Het actieve bewegingsapparaat

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Spier- of gewrichtspijn, waarom ?
Advertisements

Thema 20 Bewegingsapparaat
Kennis van het menselijk lichaam
Thema 5. Impulsgeleiding
2 Anatomie en limiterende invloeden op krachtsproductie
De hersenen en het zenuwstelsel.
Weefsels.
SPIERRECEPTOREN & REFLEXEN
Algemeen Boekje spieren. Algemeen Boekje spieren.
RESPONSIE COLLEGE SPIERRECEPTOREN & REFLEXEN
7. Spieren en beweging 1.
Bouw en functie van het zenuwstelsel
Spierwerking als reactie op prikkels
Spierwerking als reactie op prikkels
Sport en gezond levenstijl
TRAININGSLEER Eelbode Elke.
Weefsels Epitheelweefsel Zenuwweefsel Spierweefsel steunweefsel.
Centrale Zenuw Stelsel
Thema 6: Regeling Basisstof 6.
2.3 Spieren.
Spieren.
De weg die impulsen afleggen
Anatomie / fysiologie Circulatie
ANZN 1e leerjaar - Les 24 - © Matthieu Berenbroek,
Anatomie Botten en gewrichten.
Ontvanger prikkel = receptor Zenuwstelsel = conductor = geleider
Inleiding. inleiding weefsels worden gevormd door cellen met hun intercellulaire materie worden opgebouwd door één of meer celtypen, waarbij de cellen.
Waaruit is het menselijk lichaam opgebouwd?
Spieren.
Spieren.
EHBO I Les 2.
Thema 31 Zenuwstelsel en spieren
Thema 31 Zenuwstelsel en spieren
Thema 6 Gedrag en Beweging
Hoofdstuk 9 Paragraaf 1 Alles werkt.
Niet zenuwachtig worden, he?
Botten van de mens Skelet of geraamte Bekende botten Schedel Borstbeen
ANATOMIE FYSIOLOGIE PATHOLOGIE
KENNIS OVER SPIEREN SXL BI H2.
Spieren en spierstelsel
Het hormoonstelsel 4 havo.
Welke twee beenverbindingen zijn beweeglijk aan elkaar verbonden?
Leskaart 1: Geraamte beenverbindingen, fontanellen, bouw gewricht, samenstelling bot, samenstelling skelet, skelet van zoogdieren, verschillende gewrichten.
Thema 6 Regeling en waarneming B. Stof 3 Zenuwstelsel
Thema 6: Regeling Basisstof 6 en 7.
Thema 6Regeling en waarneming Onderdeel Spieren en beweging
Leskaart 2: Spierballen
Het zenuwstelsel Zorgt voor de coördinatie van activiteiten in weefsels en organen, vegetatieve en animale functies, de buitenwereld en onze gevoelens.
Skelet en spieren. Skelet Ondersteuning Aanhechting Beweging Bescherming Vorming bloedcellen.
Thema 6 Regeling en waarneming B. Stof 3 Zenuwstelsel Par Zenuwcellen en 31.4 Zenuwstelsel.
Waar is het voor? Hoe werkt het ook alweer?
§2.2 Spieren.
§2.2 Spieren.
Bewegen en verplaatsen
Spierwerking als reactie op prikkels
H16 Sport.
SPieren.
De huid in beweging Hst. 1 Cellen en weefsels (blz. 9 t/m 23)
Waaruit is het menselijk lichaam opgebouwd?
Spieren Joska de Kroon.
Weefsels en organen 1 Meercellige organismen zijn opgebouwd uit een groot aantal cellen. Afhankelijk van de functie hebben cellen een specifieke vorm.
De werking van het zenuwstelsel.
Thema 6: Beweging Basisstof 3.
Stevigheid en beweging
Stevigheid en beweging
Anatomie & Fysiologie Gezondheid VE31.
Stevigheid en beweging
Trauma extremiteiten.
Anatomie, fysiologie, pathologie Weefsels Anemieke Bouman – Bosch a
Soorten Spierweefsel.
Transcript van de presentatie:

Het actieve bewegingsapparaat Fysiologie Het actieve bewegingsapparaat

Algemeen Actieve bewegingsapparaat = anatomische benaming voor spierenstelsel Motoriek = beweging Spieren zijn slaven van het zenuwstelsel Functies: Het passieve bewegingsapparaat in stand houden Het menselijk lichaam kunnen bewegen

Soorten Soorten spierweefsel: Glad spierweefsel; Bestaat uit lange spoelvormige cellen met 1 kern Ze worden onwillekeurig aangestuurd Ze vormen de spierlaag van holle organen en vaten Hartspierweefsel; heeft de bouw van een skeletspier, maar werkt onwillekeurig Dwarsgestreept spierweefsel; skeletspierweefsel wat door hun structuursamenstelling dwarsgestreept is

Opbouw skeletspier

Skeletspierweefsel Een spier is opgebouwd uit meerdere spierbundels die ieder omgeven zijn door bloedvaten en een dunne laag bindweefsel In een spierbundel liggen groepjes spiervezels bijeen Spiervezels: Zijn cellen die zich kunnen verkorten Spiervezels hechten aan beide uiteinden aan een pees Pezen zitten vast aan een bot en zijn meestal vergroeid met elkaar (origo en insertie)

Vervolg skeletspierweefsel Spiervezels bestaan uit myofybrillen (myo = spier, fibril = fijne vezel) Een myofybril bestaat uit meerdere aaneengeschakelde sarcomeren (het stuk tussen twee Z – membranen) Een sarcomeer bestaat uit 1 myosine en 2 actine filamenten (= draden)

Samengevat Niet contractiele delen: Contractiele delen: Bloedvaten Bindweefsel Contractiele delen: Myofibrillen (eiwitten)

Werking skeletspier Twee typen eiwitten (eiwitfilamenten = draden) zijn verantwoordelijk voor het tot stand komen van spiercontractie: Myosine; dikke eiwit Actine; dunne eiwit

Vervolg werking skeletspier Er is een prikkel nodig vanuit het CZS om tot een contractie te komen Actine en myosine schuiven in elkaar (dmv het maken van eiwitbruggetjes) De Z banden die aan de actine vast zitten schuiven mee, waardoor de totale sarcomeer korter wordt De eiwitbruggen worden verbroken dmv ATP De kracht is afhankelijk van het aantal eiwitbruggen en de overlap van actine & myosine

Motor - unit Een zenuw die verbonden is met een groot aantal spiervezels noemen we een werkeenheid of een motor – unit Een spier bestaat dus uit een groot aantal motor – units Iedere motor – unit heeft een eigen drempelwaarde

(motorische eindplaat) Motor - unit Moterunit (motorneuron) (motorische eindplaat) Prikkelsterkte 1 motorische neuron heeft meerdere spiervezels onder zijn ‘macht’ Samen noem je dat een motorische eenheid (verschil ogen t.o.v. benen)

Spiervezel typen Type 1: Type 2: Houdingsspieren Rode vezels Langzaam Slow Twitch Langdurige actie Geringe intensiteit Weinig kracht Veel myosine Aërobe energie Glycogeen Type 2: Bewegingsspieren Witte vezels Snel Fast Twitch Gering uithoudingsvermogen Snelle, intensieve actie Veel kracht Weinig myosine Anaërobe enrgie Fosfaten B, A, en C typen

Vervolg spiervezel typen Type IIa; FTO (fast twitch oxidatief) Aerobe arbeid Rood door de myoglobine (o2) Rood, snel & krachtig CP + anaerobe glycolyse (intermediair) Type IIb; FTG (fast twitch glycolytisch) Zeer snelle vezel Wit, snel, explosief & reactief ATP & CP Type IIc Kan een structuurwijziging ondergaan

Leuke weetjes Verzorging spiertypen: Type 1; ontspannen en rekken Type 2; versterken Je hebt spieren die lopen over 1 gewricht (mono – articulair) en je hebt spieren die lopen over 2 gewrichten (bi – articulair)