Organen en cellen Thema 1
Bs1: Organismen Kenmerken van het leven (levensverschijnselen): ademhalen voeden afvalstoffen uitscheiden bewegen waarnemen groeien en ontwikkelen voortplanten Elk apart organisme = individu Levend of dood?! = wel of geen levenskenmerken levenloos = nooit geleefd (voorbeeld: rots)
Levensverschijnsel: Ademhalen
Levensverschijnsel: Groei & ontwikkeling
Bs1: Organismen Levenscyclus een organisme heeft verschillende levensfasen
Bs2: Organen, cellen en weefsels Een organisme bestaat uit een aantal onderdelen: cellen weefsels organen orgaanstelsels
Onderdelen organismen Cellen Weefsels
Onderdelen organismen Organen Orgaanstelsel
Onderdelen organismen
Bs3: Werken met de microscoop maken preparaat vergroting uitrekenen
Bs4: Plantaardige cellen Aantal onderdelen: celkern cytoplasma celmembraan celwand bladgroenkorrels vacuole Plastiden bladgroenkorrels kleurstofkorrels
Bs4: Plantaardige cellen Bladgroenkorrels kleurstofkorrels
Bs5: Dierlijke cellen onderdelen dus : celkern cytoplasma celmembraan kernplasma kernmembraan dus : geen bladgroenkorrels geen celwand geen vacuole
plantaardige & dierlijke cellen de verschillen De zeeslak: een dier met bladgroenkorrels
Bs 6: Chromosomen Al de erfelijke eigenschappen van het organisme liggen in de chromosomen in de celkern filmpje karyogram chromosomenportretvan de mens (man) chromosomen liggen in paren: 23 paar = 46 chromosomen
Bs6: Chromosomen Van chromosoom tot DNA
Bs6: Chromosomen Bijzondere afwijkingen in de chromosomen Trisomie 21
Bs7: celdeling groei door nieuwe cellen gewone celdeling (mitose) moedercel twee dochtercellen
Bs7: Celdeling Van chromosoom tot DNA Hoe werkt de celdeling?
Bs7: celdeling DNA wordt eerst gekopieerd (eerste fase): 2x dochter DNA 1x moeder DNA
Bs7: verloop celdeling Zelfde aantal chromosomen Elke cel heeft de zelfde hoeveel erfelijk materiaal