Ingrijpen in de prijs minimum- en maximumprijzen

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties

Advertisements

SIER-spel Doelen: Leren hoe in een markteconomie de verbanden kunnen liggen tussen een aantal kern-concepten uit de algemene economie; Leren dat het moeilijk.
3.3 Nigeria in de wereldeconomie
Vandaag.
Het prijs- of marktmechanisme
Overheidsinterventie 2
Welvaartsverlies Pareto-efficiëntie.
§1.2 – Euroboeren in de kou.
Vraag & Aanbod Hoofdstuk 4: De markt
Hoe komen producten tot stand?
Hoofdstuk 3: Beleid van de EU
Het prijs- of marktmechanisme I
Euroboeren in de kou..
Hoe en waarom veranderde het GLB aan het einde van de 20 e eeuw?
Overheidsinterventie 1
Overheidsinterventie 3
Goede tijden, slechte tijden
Vandaag.
8.1 Waarom handel met het buitenland?
3.4 Hoe woon je? Als je gaat verhuizen kun je een huis kopen of huren.
Markt & Overheid Economie Havo
HAVO/VWO Het prijsmechanisme
Het geheel van vraag en aanbod
Wat gaan we vandaag doen?  Voorbereiding op toets 17 mei 2016 lesuur 7  Eerst luister je / noteer je wat er in de toets komt. Vervolgens mag je:  Naar.
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen.
De competitieve markt Vraag- en aanbodschema StartSein pagina
Lesbrief Markt en Overheid
Geen marktmodel, maar een onderhandelingsmodel.
Hoofdstuk 6 Productie en markt.
Wat we bereid zijn om te betalen, maar niet hoeven te betalen.
Vraag en Aanbod van financiële middelen & nominale en reële rente
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen
Welkom Havo 5..
Welkom VWO 5..
Welkom Havo 5..
Lesbrief Markt & Overheid
verwarring begrippen omzet of winst
en verschuivingen van de vraag- of aanbodlijn
Lesbrief Vervoer H 4.
Voorbeeld Weging Indexcijfers 2011 Weging x indexcijfer Voeding
Hoofdstuk 5 Les 2: Markten.
Welkom Havo 5..
Wanneer er maar één aanbieder is
WELVAARTSVERLIES DOOR KOSTPRIJSVERHOGENDE BELASTINGEN EN – VERLAGENDE SUSBSIDIES, MAXIMUM- EN MINIMUMPRIJZEN.
Inhoudsopgave Sheet 2: Planning Sheet 3: H1: schaarste en ruil Sheet 4: H2: de markt: vraag en aanbod Sheet 5: H2, de vraaglijn Sheet 6: H2: de aanbodlijn.
Hoofdstuk 5 Les 5: Markten.
Hoe je een vraaglijn en aanbodlijn tekent.
Welkom havo 3..
Welkom havo 3..
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Welkom VWO 5..
Welkom VWO 5..
Wat we bereid zijn om te betalen, maar niet hoeven te betalen.
specialisatie zorgt voor welvaartswinst
Welvaartsverlies Pareto-efficiëntie.
Kiezen waar je je geld aan uitgeeft.
Hoe je een vraaglijn en aanbodlijn tekent.
Overheidsinterventie
Subsidie bij volkomen concurrentie
Overheidsinterventie 2
Overheidsinterventie 1
Niet alleen op de wereld
Het verschil tussen de marktprijs en de maximale betalingsbereidheid
Prijszetter binnen grenzen
Externe effecten Verzonken kosten Berovingsprobleem.
Marktgedrag.
Hoofdstuk 3 Eerlijke handel
Overheidsinterventie in het marktgebeuren
een onbetaalde rekening?
Transcript van de presentatie:

Ingrijpen in de prijs minimum- en maximumprijzen Overheidsingrijpen bij een markt van volkomen concurrentie: minimum- en maximumprijzen

waar Landbouwbeleid eu Sociale woningmarkt Het behouden van een eigen voedselproductie wordt belangrijk gevonden. De evenwichtsprijs is te laag: boeren kunnen niet in hun bestaan voorzien. Instellen minimumprijs die garandeert de boeren een goede opbrengst Iedereen moet een betaalbare woning kunnen huren. De evenwichtsprijs is te hoog: mensen met een laag inkomen kunnen die huur niet betalen. Instellen maximumprijs (huur) die zorgt ervoor dat ook mensen met een laag inkomen de huur kunnen betalen.

Volkomen concurrentie herhaling Teken het marktmodel: Qv = -P + 100 Qa = 2P - 40 Bereken de evenwichtsprijs € 0,47 Hoeveel willen consumenten kopen voor een prijs van € 0,80? Hoeveel willen consumenten kopen voor een prijs van € 0,60? Hoeveel willen producenten produceren bij een prijs van € 0,60? Hoeveel willen consumenten kopen voor een prijs van € 0,40? 100 Natuurlijk kun je het ook steeds uitrekenen! Qv 80 prijs (in centen) Qa 60 40 20 20 40 60 80 100 hoeveelheid × 1.000

minimumprijs EU landbouwbeleid

EU landbouwbeleid: minimumprijs Het behouden van een eigen voedselproductie wordt belangrijk gevonden. De evenwichtsprijs is te laag: boeren kunnen niet in hun bestaan voorzien. Oplossing: een minimumprijs voor de producten in de landbouw (ook wel: garantieprijs) In dit voorbeeld: € 0,60 100 Qv 80 prijs (in centen) Qa 60 Pmin 40 20 20 40 60 80 100 hoeveelheid × 1.000

Minimumprijs Qv = -P + 100 Qa = 2P - 40 Evenwichtsprijs € 0,47 Minimumprijs € 0,60 Door de invoering van de minimumprijs (hoger dan de evenwichtsprijs), ontstaat een probleem: consumenten willen bij een hogere prijs minder kopen (betalingsbereidheid) producenten willen bij een hogere prijs meer produceren (verkoopbereidheid) 100 Qv 80 prijs (in centen) Qa 60 Pmin 40 20 20 40 60 80 100 hoeveelheid × 1.000

overschotten Consumenten kopen nu: Producenten produceren nu: Qv = -P + 100 Qa = 2P - 40 Evenwichtsprijs € 0,47 Minimumprijs € 0,60 Consumenten kopen nu: Qv = -60 + 100 = 40 (000) stuks Producenten produceren nu: Qa = 2×60 – 40 = 80 (000) stuks Er ontstaat dus een productie-overschot van 40.000 stuks 100 Qv prijs (in centen) 80 prijs (in centen) Qa 60 Pmin 40 20 20 40 60 80 100 hoeveelheid × 1.000 productie-overschot

Overschot kost (belasting)geld Qv = -P + 100 Qa = 2P - 40 Evenwichtsprijs € 0,47 Minimumprijs € 0,60 Bij deze minimumprijs geldt: Qv = 40.000 stuks Qa = 80.000 stuks Aanbodoverschot = 40.000 stuks Dit overschot moet worden opgekocht (er was de boeren een minimaal bedrag per product gegarandeerd!) tegen de beloofde € 0,60 Totale kosten: 40.000 × € 0,60 = € 24.000 100 Qv prijs (in centen) 80 prijs (in centen) Qa 60 Pmin 40 20 20 40 60 80 100 hoeveelheid × 1.000 productie-overschot

Randvoorwaarden minimumprijs Aanbodoverschot: vernietigen (“doordraaien”) dumpen (ver) buiten je afzetgebied (of: exporteren met exportsubsidie) Bovendien: Buitenlandse producten niet toelaten op je markt (met invoerheffingen) Productie-uitbreiding van je eigen producenten aan banden leggen (bijv. melkquota)

Gevolgen minimumprijs Productie blijft behouden in eigen land Maar: Consumenten betalen meer dan nodig is Door het ontbreken van buitenlandse producten is er voor consumenten minder te kiezen Er is extra belastinggeld nodig voor het opkopen van de overschotten Wanneer producten worden geëxporteerd is er sprake van oneerlijke concurrentie

Verwerkingsopgave Bereken: Qv Qa De omvang van het aanbodoverschot Marktmodel in de uitgangssituatie: Qv = -¼P + 250 Qa = ½P – 100 Wereldmarktprijs van €350 Minimumprijs van €600 Bereken: De omvang van het aanbodoverschot De kosten voor het in stand houden van deze minimumprijs De minimale hoogte van de invoerheffing van buitenlandse substituten 1000 Qv prijs 800 Qa 600 400 200 50 100 150 200 250 hoeveelheid × 1.000

uitwerking Bij een minimumprijs van € 600: Qv Qa Pmin Marktmodel in de uitgangssituatie: Qv = -¼P + 250 Qa = ½P – 100 Wereldmarktprijs van €350 Minimumprijs van €600 Bereken de omvang van het aanbodoverschot. Bij een minimumprijs van € 600: Qv = -¼×600 + 250 =100 Qa = ½×600 – 100 = 200 Aanbodoverschot = 100 (x 1.000 stuks) 1000 Qv prijs 800 Qa 600 Pmin 400 200 50 100 150 200 250 hoeveelheid × 1.000 aanbod-overschot

uitwerking Marktmodel in de uitgangssituatie: Qv = -¼P + 250 Qa = ½P – 100 Wereldmarktprijs van €350 Minimumprijs van €600 Bereken de kosten voor het in stand houden van deze minimumprijs. Het overschot (100.000 stuks) moet worden opgekocht tegen € 600 Kosten: € 60 mln. Bovendien betalen consumenten meer dan noodzakelijk is. 1000 Qv prijs 800 Qa 600 Pmin 400 200 50 100 150 200 250 hoeveelheid × 1.000 aanbod-overschot

uitwerking Qv Qa P’wereld Pmin Pwereld Marktmodel in de uitgangssituatie: Qv = -¼P + 250 Qa = ½P – 100 Wereldmarktprijs van €350 Minimumprijs van €600 Bereken de minimale hoogte van de invoerheffing van buitenlandse substituten. Waar koop jij je product? op de wereldmarkt voor €350 of in eigen land voor €600 ?? Buitenlandse producten moeten dus minimaal € 600 gaan kosten: invoerheffing minimaal € 250 1000 Qv prijs 800 Qa P’wereld 600 Pmin +250 400 Pwereld 200 50 100 150 200 250 hoeveelheid × 1.000

Medicijnen of Sociale huurwoningen maximumprijs Medicijnen of Sociale huurwoningen

Sociale huurwoningen Qa Qv In een gemeente geldt voor sociale huur- woningen het volgende model: Qv = -¼P + 250 Qa = ¼P – 50 De evenwichtsprijs van € 600 is voor mensen met een laag inkomen veel te hoog. Daarom wordt een maximale huur van € 400 voorgeschreven Bij die prijs Stijgt de vraag naar 150.000 woningen Daalt het aanbod naar 50.000 woningen Woningtekort (100.000) = woningnood 1000 Qv Qa prijs 800 600 400 Pmax 200 50 100 150 200 250 hoeveelheid × 1.000 woningnood

oplossingen Eerlijk proberen te verdelen Producenten proberen te stimuleren om tóch meer aan te bieden Consumenten ontmoedigen met een inkomenseis: bij een hoger inkomen mág je deze woning niet huren Tekort aan producten hoort bij de oplossing van ingrijpen in de prijs.