Bloedquiz
Een volwassen mens heeft 5 á 6 liter bloed. In het bloedplasma bevinden zich alleen de bloedcellen. Bloed bestaat voor ongeveer 55% uit bloedplasma. Ongeveer 45% van het bloed bestaat uit rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes.
Bloedplasma bestaat voor het grootste deel uit plasma-eiwitten. Bloedplasma vervoert ook een beetje zuurstof. Rode bloedcellen hebben altijd een celkern. Hemoglobine is rood van kleur. Witte bloedcellen hebben meestal een kern.
Per mm3 bloed komen gemiddeld 7000 witte bloedcellen voor. Bloedplaatjes zijn uiteengevallen cellen. Bloedsomloop = de weg die het bloed door het lichaam aflegt. De kleine bloedomloop begint in de rechter harthelft. De mens heeft een dubbele bloedomloop.
Kransaders voorzien het hart van zuurstof. De longslagader is zuurstofrijk. Het hart wordt enkel gevuld door de holle aders. Tussen boezem en kamer zit een hartklep. Aan het begin van de aorta zitten ook kleppen.
Bij de werking van het hart zijn drie fasen te onderscheiden. Door adrenaline gaat het hart sneller kloppen. Adrenaline wordt gemaakt in de alvleesklier. Het dichtknijpen van het hart wordt geregeld door de hartpunt. Tijdens de hartpauze vullen zowel de boezems als de kamers zich met bloed.