Vervoeging van werkwoorden in de tegenwoordige tijd
De kinderen …………… op het Balatonmeer. schaats schaatst schatsen schaatsen
Niet juist… Probeer het nog een keer!
Goed gedaan!
Jij ………….. uit Hongarije. kom komt komen koom
Het is nu niet gelukt. Probeer het nog een keer!
Prima!
Mijn vader ……… een nieuwe auto. heb heeft hebt hebben
Niet juist… Probeer het nog een keer!
Goed gedaan!
Ik …….. een boek. leez leest lees les
Niet juist… Probeer het nog een keer!
Prima!
Jullie ……. soep in de kantine. eten eeten eet et
Niet juist… Probeer het nog een keer!
Goed gedaan!
……. je mee naar de bioscoop? Kom Komt Komen Koom
Niet juist… Probeer het nog een keer!
Goed gedaan!
…….. we samen naar school? Ga Gaat Gaan Gaa
Niet juist… Probeer het nog een keer!
Goed gedaan!
Joop en Jan ……. in Amsterdam. woont woonen wonen woon
Niet juist… Probeer het nog een keer!
Prima!
Jij ……. elke avond tv. kijken kijk kijkent kijkt
Niet juist… Probeer het nog een keer!
Goed gedaan!