Bodem, water en bouwplan

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
17 Het bovenste deel van de aardkorst
Advertisements

H1 Landschapszones De aarde als systeem
Rivieren en Dijken.
16 Bodem, ondergrond, gesteenten
Bodemleven en Ziektewering
§ 1 NATUURLIJKE OMGEVING
Spel: losse gesteente Korrels zijn slecht zichtbaar
Bodem en grondsoort.
EXOGENE KRACHTEN HOOFDSTUK 4.
De basis voor gezonde groei
Bodemkunde Inleiding 21u30: Cursistenbevraging PC-lokaal
Vijvertuinen ada hofman
De grondsoorten van Nederland
Onderzoek van de bodem.
LBB Medewerker Kwekerij
Wat betekent bodem voor de landbouw en landbouw voor de bodem?
Monitoring van bodemvocht- en grondwaterkwantiteit door de Vlaamse Milieumaatschappij Niet alleen eten, maar ook drinken.
Regenwormen.
Golfbaan Midden-Brabant Joep Verheijen. WAT WAREN DE PROBLEMEN? VRAAG: WAT NA 2020? 3 a 4 /JAAR FUNGICIDE (2 X ZOMER 2X WINTER) 5 TOT 6 /JAAR DOORZAAIEN.
Bodemfysica.
Bodemvorming in Nederland – zand, klei en veengronden
Les 6 Bodemprofiel, bodemkaarten
Bodemgeschiktheid.
Waterbeheer HPSP5 Najaar Watervoorziening en gewasproductie Belang van water voor planten (gras) – Voor de productie van koolhydraten (fotosynthese)
Maandag 28 september toets over deze hoofdstukken
Maïsteelt Wat voor soort plant is maïs? Warmte ? Koude ?
Bemestingsplan Hoe werkt dat?. voorbeeld Op een serie van feesten heb je bonnen voor Nasi, Pils en Kroketten. Na het vorige feestje had je nog 6 nasibonnen,
Grondbewerking Greenkeepers.
Hoofdstuk 4 bodems beoordelen
Organische meststoffen test. Terugblik Wat hebben we de afgelopen 3 weken gedaan?
Maakt werk van bodemkwaliteit in het landelijk gebied Landbouw Maïs onder folie: N-mineralisatie Wim Bussink Debby van Rotterdam Harm van de Draai Natuur.
(on)natuurlijk? (an)organische meststoffen. organisch Afkomstig van iets wat geleefd heeft, dus plantaardig of dierlijk. Compost Kippenmest Zeewier Groenbemesters.
AANLEG GRASZODEN.
Banden.
AANLEG BEPLANTING.
BODEMKWALITEIT EN GEWASOPBRENGST
Outdoor Advanced - Specialist Tuin en Openbaar Groen 3.1,
PowerPoint Bodemprofilering. PowerPoint Bodemprofilering.
Planten bomen.
AANLEG GAZON.
Grondbewerking.
BEMESTINGSLEER.
Inzaaien grasvegetatie
Glasteelt Samenvatting M. Ruhé.
De grondsoorten van Nederland
Bodem grondbeginselen.
Van oude mat naar nieuwe mat
Hoofdstuk 2 Landschap § 2 Gesteente verandert.
Waterbeheer.
Onderzoek van de bodem.
Ph zuurgraad.
Regenwormen.
Groeifactoren.
Water, bodem en bemesting
Bodem en bemesting Grond.
3. Bodem, water en bouwplan
Onderzoek water!! Les 2 WaterLab www. onderzoekwater.nl Regenmeter
5. Bemesting Voedergewassen.
Effect landgebruik in de melkveehouderij, grasland en bouwland, op bodemkwaliteit Nick van Eekeren.
2. Het gewas Voedergewassen.
Zuurgraad Periode 8; Les 6.
Water en watergeefsystemen
Ken je bodem: Bodemleven Organische stof Nutriënten Petra van Vliet
Investeer in bodemvruchtbaarheid met Soil Impact
Floradistrict: Kempens
Presentaties WURKS groenbemesters
Bemesting van bodem en substraat
Bemesting; Bodem les 5 Zone.college
De bodem leeft!.
Bemesting van bodem en substraat
Transcript van de presentatie:

Bodem, water en bouwplan

Bodems en hun eigenschappen Dalgrond, is afgegraven veengrond. Let op waar veengrond is bij utrecht, kijk hoe dat landschap eruitziet wat betekent dit voor jou als boer.

Bodem vormt basis voor goede nutriënten- en vocht voorziening

Wanneer is bodem geschikt: 1. Ontwatering en vochtvoorziening 2. Structuur 3. Temperatuur 4. Bodemkwaliteit en organische stof 5. Zuurgraad Snelle opwarming grond,  losse grond, kruimelig en zonder verdichting. Bovenlaag moet los zijn.

De bodem bestaat uit 50% vaste bestandsdelen 50% poriën Uittekenen van zand en klei grond. Zand maar 35% poriën  zijn veel kleiner dus ook minder ruimtes Klei heeft vaak meer dan 50% poriën

Bodems en hun eigenschappen Welk gedeelte van de bodem is voor jullie van belang om kennis van te hebben? Maaiveld: Het maaiveld (mv) is een aanduiding voor (de hoogte van) het grondoppervlak. Maaiveldhoogte wordt vaak opgegeven ten opzichte van een nationaal nul-niveau. In Nederland is dat het Normaal Amsterdams Peil (NAP), Bouwvoor: De bovenste, veel bewerkte en vaak met humeus materiaal verrijkte laag van de grond. De grondlaag waar de wortels van de planten in groeien. De bovenste 25 cm. Ondergrond: Met ondergrond wordt in de geologie, geofysica en fysische geografie bedoeld: al het gesteente dat zich onder het aardoppervlak bevindt. De ondergrond wordt dan ook vooral door geologen en geofysici bestudeerd.

Snelle opwarming grond,  losse grond, kruimelig en zonder verdichting Snelle opwarming grond,  losse grond, kruimelig en zonder verdichting. Bovenlaag moet los zijn.

1. Ontwatering en vochtvoorziening Goede ontwatering betekend: Voorjaar Grond tijdig bewerken Snelle opwarming bodem Voldoende lucht voor wortelgroei (Najaar) Oogsten zonder structuurschade

Grondwaterstand Goede ontwatering = Gem. grondwaterstand nooit hoger dan 40 cm in winter Beworteling in contact met grondwater capillaire werking Optimaal bij grondwaterstand tussen 40 en 150 cm Beschikbaar vocht Vochtlevering grondwater Neerslaghoeveelheid Opslagcapaciteit van bodem Zand snelle afvoer water, grote korrels met veel porien, bevat weinig voedingsstoffen, snelle opwarming grond Klei  kleine porien, water vasthoudend +voedingstoffen, slechte verplaatsing van water en lucht. Opwarming grond duurt langer

Ongeveer capillaire aanvoor naar de wortelzone van 1,0 tot 2,0 mm /dag

2. Structuur Ruimtelijke ordening  groot belang voor transport Water Lucht Beworteling Stabiliteit Stevigheid Kruimelstructuur Door storende lagen  bewortelingsdiepte 25 cm Zoveel mogelijk proberen te voorkomen. Bandenspanning Bij nat weer niet te veel op dezelfde grond rijden. Liever over kopeinden rijden Bewortelingsdiepte van gras wordt minder bij intensieve beweiding en maaien

3. Temperatuur Belangrijk voor ontwikkeling van de plant. Natte gronden met vaste structuur droge langzamer dan droge grond met losse structuur. Laag poriënvolume en hoog vochtgehalte

4. Bodemkwaliteit en organische stof Organische stof bepaalt grotendeels de bodemkwaliteit Levering van nutriënten Vochthoudend vermogen Vermogen van de grond om nutriënten vast te houden Bodemleven en ziektewerend vermogen Structuur, verkuimelbaarheid en slempgevoeligheid Uitspoeling van stikstof

Bodemkwaliteit Niet alleen OS! Ook via chemische, fysische en biologische indicatoren Bijv. profielkuil (beworteling, bodemleven)

Beschikbaarheid nutriënten voor het gewas 5. Zuurgraad pH van invloed op; Beschikbaarheid nutriënten voor het gewas Biologische activiteiten in de bodem Lage pH zure grond kalkarm Lutum kleine kleideeltjes

Grondwaterstand brabant

Grondonderzoek Kuiluitslag 1x per 4 jaar grondonderzoek  stikstofleverend vermogen (NLV)

Uitwerken van element Denk daarbij aan: Wat is het Wat doet het in de grond/ voor het gewas Hoe zie je dit terug komen op een kuiluitslag Hoe krijg je het in de grond/in het gewas