Driehoeken tekenen Driehoeken tekenen Driehoeken tekenen © André Snijers
Driehoek tekenen waarvan twee zijden en de ingesloten hoek gegeven zijn Werkwijze Maak eerst een schets en stel daarop alle gegevens uit de opgave voor. Voorbeelden Teken een rechthoekige driehoek met rechthoekszijden die gelijk zijn aan 5 cm en 3 cm. Teken een ∆ AEO met |AO| = 6cm, |EO| = 4 cm en |Ô| = 55°.
Driehoek tekenen waarvan een zijde en de twee aanliggende hoeken gegeven zijn Werkwijze Maak eerst een schets en stel daarop alle gegevens uit de opgave voor. Voorbeelden Teken een driehoek met een zijde van 5 cm en waarvan de aanliggende hoeken aan die zijde 110° en 30° zijn. Teken een ∆ AEO met |EO| = 6 cm, Ê = 65° en |Ô| = 30°.
Driehoek tekenen waarvan de lengten van de drie zijden gegeven zijn Werkwijze Maak eerst een schets en stel daarop alle gegevens uit de opgave voor. Voorbeelden Teken een driehoek met zijden van 6,5 cm, 4 cm en 5 cm. Teken een ∆ AEO met |AE| = 3 cm, |EO| = 4,5 cm en |AO| = 5,5 cm