H8 Bloedsomloop 8.1 t/m 8.5.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Immuniteit 5H.
Advertisements

Immunoglobulines immunochemie.
Thema 7 Bescherming Paragraaf 1
Afweersysteem (1): Complex systeem dat pathogenen (ziekteverwekkers) kan buiten houden en opruimen Het lichaam heeft drie verdedigingslinies. Allereerst.
Periode 4 deel1.
Samenstelling bloed.
Bloed en lymfe Blz. 39.
Bloedsomloop.
Het bloed Het bloed.
Tegen ziekteverwekkers
7. AFWEER EN IMMUNITEIT.
kennismakig met boed / JoJo september 2006
Afweersysteem Aspecifieke afweer (= tegen verschillende ziekteverwekkers) Mechanisch: huid, slijmvliezen Chemisch: maagsap Koorts: versnelt afweerreacties.
Transport Bs 1&2 Bloed en bloedsomloop. Transport van stoffen Klein afstanden: van cel tot cel –DIFFUSIE Bloedsomloop (mens) –Dubbele bloedsomloop Grote.
Het bloedvatenstelsel – Het lymfatisch systeem
Transport Bloed en bloedsomloop Informatie en animaties over het bloed.
Bloedsomloop 3 HAVO/VWO Thorbecke.
Samenvatting Bloedsomloop
Overzicht van de stofwisseling
Vwo 4 – Hoofdstuk 9 Afweer paragraaf 9. 1 t/m 9
Afweer.
Bloedvatenstelsel 5Havo.
Afweer.
Afweersysteem Aspecifieke afweer (= tegen verschillende ziekteverwekkers) Mechanisch: huid, slijmvliezen Chemisch: maagsap Koorts: versnelt afweerreacties.
Basisstof 7: Weefselvloeistof en Lymfe Basisstof 8: Antistoffen
Andere micro-organismen
Bloedonderzoek.
Paragraaf 4 Bloed stroomt
BLOED: Functies en Ziekten
Bloedsomloop.
Hoofdstuk 8 Paragraaf 1.
Samen met de website van:
De afweer van je lichaam
Junior Agenant, Tewabu Sheferaw, Serena Maroquin
Bloedvatenstelsel Functie Vervoer zuurstof en koolstofdioxide
Samen met de website van:
Par Vaccineren Inenting tegen allerlei ziekten die gevaarlijk zijn Vaccin bevat: dode of verzwakte ziekteverwekker T-lymfocyten herkennen deze.
Par t/m 29.6 De mens heeft 3 nivo’s van afweer tegen bacteriën, virussen, schimmels, ééncellige parasieten, parasitaire wormen én binnendringende.
§10.3 Ziek Bladzijde 99.
HAVO 5 Boek: Biologie voor jou Deel: HAVO B deel 2
Bloedonderzoek.
Johan Bugel Campus Winschoten. Hoeveelheid bloed Johan Bugel Campus Winschoten  Man 5 liter  Vrouw 4,5 liter.
Primaire en secundaire immuunreactie 1 Bij het eerste contact tussen het waterpokkenvirus en B-cellen worden geheugen B-cellen en plasmacellen.
Les 3: Orgaanstelsels a - Hart en bloedvaten. Even ter info: Water(H 2 O) Mens is 60% water ± 42 liter Bloed: 5 – 6 liter Water is oplosmiddel, transportmiddel,
TRANSPORT VO-CONTENT Leren voor SO1: Dia 2 t/m 14
Afweer.
Het bloed stroomt….
Afweer tegen ziekte Gezondheid V31.
Grote en kleine bloedsomloop Hart en bloedvaten
Vragen vooraf naar aanleiding van het huiswerk
Inwendig milieu – zit in bloed en cellen
AFWEER/IMMUNITEIT.
Het lymfatisch systeem
Inhoud les Herhaling Uitleg Film Opdrachten/ huiswerk.
Bloed, bloedafname en bloedonderzoek
H10 Gezondheid.
Opslag, uitscheiding en bescherming
De bloedsomloop Hoofdstuk 3.
Samen met de website van:
Bloed, bloedafname en bloedonderzoek
Bloedsomloop.
Samenstelling van het bloed
Bloed en afweer Bloed = weefsel: Cellen en tussencelstof (= plasma)
Bloed Bloedgroepen Bloedstolling D17vab
Het bloed stroomt….
Bloed Bloedgroepen Bloedstolling D17vab
Het lymfatisch systeem
Bloed en bloedstolling
Transcript van de presentatie:

H8 Bloedsomloop 8.1 t/m 8.5

Voortgangstoets 3.2 Hoofdstuk 8 Bloedsomloop. 8.1 t/m 8.5 Hoofdstuk 15 Infectieziekten. Helemaal Voortgangstoets 3.2

Functies Vervoer van stoffen: Afweer tegen ziekteverwekkers. O2 van longen naar cellen. CO2 van cellen naar longen. Voedingstoffen van de dunne darm naar cellen. Ureum van de lever naar de nieren. Hormonen van hormonklieren naar cellen. Afweer tegen ziekteverwekkers. Constant houden van het inwendig milieu (homeostase): Constant houden van de lichaamstemperatuur. Regelen van de zuurgraad. Herstel van beschadigingen door stolling. Functies

Bloed feitjes De mens heeft ongeveer 5 Liter in zijn lichaam. (7,5% van het lichaamsgewicht). Bloed bestaat uit: 55% bloedplasma. 45% bloedcellen. Bloed feitjes

Bloedcellen Erytrocyten: Leukocyten: Trombocyten: Rode bloedcellen Verhouding bloedcellen : 95% Leukocyten: Witte bloedcellen Verhouding bloedcellen : 0,1% 3 groepen: granulocyten, lymfocyten en monocyten Trombocyten: Bloedplaatjes Verhouding bloedcellen :~ 5% Bloedcellen Voorkennis: Sanquin bloedbank opdracht Naslagwerk hoofdstuk 1.

Vorm: Schijfvormige, biconcave (beide kanten hol van de cel). Vorming uit stamcellen in rode beenmerg uit de platte beenderen. Bij zoogdieren :bevat geen mitochondriën, geen kern, voornamelijk gevuld met het eiwit hemoglobuline. Een erytrocyt leeft maar beperkt. Hemoglobine Rode bloedkleurstof. Gemakkelijk binden en afgeven van O2. 40 maal meer zuurstof transporteren. Erytrocyten

Anemie Filmpje: hematocriet bepaling Anemie (bloedarmoede): Te weinig hemoglobine in de bloedbaan. Gebrek aan ijzer. Diagnose stellen: Aan de hand van hematocrietwaarde. Hemotocrietwaarde bepalen (volume v.h. bloed dat door rode bloedcellen word ingenomen t.o.v. het totale bloedvolume). Filmpje: hematocriet bepaling Anemie Referentie waarden: ♂ : 0,40~0,54 L/L ♀ : 0,37~0,47 L/L

Leucocyten Leucocyten kunnen van vorm veranderen. Kunnen het bloedvat verlaten Zijn in staat ziektekiemen te bestrijden. Aantal leucocyten kan explosief stijgen. Leucocyten

Leucocyten 1. Granulocyten: Cytoplasma vol met lysomen (korrels “granula”). Kunnen fagocyteren. filmpje: fagocytose 3 soorten: Neutrofiele-, eosinofiele-, basofiele granulocyten Allergische reacties, overgevoeligheids reacties. Leucocyten

Leucocyten 2. Lymfocyten: Kleine cellen met een ronde grote kern. Afweer cellen . T-lymfocyten en B-Lymfocyten. Spelen en rol bij herkenning & opruiming van lichaamsvreemde stoffen. 3. Monocyten: Grote cellen, de vorm de kern hoefijzer. Fagocyterend vermogen (macrofagen “grote vreters”. Leucocyten

Trombocyten Bloedplaatjes : Celfragmenten (cytoplasma afsnoeringen megakaryocyten). Bloedstolling. Vrijkomen trombokinase speelt een rol bij vorming van bloedstolsels. Opdracht: Zoek uit wat trombose is, en hoe dit ontstaat? Trombocyten

Bloedplasma Centrifugeren: Eiwitten: Bloedcellen zitten onderin. Plasma bovenin. Eiwitten: Albumine, zorgt voor de osmotische druk. Globulinen, antistoffen. Fibrinogeen, netwerk voor bloedstolling. Bloedplasma laten stollen -> serum Bloedplasma Opdracht 1 t/m 13 (blz.152)

VERVOLG INFECTIEZIEKTEN HOOFDSTUK 15

Immunologie Vreemde cellen willen het lichaam binnen dringen. De middelen die dit willen voorkomen heten het immuunsysteem. Immunologie

Sanquin bloedbank Hoofdstuk 3 Naslagwerk. 1ste, 2de en 3de afweerlinie. Opdracht “Hugo zit in de bus” Sanquin bloedbank

Afweerreacties, niet specifiek

Afweerreacties, niet specifiek

Auto immuunreactie Afweer reactie tegen lichaamseigen stoffen. Bekende auto-immuunziekten zijn onder andere: Huid: Psoriasis. Maag en darmen: De ziekte van Crohn. Ruggenmerg en hersenen: Multiple Sclerose Gewrichten: Reuma en reumatoïde arthritis Bloed en lichaamsvocht: Diabetes Auto immuunreactie

Algemene afweer, niet specifiek: alle micro organismen Leukocyten Fagocytose (granulocyten, monocyten, macrofagen) Specifieke afweer: Lichaams vreemde stoffen. Virussen en bacteriën. “Immuniteit” Humorale afweer: Vorming antistoffen als reactie op antigenen.(B) Cellulaire afweer: Virussen en lichaamsvreemde weefsels.(T) Afweer

Algemene afweer, niet specifiek Door speciale witte bloedcellen (leucocyten)worden vreemde cellen opgevreten (fagocytose). Deze witte bloedcellen vreten alles wat vreemd is (niet specifiek). Algemene afweer, niet specifiek

Specifieke afweer Antigeen (Ag): Antistof (Ab): Herkenning Lichaamsvreemde stof. Virussen, bacteriën. Antistof (Ab): Een eiwit die behoort tot de immunoglobulines. Vorming van B-lymfocyten, die Ab’s produceren. Specifiek 1 Ab op 1 Ag. Binding, Ag-Ab complex. Ag wordt onschadelijk gemaakt. Specifieke afweer

Humorale afweer Een antistof wordt geproduceerd door de B-lymfocyten. Antistof blijft circuleren in het bloed. Bij tweede contact treedt de afweerreactie op. Natuurlijk immuniteit. Humorale afweer

Humorale afweer

Vaccinatie KUNSTMATIG ACTIEVE VACCINATIE Vaccinatie, antigenen toedienen waarop het lichaam antistoffen aanmaakt. KUNSTMATIG PASSIEVE VACCINATIE Vaccinatie met antistoffen gewonnen uit bloed. RIJKSVACCINATIE PROGRAMMA Vaccinatie

Cellulaire afweer T-lymfocyten: Gericht tegen virussen en lichaamsvreemde weefsels. Zogenaamde T-killer cellen gaan hiernaar op zoek. Lymfokinen worden afgescheiden door de T-cellen en zijn het communicatiemiddel. Cellulaire afweer

Memory cells: B-lymfocyten en T-lymfocyten blijven jarenlang in het lichaam en bij een hernieuwd contact met een antigen kunnen ze direct tot actie overgaan. Opdracht 15 t/m 29 (blz 156)