Een masterproef schrijven … hoe doe je dat? Tine Huygh Karen Tahon Dienst Onderwijsondersteuning en Studiebegeleiding
Inhoud DEEL 1: Praktische aanpak DEEL 2: Schrijfvaardigheid in functie van de masterproef
DEEL 1: Praktische aanpak Tine Huygh Studiebegeleider/Onderwijsombuds
DEEL 1: Praktische aanpak 1. De Bijbel 2. Waarom een masterproef? 3. Planning 4. Het begeleidend team 5. Wat wordt er van jou verwacht? 6. Wat mag je verwachten van de promotor? 7. Wat als …?
1. De Bijbel = nota masterproef p
2. Waarom een masterproef? Bewijzen dat je de volgende zaken kan: - Grote hoeveelheden informatie samenvatten - Wetenschappelijk onderzoek uitvoeren - Academisch schrijven - Zelfstandig werken, maar ook samenwerken met academici - Een goede planning opstellen - Vlot communiceren met het begeleidend team Zie nota masterproef voor leerresultaten, vormingsdoelen en te behalen criteria.
3. Planning: algemeen “In normale omstandigheden is de tijd die men hierin investeert equivalent aan vier maanden voltijds werk, gespreid over één of twee academiejaren, afhankelijk van de standaardduur van de opleiding.”
Planning tweejarige masterproeven: jaar 1 Okt - nov: o Keuze van onderwerp o Brainstorm o Literatuur opzoeken en lezen o Start inhoudsopgave (verandert voortdurend) Dec: o Eerste hoofdstuk literatuurstudie schrijven Jan - mei: o Rest van literatuurstudie schrijven o (Methodehoofdstuk schrijven) o Onderzoek uitvoeren o (Data-analyse) Einde colleges tweede semester: o Tussentijdse rapportering indienen bij promotor
Planning tweejarige masterproeven: jaar 2 Zomervakantie: o Herschrijven literatuurstudie en methodehoofdstuk o.b.v. feedback o Data-analyse Tijdens stage: o Resultatenhoofdstuk schrijven o Conclusie schrijven o Herschrijven van alles na feedback Na stage: o Finishing touch
Planning éénjarige masterproeven: sem 1 Okt - nov: o Keuze van onderwerp o Brainstorm o Literatuur opzoeken en lezen o Start inhoudsopgave (verandert voortdurend) Dec: o Eerste hoofdstuk literatuurstudie schrijven Jan - feb: o Rest van literatuurstudie schrijven o (Methodehoofdstuk schrijven) o Onderzoek uitvoeren o Data-analyse
Planning éénjarige masterproeven: sem 2 Maart - april: o Herschrijven literatuurstudie en methodehoofdstuk o.b.v. feedback o Data-analyse o Resultatenhoofdstuk schrijven o Conclusie schrijven Mei: o Herschrijven van alles na feedback o Finishing touch
3. Planning: algemeen (2) !! Houd rekening met de deadlines !! emasterproef
4. Het begeleidend team Mogelijke samenstelling: o promotor o (copromotor) o (dagelijks begeleider)
5. Wat wordt er van jou verwacht? a. Zelfstandigheid b. Communicatie met het begeleidend team c. Zelf initiatief tonen d. Correct vragen naar feedback en verwerken van feedback
a. Zelfstandigheid Je bent verantwoordelijk voor: - Proces - Eindproduct - Planning - Afspraken met het begeleidend team
b. Communicatie met het begeleidend team Zie nota masterproef voor checklist kennismakingsgesprek o Inhoudelijk Verduidelijking titel en onderzoeksproject Wat zijn de verschillende stappen? Welke inhoudelijke voorkennis is nodig? Verwachtingen? Tips i.v.m. zoeken naar literatuur? Taal? Rapport- of artikelvorm? Bij een tweejarige masterproef: wat na het eerste masterjaar?
b. Communicatie met het begeleidend team (2) o Praktisch Timing en deadlines Afspraken i.v.m. toekomstige afspraken Voorbereiding vereist? Verslag maken nadien? Beschikbaarheid Hoe neem je contact op? Wat doet de promotor? Wat zijn de taken van de anderen? o Coaching Product- en procesevaluatie Bijzonder belang van bepaalde zaken? Zwakke of sterke punten belangrijk voor de begeleiding?
b. Communicatie met het begeleidend team (3) Minstens drie contactmomenten Gebruik verschillende kanalen: 1. Een gesprek Telefoon 4. Voic bericht inspreken
c. Zelf initiatief tonen o Rode draad literatuurstudie o Planning opstellen en deadlines voorstellen o Nieuwe afspraken vastleggen o Stavaza doorgeven o Data-analyse voorstellen o...
d. Correct vragen naar feedback en verwerken van feedback Belangrijke vragen: o Hoe kan er feedback gevraagd worden? In gesprek Via Via een document Via vragen in een mail o Wanneer kan er feedback gevraagd worden? Vb. Tekst moet al uitgeschreven zijn vs rode draad mag in puntjes Vb. Telkens als er iets af is vs enkel op bepaalde momenten De vragen waar je zeker een antwoord op wilt, plaats je best al in de !!
WelNiet Inhoudelijk goed opgebouwdCorrect gerefereerd Volledig genoeg... Welke data-analyse (zonder zelf een voorstel te doen)... d. Correct vragen naar feedback en verwerken van feedback (2) o Welke feedback mag gevraagd worden? Reactie: o Akkoord: Wel: nieuw voorstel uitwerken, concreet bevragen hoe je moet herwerken (welk stuk, waarom, …) Niet: “Ik snap het niet.”, “Ik zit vast.”, “Hoe moet ik nu verder?”, … o Niet akkoord: Wel: motiveren waarom jij het anders ziet Niet: zonder iets te zeggen niets veranderen en toch zo indienen
6. Wat mag je verwachten van de promotor? Eindverantwoordelijkheid voor begeleiding, niet voor eindproduct! Taken: o De student bijstaan bij: Planning Uitbouw onderzoek Bijsturing onderzoek o Formuleren van suggesties en adviezen in elk stadium van het project o Bewaking van discretie en deontologische code
7. Wat als …? “Ik geef mijn masterproef af in tweede zit.” OPGELET! Stem af met het begeleidend team wanneer ze beschikbaar zijn om feedback te geven! “De communicatie met mijn promotor verloopt niet goed.” Aarzel niet om contact op te nemen met je onderwijsombuds voor tips, luisterend oor,...: o Tine Huygh voor MA PED & MES o Kristien Vanheusden voor MA PSY “Ik kan de gemaakte afspraken niet nakomen.” Ga in overleg met het begeleidend team welke aanpassingen mogelijk zijn!
7. Wat als … ? (2) “Ik heb nog niets geschreven en het is al januari.” Schrijven is één onderdeel van het proces van een masterproef. Onderzoeken en schrijven loopt door elkaar. Door ideeën, redeneringen, gedachtegang op papier te zetten, kom je uiteindelijk tot een samenhangend geheel. Schrijven van een masterproef Oriënteren Vraagstelling formuleren Literatuur studie Onderzoek Schrijven Afwerken
DEEL 2: Schrijfvaardigheid Karen Tahon Projectmedewerker schrijfvaardigheid
Definitie masterproef Wetenschappelijke schrijfopdracht Belangrijkste aandachtspunten: o inzicht tonen in stand van zaken i.v.m. een onderzoeksthema in het vakgebied (cf. literatuurstudie) o vakspecifieke methode van wetenschappelijk onderzoek kunnen toepassen (cf. methodologie) o relevante en op onderzoek gebaseerde conclusies leren formuleren (cf. resultaten, discussie, conclusie) o kritisch-wetenschappelijke houding aannemen en op academisch niveau rapporteren (cf. stijl)
Stap 1: afbakening onderwerp Wat wil ik onderzoeken/bespreken (en wat NIET)? afbakenen in overleg met promotor/begeleider Brainstormen via mindmap, schema met sleutelwoorden teken structuur van masterproef uit in grote lijnen Formulering probleemstelling/onderzoeksvraag realistisch, concreet, relevant, vernieuwend Afbakening onderwerp vraagt voldoende inzicht in het onderzoeksdomein! Vraag advies aan je promotor/begeleider, maar ga ook zelf (vooraf) op zoek naar meer informatie (zie ook stap 3 i.v.m. hoe informatie verzamelen).
Stap 2: uitwerking probleemstelling De ‘schijf van vijf’ Probleem- stelling Drijfveer Methode/ strategie TheorieFenomeenRelevantie WAT? WAAROM? HOE? BINNEN WELK KADER? WAAROM? Kernvragen bij uitwerking inleiding! DE WACHTER, L., & VAN SOOM, C. (2010). Academisch Nederlands. Leuven: Acco
Stap 3: start onderzoek Literatuurstudie => stand van zaken in kaart brengen Eigen onderzoek => denk goed na over methodologie! Beschrijf in de methodesectie niet alleen het wat maar ook het waarom (motivatie) van de methode. Hoe informatie verzamelen? zie Tutorial Informatievaardigheden Faculteit PPW (Community op Toledo)
Schrijven = stap 4 ? Schrijven = een proces! Wacht niet te lang! Schrijven en herschrijven, ordenen en herordenen …
Onderdelen Inleiding Literatuurstudie (stand van zaken) Onderzoek: beschrijving methodologie Onderzoek: beschrijving resultaten analyse én interpretatie Slot: discussie en conclusie Bibliografie OOK: inhoudstafel, voorwoord/dankwoord, (bijlagen) …
Kenmerken inleiding Inhoud Drijfveer/aanknopingspunt + relevantie (WAAROM?) Onderzoeksvraag/probleemstelling (WAT?) zeg ook wat je niet zult doen en waarom formuleer eventueel een hypothese Situering in het onderzoeksdomein en t.o.v. bestaande literatuur/theorieën (KADER?) Aankondiging methode en onderdelen masterproef (HOE?) Volgorde inhoud Verschillende mogelijkheden, maar streef naar logisch verhaal (van algemeen naar specifiek)
Kenmerken inleiding Wanneer schrijven? Eerder naar het einde van het proces toe Aanpassen indien nuttig/nodig Het is mogelijk dat je je probleemstelling of onderzoeksvraag in de loop van je werkproces moet bijstellen of je afbakening van het onderwerp moet herzien …
Kenmerken conclusie Samenvatting resultaten Terugkoppeling naar onderzoeksvraag (en hypothese) Belang van je resultaten binnen het onderzoeksdomein (link met bestaande kennis) Suggesties voor verder onderzoek GEEN nieuwe elementen
Tekstopbouw en structuur Hoofdstukken > paragrafen > alinea’s o Voor elk hoofdstuk: inleiding met beschrijving opbouw o Paragraaf = inhoudelijke eenheid (met titel) o Alinea = 5 tot 15 zinnen (vorm) + samenhang (inhoud) o Start alinea: topiczin (kerngedachte) o Lay-out ondersteunt structuur! Duidelijke alinea-indeling (witregels of inspringen) Opmaak (tussen)titels Volledig uitlijnen (rechte kantlijn links en rechts) Paginanummering niet vergeten
Tekstopbouw en structuur Gebruik structuur- en verbindingswoorden (Schrijven > Opbouw van een tekst > Theorie > Micro) Betekenisverbanden
Let op! Frequente fouten structuurwoorden: ten slotte (tot slot) ≠ tenslotte (immers, per slot van rekening) maar en echter kunnen niet in eenzelfde zin staan Nevenschikkende voegwoorden (maar, en, of) gebruik je beter niet aan het begin van een zin. Wees consequent: o enerzijds anderzijds o ten eerste ten tweede / verder / daarnaast
Stijl Vermijd te persoonlijk of verhalend taalgebruik. Vermijd omslachtig of archaïsch taalgebruik. Vermijd spreektaal (en stopwoordjes). Vermijd vage taal en nietszeggende woorden. Vermijd nodeloze herhalingen. Gebruik niet te veel afkortingen. Gebruik niet te veel passiefvormen. Gebruik niet te veel nominaliseringen.
Voorbeeld: te persoonlijk/verhalend Vermijd ik, jij/je, wij/we. Vermijd persoonlijke bedenkingen, waardeoordelen en emoties. Vermijd uitspraken met ‘natuurlijk’, ‘uiteraard’ … NIETWEL Wat ervaren Nederlandse studenten die in Leuven zijn komen studeren, nu eigenlijk? Dit onderzoek beschrijft de ervaringen van Nederlandse studenten in Leuven. Natuurlijk hangt er aan al deze, toch wel zeer goede, hulp een prijskaartje. Deze hulpverlening is echter niet goedkoop. Hierbij moeten we ook letten op …Het is belangrijk om ook rekening te houden met …
Voorbeeld: te omslachtig/archaïsch Verwoord je boodschap niet omslachtiger dan nodig. Vermijd archaïsche woorden zoals doch, derhalve, alsmede, ofschoon … Voor alternatieven, zie NIETWEL Tevens kan dit ertoe leiden dat de ouders in contact komen met een school die aan de noden van X tegemoetkomt. Op die manier kunnen de ouders een geschikte school voor hun dochter vinden. een weloverwogen keuze betreffende onderwijs een weloverwogen studiekeuze De reden hiertoe is het feit dat deze kinderen opgenomen zijn in een ziekenhuis of een preventorium, waardoor ze de schoolse lessen niet kunnen bijwonen. Deze kinderen kunnen de lessen op school immers niet bijwonen, aangezien ze zijn opgenomen in een ziekenhuis of preventorium.
Voorbeeld: te vaag Vermijd het gebruik van ‘men’. Vermijd vage woorden zoals verschillende, vele, toestand, element, zaak … Wees concreet. Inhoudelijke precisie = kwaliteit. NIETWEL Verder offreert men een heel scala aan bijscholingscursussen. Verder bestaan er verschillende bijscholingscursussen. (+ Specificeer!) Advies krijgen is zeer doeltreffend, maar uit observatie kan men ook zeer veel leren. Adviezen krijgen is zeer doeltreffend, maar ook observaties kunnen leerrijk zijn. Bepaalde studies wijzen uit dat …Specificeer: welke studies?
Voorbeeld: nodeloze herhalingen Gebruik waar mogelijk synoniemen of verwijswoorden. MAAR: Wees wel consequent in het gebruik van termen en concepten die belangrijk zijn voor het onderzoek en terugkeren in de paper. NIETWEL De opvoedingswinkel probeert ouders en opvoeders te ondersteunen. Ze proberen ouders en opvoeders te informeren over [...] De opvoedingswinkel probeert ouders en opvoeders te ondersteunen en probeert hen te informeren over [...] Het CLB biedt verschillende vormen van ondersteuning aan: [...] Het CLB zou haar in contact kunnen brengen met [...] Het CLB zou juf Sandra ook kunnen doorverwijzen naar [...] Het CLB biedt verschillende vormen van ondersteuning aan. Ook zou het centrum de juf in contact kunnen brengen met […] of kunnen doorverwijzen naar […]
Voorbeeld: te veel passiefvormen Passiefvormen zijn niet verboden! Ze kunnen ook erg nuttig zijn. Vermijd opeenstapelingen in opeenvolgende zinnen (= passivitis). NIETWEL Tijdens deze vorming wordt er stilgestaan bij het thema pesten. Er wordt een zevenstappenplan voorgesteld om concrete pestsituaties aan te pakken. Hierbij worden ook tips gegeven over de begeleidingshouding en de communicatie. In deze vorming rond het thema ‘pesten’ krijgen de leerkrachten concrete tips om pestsituaties aan te pakken. Dat gebeurt aan de hand van een zevenstappenplan, met aandacht voor begeleidingshouding en communicatie.
Voorbeeld: te veel nominaliseringen NIETWEL De ouders hebben nood aan het verkrijgen van informatie. De ouders hebben nood aan informatie. Het schoolteam richt zich vooral op het ondersteunen van de leerlingen binnen de context van de school. Het schoolteam ondersteunt de leerlingen vooral binnen de context van de school. Deze vorming wil scholen ondersteunen bij het uitwerken van hun eigen zorgbeleid. Deze vorming wil scholen ondersteunen bij het ontwerp van hun eigen zorgbeleid. Na het geven van advies krijg je ook zelden te horen of ze je advies daadwerkelijk hebben toegepast. Het is moeilijk na te gaan of de cliënten het advies ook daadwerkelijk hebben toegepast.
Taalcorrectheid: spelling Spellingsregels o het Groene Boekje (ook voor afkortingen) o veel tikfouten = blijk van nonchalance nalezen OP PAPIER! Schrijfwijze van cijfers o Aan het begin van een zin: voluit o Nul tot tien: voluit o Exacte informatie: in cijfers o Vermijd een rare mix van woorden en cijfers.
Taalcorrectheid: leestekens Niet te veel, maar zeker niet te weinig (lang ~ onleesbaar) Kies correcte leestekens. o o o
Taalcorrectheid: grammatica Vervoeging werkwoorden (geen DT-fouten!) Verbuiging adjectieven (zie handleiding voor meer info) Lidwoorden ( Congruentie (onderwerp en pv in zelfde persoon en getal) Logische zinnen (elke zin een hoofdwerkwoord!) Werkwoordstijden (consequente keuze: heden of verleden) Zinslengte (richtlijn: min. 8 woorden, max. 35 woorden)
Tabellen, figuren en grafieken Nummer en titel Eenvoudige en overzichtelijke opmaak Interessant/relevant? Meerwaarde? Giet niet alle cijfers in een tabel of grafiek! Bespreking: analyseer en interpreteer. APA-regels!
Plagiaat Als je bestaande theorieën of ideeën overneemt (door te citeren of te parafraseren), moet je altijd refereren. Doe dat ook meteen, vanaf het eerste moment dat de theorie of het idee ter sprake komt. Een bronvermelding aan het einde van de tekst volstaat niet. Toledo > Community Tutorial Informatievaardigheden Faculteit PPW > Module 6 Referenties volledigheid (tekstreferenties ~ lijstreferenties) + correctheid (APA-regels)
Tips en hulpmiddelen Start: schema APA Student Guide Schrijfhulp ILT * Nalezen: niet enkel op je computerscherm! Laten nalezen Handleiding Academisch Schrijven (studentenportaal) Interessante websites: o o o o o o * (Elektronische leermiddelen > Digitale schrijfhulp voor studenten)
Contact Bij praktische vragen, contacteer Tine Huygh. Bij vragen over taal en structuur, contacteer Karen Tahon. Bij vragen over schrijven in het Engels, contacteer Katrien Camps.