Zwei Weisen, worauf man sich die ,Null-Gruppen’ merken kann
Wie funktioniert die ,Null-Gruppe’? (1) We kennen de ,der’- en ,ein’-Gruppe al. Kort gezegd betekent dit dat er altijd een lidwoord of bezittelijk voornaamwoord vóór het zelfstandig naamwoord staat. Het komt echter ook voor dat er geen enkel woord voorstaat (behalve een bijvoeglijk naamwoord). Het is dan onduidelijk tot welke groep het hoort. Daarom noemen we dit de ‘nul’-groep: Das ist guter alter Wein. Sie trinkt gern heiße Milch. Lieber Peter, wie geht es dir?
Die 1. Weise, um sich die Null-Gruppe zu merken Zoals je ziet, neemt het bijvoeglijk naamwoord de uitgangen over van de ‘der’-Gruppe, op twee uitzonderingen na: 2e naamval mannelijk en onzijdig Zij krijgen gewoon de uitgang van het bijvoeglijk naamwoord
Die 2. Weise, um sich die Null-Gruppe zu merken Er is nog een andere manier om te onthouden welke uitgang de nul-groep krijgt. Kijk daarvoor eerst naar het schema op de volgende dia. Je ziet dan het volgende: Het bijvoeglijk naamwoord neemt de uitgangen van de ein- Gruppe zelf over: bij alle bijvoeglijk naamwoorden in het meervoud - bij de 2e naamval vrouwelijk In alle overige gevallen is de uitgang van de nul-groep gelijk aan de uitgang van het bijvoeglijk naamwoord uit de ein-groep.
Naamval der die das die (mz) 1e naamval (nominativ; onderwerp) der rote ein roter Wein roter die heiße eine heiße Suppe heiße das alte ein altes Brot altes die frischen keine frischen Eier frische 2e naamval (genitiv) des roten eines roten Weines roten der heißen einer heißen Suppe heißer des alten eines alten Brotes alten der frischen keiner frischen Eier frischer 3e naamval (dativ; meewerkend voorwerp) dem roten einem roten Wein rotem der heißen einer heißen Suppe heißer dem alten einem alten Brot altem den frischen keinen frischen Eiern frischen 4e naamval (akkusativ; lijdend voorwerp) den roten einen roten Wein die heiße eine heiße Suppe heiße das alte ein altes Brot altes die frischen keine frischen Eier frische