Oriëntatie op Communicatie- en Informatiewetenschappen Hoorcollege 3
Overzicht Hoorcollege 3 Vragen over hoofdstuk 5 ? Interactiepatronen Voorbereiding voor hc4 (Interculturele Communicatie): “Who do you want to live with”?
Transactionele Analyse complementaire transactie A en B hanteren dezelfde zijnswijzen (niet noodzakelijk symmetrisch!) kruistransactie B antwoordt vanuit een andere zijnswijze dan de door A’s uiting geïmpliceerde
Communicatiepatronen = “reeksen interacties op betrekkingsniveau tussen twee of meer mensen, waarvan de aard en volgorde van de gedragingen tussen de deelnemers in hoge mate voorspelbaar zijn” (Oomkes 2000: 114).
Interactiepatronen Bepaalde soorten taalhandelingen (illocuties) “projecteren” bepaalde soorten reacties. Zo ontstaan ook op het niveau van de interactie zelf relatief vaste patronen.
“Adjacency pairs” (bijeenbehorende paren) vraagantwoord verzoekbelofte of excuses beloftedank, erkenning oproep (“Jan!”)respons (“Ja?”) mededelingrespons groetwedergroet
Complexere Patronen 1 Drieledige sequenties vraag -- antwoord -- dank/reactie/evaluatie A:Weet je hoe laat het is? B: Half vier. A: O jee, zo laat al weer! M:Wat is de hoofdstad van Duitsland? L:Berlijn. M:Goed zo!
Complexere Patronen 2 Presequenties (“presequences”) A: Mag ik u iets vragen? B: Ja? A:Heeft u misschien nog een handout van vorige keer? B:Ja hoor, hier heb je’m. A: Bedankt!
Complexere Patronen 3 Tussensequenties (“side sequences”) A:Kun je me even helpen? B:Duurt het lang? A: Nee, is zó gebeurd hoor! B:Oké, ik kom eraan.