Toets kader project Verbetering Modellering Reistijden

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Statistische uitspraken over onbekende populatiegemiddelden
Advertisements

Vierde bijeenkomst Kleinste kwadraten methode Lineaire regressie
1 havo/vwo 2 klimaat, §7 en 8.
Actualisatie Nederlands Regionaal Model (NRM)
Newton - HAVO Energie en beweging Samenvatting.
Monitoring van zeehonden
BrabantBrede ModelAanpak (BBMA)
OV en Ruimte Effecten van beter OV,ruimtelijk beleid en flankerend beleid. Is het geheel meer dan de som der delen? Hans Hilbers, PBL.
Background Subtraction for Urban Traffic Monitoring using Webcams Master Thesis Verdediging Begeleider: Rein van den Boomgaard door: Mark Smids 19 maart.
Newton - VWO Energie en beweging Samenvatting.
Terrain Analysis Seminar GIA najaar 2004 Joost Voogt.
GENERATIE Distributie Modal split Toedeling
Natuurkunde overal 2HA en 2VWO
Hoofdstuk 16 De steekproefuitkomsten generaliseren naar de populatie en hypothesen over percentages en gemiddelden toetsen.
variabelen vaststellen
Hoofdstuk 1 Basisvaardigheden.
Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Liège.
Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Groningen.
Begrippen hoofdstuk 3.
De vangnetpopulatie in de Ziektewet: kenmerken en risicofactoren voor langdurig verzuim Het onderzoek.
Spelen met een bak getallen
Monitoring Harmsenbrug
© GfK 2015 | Supermarktkengetallen | april 2015
Netwerkanalyses Een andere manier van denken welzijn, welvaart kwaliteiten van locaties kwaliteiten van verbindingen kwaliteiten van schakels files, ongevallen,
1 havo/vwo H2 klimaat, §4.
3/4 vmbo 1 Arm en Rijk § 6-8.
De kwaliteit van het basisonderwijs in het Noorden
Paramaribo, september 2015 Ten behoeve van leerkrachten van de EBGS Mr.dr.E. Marshall & M. Day.
Toepassingen 5L week 17: ‘Op stap met het openbaar vervoer’ een uurtabel van het openbaar vervoer hanteren een tabel met openingsuren hanteren een tijdsduur.
1 HV Hoofdstuk 2 Klimaat § 8-9
Benchmark MPZ werkgroep monitoren Over gegevens 2011.
(burgers) 1. 2 Aanleiding Verzoek Sociale Partners aan ABP om inzicht in financiële solidariteit tussen de ABP- sectoren Instelling PK-begeleidingscommissie.
Fietsveiligheid lessen uit Nederland voor een sterk fietsveiligheidsbeleid Dr. J.P. Schepers.
H6 Risicomanagement. Risicpmanagement stap 1 Factoren inventariseren die projectresultaat beïnvloeden Gevolg bedrijfsresultaat (externe projecten): –Financieel.
Vwo6 WiskA Toepassing van differentiaalrekenen Extra opgaven.
© GfK 2014 | AFM Consumentenmonitor | Juni AFM Consumentenmonitor voorjaar 2014 Beleggers Juni 2014.
ZELFRIJDENDE AUTO'S IN HET LMS Maaike Snelder Bart van Arem, Remko Smit, Martijn de Kievit.
Structuurvisie Ridderkerk Verkeersmodel en vervoerwaarde Robert van Leusden 10 februari 2009.
Doelmatigheid van maatregelen Regeling doelmatigheid geluidmaatregelen Wet geluidhinder.
Hoe ontstaat een wolk? Samenstelling van de atmosfeer.
De haalbaarheid en meerwaarde van quasi-dynamisch toedelen en vertrektijdstipkeuzemodellering binnen de BBMA Martijn Heynickx Kobus Zantema 9 MAART 2016.
Gasunie is een van de grootste gasinfrastructuurbedrijven in Europa. Veiligheid heeft binnen Gasunie de hoogste prioriteit; het vormt de basis van onze.
Wouter De Cock Bachelorproef Validatie van STA-R MAX® Stago analysers voor routine coagulatie parameters.
Tom Thomas en Karst Geurs Universiteit Twente Tom Thomas en Karst Geurs Universiteit Twente Het Mobiele Mobiliteitspanel.
Toelichting op invalregeling junioren Seizoen
Inhoud: Project saneringsomvang gemeentelijke + prov. wegen
Absolute aantallen en relatieve aantallen
Hoeveel boterhammen eet elke klas per dag?
De haalbaarheid en meerwaarde van quasi-dynamisch toedelen en vertrektijdstipkeuzemodellering binnen de BBMA Martijn Heynickx Kobus Zantema 9 MAART 2016.
Leggen pensioenfondsen de lat te hoog?
Hoofdstuk 9 M&O + in groepjes Havo3 iPad.
Bevorderingsrichtlijnen van de Bernardus: soepel of streng
Toelichting op invalregeling junioren
Co2 doelstellingen worden wel/niet behaald door de markt
eenheden variabele productiefactor (arbeid) productie in aantallen
Hoofdstuk 16 De steekproefuitkomsten generaliseren naar de populatie en hypothesen over percentages en gemiddelden toetsen.
Welk schoolklimaat bevordert gelijke onderwijskansen
Feedback NRG 2011 Katrien Scheerlinck Attaché Audit VG-MZG - Datamanagement DG-GS FOD VVVL.
GRS Wetteren – deelstudie mobiliteit
De toelage voor participatie en sociale activering: cijfers 2017
Rookenquête 2018 Een onderzoek voor Stichting tegen Kanker, uitgevoerd door GfK Belgium Rapport 1.
Opleiding meten Deel 3 V&P tol. Jo Desutter OLVTD 2006
Tariefstelling Wmo 2019.
Toelichting Jeugd: Tarieven
Onderzoek binnenklimaat
VOS, FOS en OEB.
G13 2 Recht en omgekeerd evenredige grootheden M A R T X I
Gasunie is een van de grootste gasinfrastructuurbedrijven in Europa
Vergelijkingen van de vorm ax = b oplossen
Hoofdstuk 20 Grafieken en tabellen. Hoofdstuk 20 Grafieken en tabellen.
Transcript van de presentatie:

Toets kader project Verbetering Modellering Reistijden

Verplaatsingsgedrag: 1.1.Verplaatsingen Criterium: Het aantal verplaatsingen per etmaal per motief (vracht, wo- we en overig) van/naar landsdeel, provincie en grote steden. Deze moeten vergeleken worden met OVIN 2010-2014 (gewogen en opgehoogd). Referentiewaarde: 90 % van de toetsen hebben een afwijking lager dan de waarden in onderstaande tabel.   Gebied Totaal/Motief Afwijking etmaal** Dagdeel Landsdeel en provincie Totaal 5% 10% Motief 15% Regio of 4 grootste steden   Motief (m.u.v. zakelijk) 20%  Kwalitatieve analyse: Geef hier aan welke gebieden onder de streefwaarde liggen en verklaar de verschillen.

Verplaatsingsgedrag: 1.1.Verplaatsingen Zakelijk verkeer Gebied Afwijking etmaal Dagdeel Landsdeel en provincie 20% 40% Regio of steden 30% -

Verplaatsingsgedrag: 1.2.Ritlengteverdeling Criterium: De ritlengteverdeling van/naar landsdeel, provincie en grote steden per motief. Vergelijking met OVIN 2010-2014. Referentiewaarde: 90 % van de toetsen hebben een afwijking lager dan de waarden in onderstaande tabel.     Zakelijk provincie 40% Zakelijk stad 60 % Gebied Totaal/Motief Afwijking etmaal ** Landsdeel Totaal 15% Motief m.u.v. zakelijk 20% Provincie, regio of steden 25%

Verplaatsingsgedrag: 1.3. Ritlengteverdeling op locaties op het HWN Criterium: De ritlengteverdeling voor autobestuurders en vrachtauto’s op locaties op het HWN. Dit geldt voor de in bijlage 2 benoemde locaties Referentiewaarde: 70% van de locaties heeft een afwijking van minder dan 20%. Gebied Totaal  Afwijking etmaal Locatie HWN Vracht/ autobestuurder 20% 

Locaties van kentekenonderzoek in de Randstad

Illustratie van de berekeningsmethode

Verplaatsingsgedrag: 1.4. Gemiddelde Ritlengte Criterium: De gemiddelde ritlengte van/naar landsdeel, provincie en grote steden per motief voor de vervoerwijze autobestuurder. Vergelijking met OVIN 2010-2014 Referentiewaarde: 100 % van de toetsen hebben een afwijking lager dan de waarden in onderstaande tabel.   Gebied Totaal/Motief Afwijking etmaal Landsdeel Totaal 15% Motief 20% Provincie, regio of steden 25% 30% Kwalitatieve analyse: Geef hier aan welke gebieden onder de streefwaarde liggen en verklaar de verschillen.

Netwerkniveau 3.1. Intensiteit etmaal Criterium: De intensiteit op screenlines en tellingen in het etmaal per vervoerwijze in het studiegebied. Referentiewaarde: Zie onderstaande tabel, voor zowel autobestuurder als vrachtverkeer.   Hoge betrouwbaarheid ( 9,8,7) Midden betrouwbaarheid (6,5,4) Lage betrouwbaarheid (3,2,1) HWN tellingen 95 % T<4,5 80% T<5,0 70% T<5,5 OWN tellingen 90% T<4,5 70% T<5,0 60% T<5,5  Kwalitatieve analyse: Breng de tellingen in beeld die wel/niet binnen de referentiewaarde vallen. Breng ook de toe/afname in beeld van de hoeveelheid tellingen met een hoge T-waarde. Worden er ook telpunten slechter? Voer dezelfde toets uit op basis van de werkelijk afgewikkelde stroom

Netwerkniveau 3.2. Intensiteit spitsen Gewijzigd criterium Netwerkniveau 3.2. Intensiteit spitsen Criterium: De intensiteit op screenlines en tellingen in de spitsen per vervoerwijze in het studiegebied. Waarin Xb en Xw respectievelijk de berekende en waargenomen verkeersbelasting zijn Referentiewaarde: Zie onderstaande tabel, voor zowel autobestuurder als vrachtverkeer.   Hoge betrouwbaarheid ( 9,8,7) Midden betrouwbaarheid (6,5,4) Lage betrouwbaarheid (3,2,1) HWN tellingen 95 % T<3,5 80% T<4,0 70% T<4,5 OWN tellingen 90% T<3,5 70% T<4,0 60% T<4,5 

Netwerkniveau 3.3. Intensiteiten op basis van relatieve afwijkingen of een ander inzichtelijk criterium

Netwerkniveau 3.3. NoMo reistijdfactoren (1) Criterium 1: Reistijdfactoren op NoMo-trajecten in het studiegebied. Referentiewaarde: 80% van de NoMo trajecten valt binnen dezelfde klasse ten opzichte van de waargenomen waarden in 2014 volgens de publieksrapportage Rijkswegennet. Te hanteren klassen: <1,5 1,5-2,0 >2,0 Kwalitatieve analyse: Geef aan welke trajecten in een andere klasse vallen en breng de verschillen in reistijden in detail in beeld. *Afgeleid obv resultaat 2010. Begrensd op 80%. Eventuele voettekst

Netwerkniveau 3.3. NoMo reistijdfactoren (2) Gewijzigd criterium Netwerkniveau 3.3. NoMo reistijdfactoren (2) Criterium 2: Relatieve afwijking ten opzichte van gemeten en waargenomen reistijd, met behulp van indeling per klasse  Referentiewaarde: 80% van de NoMo trajecten heeft een afwijking van minder dan 20% ten opzichte van de waargenomen reistijd

Netwerkniveau 3.4. Filelocaties Conform 2010 Netwerkniveau 3.4. Filelocaties Criterium: Filelocaties in de ochtend- en avondspits in het studiegebied. Referentiewaarde: 90 % van de 10 zwaarste waargenomen files die niet door wegwerkzaamheden zijn veroorzaakt (volgens de publieksrapportage Rijkswegennet) zijn zichtbaar als filelocatie op het HWN. Kwalitatieve analyse: Maak een analyse van de filelocaties per NRM en geef aan waarom een bepaalde file in het NRM niet zichtbaar is Geef aan of er files op het HWN in het NRM zichtbaar zijn, maar niet zijn waargenomen. Geef een verklaring voor de aanwezigheid van deze files en los waar mogelijk dit probleem op. *Afgeleid obv resultaat 2010. Begrensd op 80%.

3.5 VVU Totaal exclusief werkzaamheden Maximale afwijking op etmaalbasis Verhouding AS-OS voor de Randstad en buiten de Randstad Hierbij kan gebruikt worden gemaakt van een factor van 365 om van werkdaggemiddelde naar jaartotalen (inclusief weekend) en van alleen reguliere congestie tot congestie inclusief de files veroorzaakt door ongevallen te komen. In de monitoring worden verliestijden bepaald relatief ten opzichte van 100 km/u (als de wettelijke snelheid hoger dan of gelijk aan 100 km/u is) – mogelijk vergt dat ook een bewerkingsslag op de uitkomsten

3.6 Snelheden OWN Op gebiedsontsluitingswegen (NRM linktype 3-4), erftoegangswegen buiten de bebouwde kom (linktype 5), Stadsontsluitingswegen (linktype 6) en wijkontsluitingswegen (linktype 7) , voor de spitsen moeten de gemeten snelheden (gegevens afkomstig van INRIX) en de gemodelleerde snelheden met elkaar worden vergeleken en de kwaliteit beoordeeld.

Consistente matrixstructuur 4.1. Productie en attractie Conform 2010 Consistente matrixstructuur 4.1. Productie en attractie Criterium: Het aantal vertrekken en aankomsten van autobestuurders in een zone per etmaal per vervoerwijze in het studiegebied. Referentiewaarde: 2% van de zones heeft een T-waarde, berekend over het verschil in aankomsten en vertrekken autobestuurder per zone, van meer dan 4,5.

Consistente matrixstructuur 4.3. Symmetrie Criterium: de verhouding tussen heen en terug richting, op basis van analysegebieden Referentiewaarde: voor 95 % (autobestuurder) en 70 % (vrachtverkeer) van de relaties is de verhouding tussen heen en terug richting 40/60 of symmetrischer. Kwalitatieve analyse: Breng de asymmetrische relaties in beeld en geef hier een verklaring voor *Afgeleid obv resultaat 2010.