 t/m 7