Bloed, bloedafname en bloedonderzoek Basiskennis bloed
De samenstelling van bloed Bloedvat Rode bloedcellen Witte bloedcellen Plasma Bloedplaatjes © 2006 Encyclopaedia Britannica, Inc.
De samenstelling van bloed 4 - 6 liter bloed Plasma (ongeveer 55%) 93% water 7% opgeloste stoffen (eiwitten, zouten, vetten, suikers, hormonen, vitaminen) Cellen (ongeveer 45%) Rode bloedcellen Witte bloedcellen Bloedplaatjes
Bloed is een complexe vloeistof Bloed is een complexe vloeistof. Het bestaat uit cellulaire componenten en plasma. De cellulaire componenten zijn rode cellen (die aan bloed de rode kleur geven), trombocyten en verschillende soorten van witte cellen. Alle cellen, behalve rijpe T- en B-lymfocyten, worden in het beenmerg gemaakt. Plasma is een waterige oplossing van zouten, afbraakproducten (zoals ureum, urinezuur, creatinine) en eiwitten. Bloedeiwitten zijn ondermeer albumine, diverse transporteiwitten van hormonen en vitamines, verdedigingseiwitten zoals immunoglobulines en complement en stollingseiwitten
Erytrocyt, leucocyt en trombocyt
Functies Transport, 02 en voedingsstoffen, hormonen en afbraakproducten. Bescherming tegen o.a. micro-organismen Bescherming tegen bloedverlies Regeling lichaamstemperatuur Bufferwerking
Het verschil tussen plasma of serum
Serum of plasma? Plasma: vloeistof na toevoegen anticoagulans ( antistollingsmiddel) en centrifugeren Bevat nog fibrinogeen Serum: vloeistof na stolling en centrifugeren. Bevat geen fibrinogeen meer.
Bloedsomloop filmpje
Bloedafname Capillair bloed Veneus bloed Arterieel bloed
Aanmaak van bloedcellen Rode bloedcellen Lymfocyt Merg Monocyt Witte bloedcellen Eosinofiele granulocyt Basofiele granulocyt Neutrofiele granulocyt Bloedplaatjes Hoeveel rode bloedcellen maakt een gezond persoon aan per seconde?
Bepalingen met betrekking tot de bloedstolling Bepalen aantal trombocyten Functiebepaling trombocyten PT en/of INR internationale normalisatie Ratio aPTT D-Dimeer ( geen routinebepaling)
Stolling Belangrijke stoffen: Bloedplaatjes Fibrinogeen Protrombine Stollingsfactoren (I tm XIII)
stolling Bij bloedafname vindt er buiten het lichaam ook bloedstolling plaats Na centrifugeren ontstaat er een bloedkoek serum Serum bevat geen fibrinogeen meer
Werking stolling Fibrine Intacte bloedstroom Beweging trombocyten naar wond Fibrine Plaatjesplug stopt bloeden Versteviging plaatjesplug
Algemene voorzorgsmaatregelen Handen wassen Handschoenen aan Prikaccident Laat de wond bloeden Desinfecteer met ruim desinfectans Meld voorval