De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Kostprijs & verkoopprijs

Verwante presentaties


Presentatie over: "Kostprijs & verkoopprijs"— Transcript van de presentatie:

1 Kostprijs & verkoopprijs
Keuzevak Marketing Groen Ondernemen Coen van Wetering

2 Wat gaan we vandaag doen?
Uitleg over kostprijs & verkoopprijs berekenen Opdracht: berekenen van kostprijs & verkoopprijs van jullie product. Individueel enkele opdrachten maken In jouw groep de kostprijs en verkoopprijs berekenen van jullie product.

3 Kostprijs Voordat je de prijs bepaald voor jouw product moet je eerst weten hoeveel het kost om te maken. Je gaat de kostprijs berekenen Kostprijs = de optelsom van alle noodzakelijke kosten.

4 Voorbeeld: Kosten jampotje:
Voor 10 potjes jam heb je de volgende kosten: 2 kilo appels:(2 euro per kilo) = € 500 gram geleisuiker (€1,50)= € 5 zakje vanillesuiker (10 zakjes: €1) = € Jampotje a €0,40 per stuk = € Totale kostprijs voor 10 potjes: € Totale kostprijs voor 1 potje: €

5 Directe en indirecte kosten
Een aantal kosten kan je makkelijk berekenen. Bij de jam weet je precies welke kosten je gemaakt hebt om de jam te maken. Zulke kosten noem je directe kosten. Er zijn ook indirecte kosten. De huur van de marktkraam om de jam te verkopen, de tasjes die je meegeeft, benzinekosten, etc. Deze kosten moeten ook meegenomen worden in de verkoopprijs.

6 Directe kosten & indirecte kosten
Directe kosten: Kosten die direct aan één product toe te wijzen zijn. Indirecte kosten: Kosten die je voor alle producten samen maakt.

7 Hoe bereken je de indirecte kosten?
Huur marktkraam (per maand): € 60,- Gebruik apparatuur (per maand): € 30,- Benzinekosten (per maand): € 10,- Totale indirecte kosten per maand: € 100,- Stel dat je in totaal per maand 1000 potjes jam maakt a 1 euro: Totale directe kosten per maand: € 1000 Dan zijn je totale kosten per maand: € 1100 Hoeveel kost het nu om 1 jampotje te maken?

8 Integrale kostprijs: Totale indirecte kosten per maand: € 100,-
Totale directe kosten per maand: € 1000 Totale kosten per maand: € 1100 De directe + indirecte kosten bij elkaar noemen we de integrale kostprijs Integrale kostprijs: De optelsom van alle noodzakelijke kosten

9 Opslagpercentage Nu zijn we er vanuit gegaan dat we maar 1 product verkopen op de markt en dan is het makkelijk te berekenen hoeveel de kosten zijn voor 1 product. Maar wat als we meerdere producten maken?? Hoe bereken je dan de kostprijs?

10 Opslagpercentage Stel: We verkopen jam én honing op de markt. De kosten per maand voor jam (1000 stuks) € 1000,- De kosten per maand voor honing (250 stuks) € 500,- Dan zijn de totale directe kosten: € 1500,- De totale indirecte kosten zijn: € 150 Wat ik nu kan uitrekenen = hoeveel procent de indirecte kosten zijn van de directe kosten. 100 / 1500 x 150 = 10 % Dit noemen wij het opslagpercentage!

11 Opslagpercentage per product
1 potje honing kost dus per stuk (directe kosten): 250 stuks € 500,- totale kosten 500 / 250 = € 2,- € 2,- per stuk aan directe kosten indirecte kosten + 10 % (opslagpercentage) € 2, % (€0,20) = €2,20 €2,20 aan totale kosten per stuk (integrale kostprijs)


Download ppt "Kostprijs & verkoopprijs"

Verwante presentaties


Ads door Google