Les 11 Hou van je naaste Wat doe ik hier vandaag? Vandaag bespreken we drie geboden van God. De kern van deze geboden is dat ik van andere mensen moet houden. Dat is best moeilijk, dus daar krijg ik vandaag tips voor.
Les 11 Hou van je naaste Drie geboden
Les 11 Hou van je naaste Exodus 20: 13 Pleeg geen moord. Exodus 20: 15 Steel niet. Exodus 20: 16 Leg over een ander geen vals getuigenis af.
Het zesde gebod: Pleeg geen moord Les 11 Hou van je naaste Het zesde gebod: Pleeg geen moord
Les 11 Hou van je naaste Matteus 5: 21 en 22 21 Jullie hebben gehoord dat destijds tegen het volk is gezegd: “Pleeg geen moord. Wie moordt, zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht.” 22 En ik zeg zelfs: ieder die in woede tegen zijn broeder of zuster tekeergaat, zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht. Wie tegen hen “Nietsnut!” zegt, zal zich moeten verantwoorden voor het Sanhedrin. Wie “Dwaas!” zegt, zal voor het vuur van de Gehenna komen te staan.
Les 11 Hou van je naaste Filippenzen 2: 3 en 4 3 Handel niet uit geldingsdrang of eigenwaan, maar acht in alle bescheidenheid de ander belangrijker dan uzelf. 4 Heb niet alleen uw eigen belangen voor ogen, maar ook die van de ander.
Het achtste gebod: Steel niet Les 11 Hou van je naaste Het achtste gebod: Steel niet
Les 11 Hou van je naaste Efeziërs 4: 28 Laat wie steelt niet meer stelen, maar eerlijk de kost verdienen door zelf hard te werken om iets weg te kunnen geven aan wie het nodig heeft.
Het negende gebod: Lieg niet Les 11 Hou van je naaste Het negende gebod: Lieg niet
Les 11 Hou van je naaste Efeziërs 4: 29 Laat geen vuile taal over uw lippen komen, maar alleen goede en waar nodig opbouwende woorden, die goeddoen aan wie ze hoort.
Les 11 Hou van je naaste Jozua 2: 1-7 1 Hierna stuurde Jozua, de zoon van Nun, er vanuit Sittim in het geheim twee spionnen op uit. Hij gaf hun de opdracht: ‘Verken het hele gebied, maar vooral Jericho.’ De mannen vertrokken. Toen ze in Jericho waren gekomen, vonden ze onderdak bij een hoer, Rachab genaamd, bij wie ze wilden overnachten. 2 Maar toen de koning van Jericho hoorde dat er die nacht spionnen van Israël waren gekomen, 3 liet hij Rachab het volgende bevel geven: ‘Lever ze uit, die mannen die bij je zijn, want ze zijn hier om te spioneren.’ 4 Maar Rachab – die de twee mannen verborgen had – zei: ‘Die mannen hebben mij inderdaad bezocht, maar ik weet niet waar ze vandaan kwamen. 5 Ze zijn vertrokken vlak voordat het donker werd en de poort zou worden gesloten. Ik heb geen idee waar ze naartoe zijn gegaan. Ga ze snel achterna, dan haalt u ze nog in.’ 6 Rachab had de mannen naar het dak gebracht en ze daar verborgen onder bundels vlas. 7 Hun achtervolgers vertrokken meteen in de richting van de Jordaan, naar de oversteekplaatsen. Zodra ze de stad hadden verlaten werd de poort gesloten.
Les 11 Hou van je naaste Exodus 1: 15-22 15 Bovendien gelastte de koning de Hebreeuwse vroedvrouwen, Sifra en Pua geheten, het volgende: 16 ‘Als u de Hebreeuwse vrouwen bij de bevalling helpt, let dan goed op het geslacht van het kind. Als het een jongen is, moet u hem doden; is het een meisje, dan mag ze blijven leven.’ 17 Maar de vroedvrouwen hadden ontzag voor God en deden niet wat de koning van Egypte hun had opgedragen: ze lieten de jongetjes in leven. 18 Daarom ontbood de koning de vroedvrouwen. ‘Wat heeft dit te betekenen?’ vroeg hij hun. ‘Waarom laat u de jongens in leven?’ 19 De vroedvrouwen antwoordden de farao: ‘De Hebreeuwse vrouwen zijn anders dan de Egyptische: ze zijn zo sterk dat ze hun kind al gebaard hebben voordat de vroedvrouw er is.’ 20 God zegende het werk van de vroedvrouwen, zodat het volk zich sterk uitbreidde. 21 En omdat de vroedvrouwen ontzag voor God hadden, schonk hij ook aan hen nakomelingen. 22 Toen gaf de farao aan heel zijn volk het bevel om alle Hebreeuwse jongens die geboren werden in de Nijl te gooien; de meisjes mochten in leven blijven.