Lees verder op de volgende dia Nederlands Klas 2 havo/vwo Lesdoelen Aan het einde van deze les: weet je welke taal je leert bij Nederlands; weet je dat het Nederlands uit een andere taal is ontstaan; weet je welke talen directe familie van het Nederlands zijn; weet je wat een dialect is; weet je wat een standaardtaal is; weet je wie de regels voor het Nederlands bepaalt. Lees verder op de volgende dia robertdouw.nl | 2016
Lees verder op de volgende dia Welke taal leer je bij Nederlands? Bij Nederlands leer je Nederlands. Maar wat is Nederlands? Lees verder op de volgende dia
Lees verder op de volgende dia Welke taal leer je bij Nederlands? Bij Nederlands leer je Nederlands. Maar wat is Nederlands? Lees verder op de volgende dia
Lees verder op de volgende dia Is dit ook Nederlands? Lees verder op de volgende dia
Lees verder op de volgende dia Is dit allemaal Nederlands? Nu wat voorbeelden van geschreven Nederlands. Wat vind jij: is dit Nederlands? “Jorrit zit al een halfuur met z’n mobieltje in zijn hand op zijn kamer. Hij moet Ruben bellen, maar hij stelt het steeds uit. En hoe langer hij wacht, hoe meer hij er tegenop gaat zien.” Uit: Carry Slee, ‘Paniek’. “Ondersteunt gijlieden mij met de flessen, versterkt mij met de appelen, want ik ben krank van liefde. Zijn linkerhand zij onder mijn hoofd, en Zijn rechterhand omhelze mij.” Uit: Statenvertaling 1750, Hooglied 2:5+6. Lees verder op de volgende dia
Lees verder op de volgende dia “Daer in een hout sliep een liebaert. Een muus liep over sinen baert. Die liebaert vinc die muus ter vaert, ende woudse doden onghespaert.” Uit: Esopet, ‘De leeuw en de muis’. “Een Prince van Orangien / Ben ik vry onverveert. Den Coninck van Hispangien / Heb ick altijt gheeert.” Uit: Het Wilhelmus, originele tekst. “Een Prinse van Oranje / ben ik, vrij, onverveerd, den Koning van Hispanje / heb ik altijd geëerd.” Uit: Het Wilhelmus. “Hebban olla uogala nestas hagunnan hinase hic enda thu uuat unbidan uue nu.” Uit: Handschrift uit ongeveer 1100. Lees verder op de volgende dia
Lees verder op de volgende dia Wie bepaalt de regels? Van dialecten naar standaardtalen Wat is een dialect? Wat is een standaardtaal? Hoe oud is het Standaardnederlands? Wie bepaalt de regels? Nederlandse Taalunie 16e eeuw: aanzet tot standaardisering 17e eeuw: standaardschrijftaal ontstaat 18e eeuw: normen standaardtaal verspreiden zich 19e eeuw: standaardtaal wordt spreektaal bovenlaag 20e eeuw: standaardtaal wordt algemene spreektaal Lees verder op de volgende dia
Lees verder op de volgende dia Waar komt het Nederlands vandaan? Proto-Indo-Europees Keltische talen Indo-Iraanse talen Slavische talen Proto-Germaans / Oergermaans ± 1000 v.C.: - Germaanse klankverschuiving - Klemtoon vast op eerste lettergreep Romaanse talen Griekse talen Albanese talen Armeens Uit het Proto-Indo-Europees ontstonden heel veel talen, waaronder de Germaanse talen: proto-indo-europees: germaans: - pater - father, faar, Vater, vader - piscis - fish, fisk, Fisch, vis - canis - hound, hûn, Hund, hond - duo - two, twa, Zwei [tswai], twee - decem - ten, tsien, Zehn [tseen], tien Lees verder op de volgende dia
Lees verder op de volgende dia Proto-Indo-Europees ± 1000 v.C.: - Germaanse klankverschuiving - Klemtoon vast op eerste lettergreep Keltische talen Romaanse talen Proto-Germaans / Oergermaans Albanese talen Armeens Indo-Iraanse talen Slavische talen Griekse talen West-Germaans Zuid-Germaans Noord-Germaans Oost-Germaans ± 200 n.C. Het Germaans splitste op in West-, Noord- en Oost-Germaans (Gotisch) : noord-germaans (bijv. noors): west-germaans: - natt - night, nacht, Nacht, nacht - ulv - wolf, wolf, Wolf, wolf - år - year, jier, Jahr, jaar Lees verder op de volgende dia
Continentaal Germaans / Istweoons West-Germaans Zuid-Germaans Noord-Germaans Oost-Germaans ± 200 n.C. Keltische talen Indo-Iraanse talen Slavische talen Proto-Germaans / Oergermaans Romaanse talen Griekse talen Albanese talen Armeens Gotisch (uitgestorven) Noordzee-Germaans Kustgermaans / Ingeweoons Land-Germaans Continentaal Germaans / Istweoons ± 400 n.C.: Anglo-Friese klankverschuiving Uit het West-Germaans ontstonden het Noordzee- en het Land-Germaans: noordzee-germaans: land-germaans: - church [tsjurtsj], tsjerke - Kirche, kerk - Cheese [tsjiez], tsiis - Käse, kaas - yarn, jern - Garn, garen - way, wei - Weg, weg - sheep, skiep - Schaf, schaap - deed, die - Tat, daad Lees verder op de volgende dia
Continentaal Germaans / Istweoons Lees verder op de volgende dia West-Germaans Zuid-Germaans Noord-Germaans Oost-Germaans Nederduits / Oudnederlands Hoogduits ± 600 n.C.: Hoogduitse klankverschuiving ± 400 n.C.: Anglo-Friese klankverschuiving Gotisch (uitgestorven) Noordzee-Germaans Kustgermaans / Ingeweoons Land-Germaans Continentaal Germaans / Istweoons Binnen het Land-Germaans onderscheidt het Hoogduits zich van het Nederduits: hoogduits: nederduits: - Pfund - pond (pound, pûn) - schlafen - slapen (sleep, sliepe) - Buch - boek (book, boek) - brechen - breken (break, brekke) - essen - eten (eat, ite) - was - wat (what, wat) Lees verder op de volgende dia
Continentaal Germaans / Istweoons Lees verder op de volgende dia Hier komt het Nederlands vandaan! Proto-Indo-Europees ± 1000 v.C.: - Germaanse klankverschuiving - Klemtoon vast op eerste lettergreep Keltische talen Romaanse talen Proto-Germaans / Oergermaans Albanese talen Armeens Indo-Iraanse talen Slavische talen Griekse talen ± 200 n.C. West-Germaans Zuid-Germaans Noord-Germaans Oost-Germaans ± 400 n.C.: Anglo-Friese klankverschuiving Gotisch (uitgestorven) Noordzee-Germaans Kustgermaans / Ingeweoons Land-Germaans Continentaal Germaans / Istweoons ± 600 n.C.: Hoogduitse klankverschuiving Nederduits / Oudnederlands Hoogduits ± 1150 n.C. Middelnederlands ± 1500 n.C. Engels Fries (Nieuw)nederlands Duits Deens Zweeds Noors IJslands Afrikaans Lees verder op de volgende dia
Nederlands? Bij Nederlands leer je Standaardnederlands. Lesdoelen Welke taal leer je bij Nederlands? Bij Nederlands leer je Standaardnederlands. Lesdoelen Aan het einde van deze les: weet je welke taal je leert bij Nederlands; weet je dat het Nederlands uit een andere taal is ontstaan; weet je welke talen directe familie van het Nederlands zijn; weet je wat een dialect is; weet je wat een standaardtaal is; weet je wie de regels voor het Nederlands bepaalt. Dit is de laatste dia. Ga terug naar het begin