College 5: Vroegnieuw -nederlands TAALGESCHIEDENIS DT JAAR 1, 2015-2016, PERIODE 3.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
De Republiek in een tijd van vorsten Een Gouden Eeuw voor de Republiek § 3.3.
Advertisements

De Republiek in een tijd van vorsten
Ontstaan van het hof Anne Poolman Alexandra van der Wal
De Republiek in een tijd van vorsten
Karel en grote problemen
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
De Republiek in een tijd van vorsten Een Gouden Eeuw voor de Republiek § 4.2.
Paragraaf 6.2 Vorige les: Nederlanders en de wereldeconomie
Frankrijk Politiek- I: Koning Lodewijk de XIVde had de adel buiten spel gezet en was een absolute vorst. Hij zou zijn macht van God gekregen hebben;
Bijzondere positie in de Republiek
De Republiek in een tijd van vorsten Centralisatie en reformatie § 2.4.
De Republiek in een tijd van vorsten Een Gouden Eeuw voor de Republiek § 3.3.
De Republiek in een tijd van vorsten
De Republiek in een tijd van vorsten Centralisatie en reformatie § 2.4.
Oriëntatie │_______│________ | _______________
V AN H UNEBED TOT HEDEN Nederland wordt een parlementaire democratie – les 8.
De Republiek in Europa Les 21: Concurrenten op zee
Nederland Les 9: De Gouden Eeuw
Van Hunebed tot heden Kenmerk 22: Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat Les 46: De Opstand.
Reformatie en renovatie
Hoofdstuk 2.
Het bestuur van de stadstaat
Vrijheidsrechten en politieke rechten in Nederland
dus dat zag je inderdaad zo af en toe gebeuren. dus we gingen 's-morgens om zes uur in de bus en toen waren we daar dan om 'n uur of half tien bij die.
Geschiedenis van het Nederlands
De economie in de Zilveren Eeuw
De doorbraak van de volkstaal Nieuwnederlands in de zestiende eeuw < Jan W. de Vries, Roland Willemyns & Peter Burger, Het verhaal van het Nederlands.
Wat moet je weten aan het eind van de les?
Kolonisatie en Dekolonisatie
Goed voorbereid naar de Pabo!
Hoofdstuk III: Griekenland Les 3: Par 2, Het bestuur van de polis
Het bestuur van de stadstaat
Dankzij de welvaart van de Republiek konden de Gewesten ook steeds meer een vuist maken tegen Spanje. Ook zat het mee dat de Spanjaard op meerdere fronten.
Van de 16 de tot de 18 de eeuw Het standaardisatieproces.
Hoofdstuk 4 De Nederlanden PAR 6, CULTUUR IN DE GOUDEN EEUW.
1.4 Republiek der 7 verenigde Nederlanden
De Republiek der zeven verenigde nederlanden
Geschiedenis van het Nederlands
Par 7.2 Van Republiek naar parlementaire democratie 4 De Nederlanden.
Gemaakt door:Davy,Gijs,Ellemijn,Elke
Monniken en Ridders Hoofdstuk 3.
Wat moet je weten aan het eind van de les?
Hoofdrolspelers HC1 De Republiek ( )
Rond 1500 was Europa een standenmaatschappij
Renaissance en Opstand
Context 1 De Republiek der Zeven Verenigde Nederland
hoofdrolspelers H6 Ontdekkers en hervormers
De Nederlandse Opstand
Tekstbronnen Wat moet je er mee?. Lees de vraag Welke informatie heb je nodig? Weet je al iets over dit onderwerp? Over welke tijd gaat het? Over welk.
Taalkennis les 4. Vragen 1 Met welke taal is het Fries het meest verwant? En het Nederlands? Hoe noemen we de taalfamilie waar Nederlands en Zweeds samen.
Taalgeschiedenis DT jaar periode 3
Taalkennis les 7. Talen in Friesland Welke taal wordt het meest gesproken in Friesland, denk je? Hoe veel mensen spreken thuis vooral Fries, Nederlands,
Taalgeschiedenis Dt JAAR 1, , Periode 3
1.4 Republiek der 7 verenigde Nederlanden
College 3 TAALGESCHIEDENIS Je herhaalt enkele punten van de theorie van week 1 en Je maakt kennis met de klanken van het gesproken.
College 4 TAALGESCHIEDENIS Herhaling: klankverschijnselen Middelnederlands 2. Van den vos Reynaerde 3. Herhaling: historische gebeurtenissen.
College 6: Modern Nederlands TAALGESCHIEDENIS DT JAAR 1, , PERIODE 3.
College 7: Nederlands van de toekomst TAALGESCHIEDENIS DT JAAR 1, , PERIODE 3.
Evolutie van de democratie in Nederland Met de Acte van Verlating van 1581 werd de onafhankelijkheid van de Republiek uitgeroepen, die na afloop.
Taalgeschiedenis Dt JAAR 1, , Periode 3
Regenten en vorsten 3.4 Stedelijke cultuur in Nederland
Taalgeschiedenis DT Jaar 1, , periode 3
Standaard briefmodel (briefconventies)
Taalgeschiedenis dt jaar 1, , periode 3
College 5 Taalgeschiedenis
De Nederlandse Opstand
Een instructie schrijven
Taalgeschiedenis.
Van Hunebed tot heden Kenmerk 22: Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat Les 46: De Opstand.
Transcript van de presentatie:

College 5: Vroegnieuw -nederlands TAALGESCHIEDENIS DT JAAR 1, , PERIODE 3

Aan het einde van dit college kun je:  de Nieuwnederlandse periode in drieën verdelen;  een aantal kenmerken van het Nieuwnederlands opnoemen;  vertellen wat de gekaapte brieven zijn;  een Nieuwnederlandse tekst van een Middelnederlandse tekst onderscheiden;  een paar taalexterne ontwikkelingen uit de 16 e -18 e eeuw opnoemen;  de standaardisering van het Nederlands in het kort beschrijven;  een paar creooltalen op basis van het Nederlands opnoemen;  drie mythen rond het Standaardnederlands ontkrachten. DOELEN COLLEGE 5

3 ONTWIKKELING VAN HET NEDERLANDS PeriodeNaam tot 1000 v.C.*Indo-Europees 1000 v.C. – 200*Germaans *West-Germaans *Land-Germaans (Istveoons) 600 – nuNederduits / Nederfrankisch / Nederlands

4 ONTWIKKELING VAN HET NEDERLANDS PeriodeNaam tot 1000 v.C.*Indo-Europees 1000 v.C. – 200*Germaans *West-Germaans *Land-Germaans (Istveoons) 600 – nuNederduits / Nederfrankisch / Nederlands

5 ONTWIKKELING VAN HET NEDERLANDS PeriodeNaam Oudnederlands Middelnederlands nuNieuwnederlands

6 ONTWIKKELING VAN HET NEDERLANDS PeriodeNaam Oudnederlands Middelnederlands nuNieuwnederlands

7 HET NIEUWNEDERLANDS PeriodeNaam 1500 – 1700Vroegnieuwnederlands 1700 – e -eeuws Nederlands nuModern Nederlands

8 HET NIEUWNEDERLANDS PeriodeTerm 1500 – 1700Vroegnieuwnederlands 1700 – e -eeuws Nederlands nuModern Nederlands

Taalinterne veranderingen tussen :  De veranderingen uit het Middelnederlands zetten door, bijv.:  apocope: vrouw, put, wijf, ik geef  verdwijnen dubbele ontkenning  diftongering: Hollandse expansie  uit mnl. en vrl. woorden ontstaat het de-geslacht  d wordt j/w: kouwe, ouwe, mooie, kwaaie, ooievaar  de bilabiale w wordt labiodentaal (vgl. Vlaanderen en Suriname)  Vorming van allerlei nieuwe woorden:  voegwoorden: omdat, indien, hoewel, zoals, terwijl, aangezien  overtreffende trap met 't ('t grootst)  Spelling: het lidwoord het komt op als schrijftaalvorm. 16E/17E EEUW

Gekaapte brieven (17e en 18e eeuw): gevonden in 1980 Opdracht: lees tekst 7 en 8. a. Noteer zoveel mogelijk zaken waaraan je kunt zien dat je Nieuwnederlandse teksten voor je hebt en geen Middelnederlandse. 16E/17E EEUW

Taalexterne veranderingen tussen :  Opkomst van de boekdrukkunst  Reformatie en Republiek  Standaardisering en taalbouw  Opkomst van het Nederlands in de Friese steden  Kolonisatie, export van het Nederlands 16E/17E EEUW

 Makkelijk om teksten te verspreiden.  Opkomst schrijfconventies: vastere spelling, schrijftaalwoorden (het, kennisse, heden).  Standaardisering: eerst bij drukkers, later bij schrijvers.  Eerste taalboeken:  Joos Lambrecht: Nederlandsche spellynge, Naembouck  Hendrik Laurensz Spiegel: Twe-spraack  Cornelis Kiliaan: Dictionarium, Etymologicum  Het zuiden van het taalgebied liep voorop. 12 OPKOMST BOEKDRUKKUNST

 Tachtigjarige oorlog, Unie van Utrecht, Republiek  Behoefte aan bijbels in de volkstaal  1637: Statenbijbel  Groeiend gevoel van 'nationale eenheid'  Behoefte aan algemene officiële taal  Gouden Eeuw, VOC/WIC, veel correspondentie  Geleerden gaan in het Nederlands schrijven (Simon Stevin) REFORMATIE EN REPUBLIEK

 Spellingvoorstellen: 16e, vooral 17e eeuw.  Grammaticaregels, vernieuwing in 17e eeuw (Arnold Moonen, Muiderkring, Baltasar Huydecoper).  herinvoering mnl./vrl. geslacht (Muiderkring)  groter als/dan (Huydecoper)  Uitspraakregels (aa, w)  Ontstaan van typische schrijftaalvormen (heden, kennisse, des konings, ue)  Ontwikkeling nieuwe woordenschat (bestuur, wetenschap enz.)  Veel uitdrukkingen uit Statenbijbel worden spreektaal.  Heel veel ontlening aan het Duits. STANDAARDISERING EN TAALBOUW

 In 1500 was het Fries de schrijftaal in Friesland.  Rond 1580 was de schrijftaal in Friesland Nederlands geworden.  De spreektaal in de Friese steden werd in de 16e eeuw Nederlands (Hollands dialect).  Het Fries kwam pas eind 17e eeuw weer deels terug als schrijftaal.  Op het platteland is het Fries altijd de voornaamste spreektaal gebleven. HOLLANDS IN FRIESE STEDEN

 Nederland werd een koloniale grootmacht.  Nederlanders in de koloniën gebruikten Nederlands vaak als bestuurstaal.  Slaven en inheemsen vormden nieuwe (creool)talen op basis van het Nederlands:  Verenigde Staten: Negerduits (tot ± 1900)  Maagdeneilanden: Negerhollands (tot ± 1900)  Brits Guyana: Skepi en Berbice Dutch (tot 2010)  Indonesië: Petjok / Javindo (nog een paar sprekers)  Ceylon: Ceylon-Nederlands (tot in 19e eeuw)  Bijzonder geval: Afrikaans (Zuid-Afrika en Namibië) KOLONISATIE / EXPORT VAN HET NEDERLANDS

NICOLINE VAN DER SIJS

3 mythen:

NICOLINE VAN DER SIJS 3 mythen: 1. Het Standaard- nederlands is vooral Vlaams.

NICOLINE VAN DER SIJS 3 mythen: 1. Het Standaard- nederlands is vooral Vlaams.

NICOLINE VAN DER SIJS 3 mythen: 1. Het Standaard- nederlands is vooral Vlaams. 2. De Statenbijbel had grote invloed op het latere Standaardnederlands.

NICOLINE VAN DER SIJS 3 mythen: 1. Het Standaard- nederlands is vooral Vlaams. 2. De Statenbijbel had grote invloed op het latere Standaardnederlands.

NICOLINE VAN DER SIJS 3 mythen: 1. Het Standaard- nederlands is vooral Vlaams. 2. De Statenbijbel had grote invloed op het latere Standaardnederlands. 3. De 17e-eeuwse taalbouwers zetten zich af tegen het Duits.

NICOLINE VAN DER SIJS 3 mythen: 1. Het Standaard- nederlands is vooral Vlaams. 2. De Statenbijbel had grote invloed op het latere Standaardnederlands. 3. De 17e-eeuwse taalbouwers zetten zich af tegen het Duits.

Aan het einde van dit college kun je:  de Nieuwnederlandse periode in drieën verdelen;  een aantal kenmerken van het Nieuwnederlands opnoemen;  vertellen wat de gekaapte brieven zijn;  een Vroegnieuwnederlandse tekst van een Middelnederlandse tekst onderscheiden;  een paar taalexterne ontwikkelingen uit de 16 e -18 e eeuw opnoemen;  de standaardisering van het Nederlands in het kort beschrijven;  een paar creooltalen op basis van het Nederlands opnoemen;  drie mythen rond het Standaardnederlands ontkrachten. DOELEN COLLEGE 5

Volgende week: Modern Nederlands (1800 tot nu) VOLGENDE COLLEGE