Licht en schaduw.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Dat wat de dingen zichtbaar maakt
Advertisements

Licht en schaduw.
Beeldaspecten.
Lenzen Voor het beste resultaat: start de diavoorstelling.
PERSPECTIEF RUIMTE OP EEN PLAT VLAK.
B1c impressionisme : uitleg, theorievragen, praktijkopdracht
brugklas ruimte en perspectief
Je moet 2 soorten schaduwvormingen kennen
Licht Voor het beste resultaat: start de diavoorstelling.
Kan je de schaduw in een simpele tekening construeren
Beeldende aspecten Vorm
Eindopdracht Fotografie (1ste periode) Analyse eigen foto’s
Licht.
LICHT – ZIEN EN LICHTBRONNEN
Ruimte & ruimtesuggestie
Kleur Begrippen klas 1 t/m 3.
Licht en schaduw Begrippen klas 1 t/m 3.
Vorm en Compositie Begrippen klas 1 t/m 3.
Compositie Begrippen klas 1 t/m 3.
Structuur.
LICHT – ZIEN EN LICHTBRONNEN
LICHT – ZIEN EN LICHTBRONNEN
Tekenopdracht Voor en achter elkaar.
lichtschema’s portret
Beeldende Aspecten LICHT
Beeldaspect RUIMTE. Beeldaspect RUIMTE Beeldaspect RUIMTE Beeldvlak Het beeldvlak is een plat oppervlak met een afbeelding erop. Een beeldvlak.
Opdracht ‘Rembrandt’ menu.
beeldaspect licht - toon
5.3 Schaduw en spiegelbeeld Marianne & Janine H2C
Dennis Bakker Kai Molendijk H2B
Schaduw en Spiegelbeeld
Licht Aantekeningen.
Ruimte Opdracht 4.
oefenuurtje begrippen H3 V3: compositie licht kleur
Natuurkunde overal 3 HV Licht
Licht Hoofdstuk 5 paragraaf 5.1 en 5.2
§ 5.3 Schaduw en Spiegelbeeld
Wat hebben we vorige week gedaan?
Natuurkunde Paragraaf 5.1 & 5.2 Gemaakt door: Martijn van den Berg
Natuurkunde overal H2 Licht en geluid
10.3 Begrippen omtrent licht
OPTICA Deel 2 -lichtbreking.
Workshop Portret Fotografie. Tips voor betere portretfoto’s 1. Stel scherp op de ogen 2. Gebruik een grote diafragma opening 3. Fotografeer op ooghoogte.
Hoofdstuk 6 ‘Licht’ Paragraaf 6.1 antwoorden.
Paragraaf 6.2 Antwoorden.
BEELDENDE ASPECTEN II 1 Vorm 2 Kleur 3 Compositie 4 Licht 5 Ruimte 6 Textuur 7 Lijn ARTi KUNSTBOEK THV DAL/Rvp.
Tekenen in zicht DEEL 2 HOOFDSTUK 4 Licht DAL/RvP 2014.
Zonder licht, is het donker! Dat geldt ook voor schilderijen. Als er geen licht is, dan is het schilderij een zwart vlak! Op een schilderij hoeft een.
Vorm.
Tekenen in zicht DEEL 1 HOOFDSTUK 5 Ruimte
Tekenen in zicht DEEL 1 HOOFDSTUK 5 Ruimte
Het oog.
Hoofdstuk 3 Licht en landschap
Hoofdstuk 3 Licht en landschap
Kleur….
Hoofdstuk 2 Licht en kleur.
Tekenen in zicht DEEL 1 HOOFDSTUK 4 Licht
ARTi KUNSTBOEK THV BEELDENDE ASPECTEN II 1 Vorm 2 Kleur 3 Compositie 4 Licht 5 Ruimte 6 Textuur 7 Lijn DAL/Rvp 2012.
Kunstwerken.
LICHT.
Licht deel 2.
Licht Wat doet licht?.
Strijklicht Het licht lijkt over het vlak te strijken.
H8 Licht Nova Licht en kleur.
Dit was Piet Mondriaan. Hij is een hele beroemde Nederlandse schilder
LICHT – SPECTRUM EN KLEUREN ZIEN
Ruimtewerking Beeldaspect Ruimte.
Reflectie en verstrooiing Schaduw en halfschaduw
Schilderen met licht Klopt het wel?.
Hoofdstuk 2 Wat gaan we vandaag doen? Opening Doel Nieuwe stof
Transcript van de presentatie:

Licht en schaduw

Zonder licht, is het donker! Dat geldt ook voor schilderijen. Als er geen licht is, dan is het schilderij een zwart vlak! Op een schilderij hoeft een lichtbron (lamp, kaars, vuur, zon…) niet altijd zichtbaar te zijn, het kan ook ‘buiten’ het schilderij zijn.

Licht kan de sfeer van een schilderij bepalen. De schilder Monet schilderde dezelfde kathedraal op verschillende momenten van de dag. De ochtendzon geeft een ander licht dan de zon om 12 uur ‘s middags en ook weer anders dan tijdens een zonsondergang.

Als er een lichtbron is, zal er ook een schaduw ontstaan. Er zijn 2 soorten schaduwen. Een schaduw die op het onderwerp zelf te zien is: Eigenschaduw De eigenschaduw zorgt er voor dat het onderwerp ruimtelijk wordt. En een schaduw die naast het onderwerp te zien is: Slagschaduw De slagschaduw volgt de vormen van de omgeving. Eigenschaduw Slagschaduw

De plaats van de lichtbron bepaalt waar de schaduw zal vallen. Wanneer het licht vanaf de zijkant komt, dan noemen we dit zijlicht. De schaduw zal aan de andere kant van het voorwerp te zien zijn. schaduwen

In heel veel schilderijen zijn de onderwerpen recht van voren belicht. De lichtbron komt dan vanaf dezelfde plaats als waar de beschouwer (de persoon die naar het kunstwerk kijkt) staat. Deze vorm van licht noemen we meelicht. Het licht gaat mee met de blik van de beschouwer.

Als je recht tegen het licht in kijkt, word je verblind Als je recht tegen het licht in kijkt, word je verblind. We noemen dit tegenlicht Jouw ogen passen zich aan het felle licht aan, alleen het licht is dan nog echt zichtbaar. Alle voorwerpen die voor het licht te zien zijn, lijken zwart te zijn. Er zijn geen details meer zichtbaar. Die donkere vorm noemen we een silhouet.

Sommige lichtbronnen zorgen er voor dat je duidelijk kunt zien wat voor structuur het oppervlak heeft. Het licht strijkt over het oppervlak en laat kleine hobbeltjes en kuiltjes zien. Deze vorm van licht noemen we strijklicht.

Wanneer een glad oppervlak verlicht wordt, zal het licht weerkaatsen. Het weerkaatsen kan soms heel fel zijn. De kleur van het voorwerp verdwijnt dan. We noemen dit een glimlicht

In sommige beelden zien we een hele bijzondere vorm manier van belichten. De achtergrond is extra donker en het onderwerp is overdreven belicht. Deze vorm van belichten noemen we Clair Obscure De man valt extra op. Doordat het donker is, weten we niet hoe groot de ruimte is. Misschien wel heel groot? Er ontstaat dus extra ruimte door een clair obscure. Door de verlichting op 1 punt te richten, lijkt het net alsof het een ‘toneelstuk’ is. Het hoofd valt extra op, hierdoor zie je de gezichtsuitdrukking goed, er ontstaat dramatiek hierdoor.