De bloedsomloop Hoofdstuk 3
3.9 Bloedstolling Leerdoelen Je kunt beschrijven hoe de bloedstolling verloopt
3.9 Bloedstolling Bloed buiten bloedvat stolt Bloedplaatjes Plasma-eiwit Fibrinogeen
3.9 Bloedstolling Proces van bloedstolling Beschadiging (3) Spieren trekken samen Bloedvat nauwer Minder bloed door bloedvat Bloedplaatjes kleverig Propje op plaats wond (5) Netwerk van draden op wond (6) Bloedcellen blijven hangen Bloedstolsel sluit wond af Bloeden stopt
3.9 Bloedstolling Ontstaan korstje Fibrinedraden drogen op Na korte periode breken ze af Korstje laat los Wond daaronder is genezen
3.9 Bloedstolling Bloederziekte (hemofilie) Bloed stolt niet goed Erfelijk Alleen bij mannen (vrouw wel drager) De kleinste wondjes heeft medische behandeling nodig!
3.10 bloedgroepen en bloedtransfusie Leerdoelen Je kunt beschrijven waarin de bloedgroepen van elkaar verschillen en welke rol bloedgroepen spelen bij bloedtransfusie
3.10 bloedgroepen en bloedtransfusie Op celmembraam van rode bloedcellen antigenen voor iemand die deze antigenen niet hebben Bloedfactoren Veel bloedfactoren Antigeen A Antigeen B
3.10 bloedgroepen en bloedtransfusie Bloedgroep A wel antigeen A, geen antigeen B Bloedgroep B wel antigeen B, geen antigeen A Bloedgroep AB wel antigeen A, wel antigeen B Bloedgroep O geen antigeen A, geen antigeen B
3.10 bloedgroepen en bloedtransfusie Antistoffen in bloedplasma In bloedplasma zit antistoffen tegen de antigenen die NIET op de rode bloedcellen voorkomen Dit zijn: Antistof A (anti-A) Antistof B (anti-B)
3.10 bloedgroepen en bloedtransfusie Antistoffen in bloedplasma Bloedgroep A (43%) Antistof B (anti-B) Bloedgroep B (9%) Antistof A (anti-A) Bloedgroep AB (3%) Geen antistoffen Bloedgroep O (45%) Antistof A (anti-A ) en Antistof B (anti-B)
3.10 bloedgroepen en bloedtransfusie Bloed krijgen van iemand anders (donor) Bloedgroep ontvanger? Bloedgroep donor? Juiste bloed geven aan juiste persoon Voorbeeld: Ontvanger bloedgroep A (anti-B) Donor bloedgroep B (anti-A) Antigeen A en antistof A komen bij elkaar Bloedstolling tot gevolg Beschadiging hersenen en nieren mogelijk
3.10 bloedgroepen en bloedtransfusie
Woordenlijst maken 3.9 Bloedstolling Bloedplaatjes Fibrinogeen Fibrine Bloederziekte Hemofilie 3.10 Bloedgroepen en bloedtransfusie Bloedgroep Bloedfactoren Antigeen A Antigeen B Bloedgroep A Bloedgroep B Bloedgroep AB Bloedgroep O Antistof A Antistof B Donor Bloedtransfusie Ontvanger Donorbloed
Opdrachten maken Maken opdracht 32 en 33 Maken opdracht 34 t/m 37 Blz. 120 WB Blz. 119 TB Maken opdracht 34 t/m 37 Blz. 121 en 122 WB Blz. 120 en 121 TB Heb je de leerdoelen behaald? Je kunt beschrijven hoe de bloedstolling verloopt Je kunt beschrijven waarin de bloedgroepen van elkaar verschillen en welke rol bloedgroepen spelen bij bloedtransfusie