Engels Alles nog even herhalen hoofdstuk 13 Nu Engels boek B Opdrachten online. Gemaakt door studenten 2017
13.1 Basic spelling rules. In het Engels kun je bij meervoudsvorming en werkwoordsvervoegingen te maken krijgen met afwijkende spelling. Na een sisklank (s) (sj) (tsj) krijgt een woord “es” in plaats van “–s”. Zoals bij: bus- buses. Na een “o” krijgt een aantal woorden “es” i.p.v. “s”. Zoals bij: hero- heroes. Do- she does. Sommige woorden op f(e) krijgen “ves” in het meervoud. Zoals bij: knife- knives. In het meervoud verandert “y” vaak in “ie”’. Zoals bij: lady-ladies. To try- he tries. En “e” op het eind valt weg voor de uitgangen “ed, er, est, en, ing”. Zoals bij: simple, simpler, simplest: to share, shared, sharing. “ie” aan het eind van een werkwoord verandert in “y” voor de uitgang “ing”. To lie- lying.
13.2 Zelfstandige naamwoorden (enkelvoud en meervoud) Zelfstandige naamwoorden zijn: die mensen, dieren of dingen aanduiden. En waar je de,het of een voor kunt zetten. Zelfstandige naamwoorden hebben soms afwijkende spellingregels als je ze in het meervoud zet. De standaard regel is: zet er “s” of “es” achter, maar er zijn ook uitzonderingen. Bijvoorbeeld: child-children, foot-feet, deze moet je uit je hoofd leren. Oefening
13.3 Adjectives and adverbs (bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden) Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord: short people, technical information. Een bijwoord zegt hoe iets gebeurt: listen carefully. Ook kan een bijwoord iets zeggen over een bijvoegelijk naamwoord: she is very beautiful. Of een ander bijwoord: she sings very beautifully. Oefening